Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het afluisteren van o.a. de politie en marechaussee door de National Security Agency (NSA) (ingezonden 3 november 2020).

Vraag 1

Sinds wanneer weet u dat de Nationale Politie en de Koninklijke Marechaussee jarenlang konden worden afgeluisterd door de Amerikaanse NSA? Sinds wanneer weet u dat de Amerikanen onze diensten voor de gek hebben gehouden en in plaats van veilige apparatuur juist spullen hebben geleverd met een zogenoemde «achterdeur»?1

Vraag 2

Wanneer hebt u de Amerikanen om opheldering gevraagd over deze grootschalige spionage? Wat was hun antwoord? Als u dat niet hebt gedaan, wanneer gaat u die opheldering wél vragen?

Vraag 3

Wat vindt u van dit soort «James-Bondje-spelen» door allerlei geheime diensten die eigenlijk zouden moeten samenwerken in de strijd tegen terroristen en andere internationale dreigingen? Waarom heeft Nederland meegedaan aan dit soort spionage-spelletjes en doet Nederland dit nog steeds?

Vraag 4

Maken diensten als onder meer de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten, de Dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging, het Korps Landelijke Politiediensten, de Centrale Recherche Informatiedienst, het Landelijk Rechercheteam, de Dienst Technische Ondersteuning Opsporing, of hun opvolgers, nog altijd gebruik van deze of andere apparatuur van Amerikaanse oorsprong?

Vraag 5

Welke andere landen buiten ons eigen land hebben apparatuur geleverd aan diensten in ons land op het gebied van veiligheid waarin mogelijk een «achterdeur» voor spionage zit? Kunt u een lijst leveren van apparatuur en het land dat die apparatuur heeft geleverd? Kunt u een lijst geven van apparatuur waarvan u kunt verzekeren dat er helemaal geen «achterdeur» voor spionage in zit?

Naar boven