Klacht
Verzoekster is van mening dat de belastingdienst en de staatssecretaris van Financiën
ten onrechte geen medewerking verlenen aan het herzien van aanslagen in de inkomstenbelasting/premie
volksverzekeringen over de jaren 1982 tot en met 2001 en dat de staatssecretaris ten
onrechte geen onderzoek laat instellen naar het functioneren van het betreffende belastingkantoor.
Naar aanleiding van deze klacht heeft de staatssecretaris van Financiën inlichtingen
verstrekt aan de commissie.
Feiten
Verzoekster had in de genoemde jaren recht op rijksbijdragen op grond van de Regeling
beschikking geldelijke steun huisvesting gehandicapten. Zij is van mening dat de over
die jaren opgelegde belastingaanslagen tot een te hoog bedrag zijn vastgesteld omdat
de rijksbijdragen ten onrechte bij het belastbaar inkomen zijn betrokken, terwijl
ze deels zelfs nooit echt ontvangen zijn. Verzoekster heeft dit medio 2002 ter sprake
gebracht op het belastingkantoor. Er zou haar zijn toegezegd dat alle aanslagen zouden
worden herzien. Vanaf 2003 ontwikkelt zich correspondentie tussen verzoekster en de
belastingdienst over het niet nakomen van deze toezegging. Verzoekster meent dat met
opzet een andere medewerker de behandelend ambtenaar werd en dat deze onder instructie
stond om de toezegging te ontkennen.
In augustus 2011 wendt verzoekster zich tot de staatssecretaris met het verzoek om
in te grijpen, de aanslagen te doen herzien en tevens een onderzoek in te stellen
naar het functioneren van het belastingkantoor. De staatssecretaris laat haar echter
weten geen van beide te zullen doen, omdat verzoekster alle bezwaar- en beroepstermijnen
tegen de aanslagen onbenut heeft laten verstrijken en omdat hij geen enkele aanleiding
had om boze opzet binnen het betreffende kantoor te veronderstellen.
Overwegingen
Er is geen aanwijzing dat de toezegging daadwerkelijk gedaan is. Noch is er aanwijzing
dat de behandelend ambtenaar met opzet is vervangen omdat hij de toezegging gedaan
zou hebben. De betroffen ambtenaar is na een ernstige ziekte overleden.
Verzoekster heeft geen gebruik gemaakt van bezwaar- en beroepsmogelijkheden. De aanslagen
staan derhalve onherroepelijk vast. De belastingdienst heeft reeds in 2003 vastgesteld
dat geen aanleiding was de aanslagen ambtshalve te herzien.
Verzoekster heeft niet aannemelijk gemaakt dat haar door machinaties van de belastingdienst
geen recht is gedaan of dat zij van haar recht is afgehouden.
Oordeel van de commissie3
Niet is gebleken dat verzoekster onjuist of onzorgvuldig is behandeld.
Voorstel aan de Kamer
Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.
De voorzitter van de commissie, Van Strien
De griffier van de commissie, Van Dijk