Klacht
Verzoekers zijn van mening dat de belastingdienst hen ten onrechte geen uitstel van
betaling heeft verleend van aanslagen in de inkomstenbelasting over de jaren 2008
tot en met 2010, terwijl zij nu niet tot betaling in staat zijn, dat echter wel in
de toekomst zullen zijn en ook zekerheid kunnen stellen.
Naar aanleiding van deze klacht heeft de staatssecretaris van Financiën inlichtingen
verstrekt aan de commissie.
Feiten
Verzoekers zullen beiden bij het bereiken van een bepaalde leeftijd een uitkering
ontvangen op grond van lijfrentepolissen die door hun grootouders zijn afgesloten.
Deze lijfrentepolissen werden en worden nu echter in de vermogensrendementsheffing
voor de inkomstenbelasting betrokken, waardoor zij reeds over de jaren 2008 tot en
met 2010 aanslagen in de inkomstenbelasting hebben ontvangen tot een aanzienlijk bedrag.
Zij hebben uitstel van betaling verzocht voor aanvankelijk vijf, later drie jaren,
omdat zij zich op dat moment niet in staat achtten de aanslagen te voldoen en hebben
daarbij aangeboden zekerheid te stellen door de betreffende polissen in onderpand
te geven.
De belastingdienst is hiermee, ook in beroep, niet akkoord gegaan, omdat het een moeilijk
uit te winnen zekerheid zou zijn, daar het in het buitenland afgesloten polissen betreft.
Bovendien zou het uitstel van betaling een te lange termijn beslaan, in een van beide
gevallen zelfs tien jaar. Daarnaast heeft de belastingdienst aangevoerd dat er kennelijk
wel enige betalingscapaciteit aanwezig is gelet op enige regelmatige inkomsten die
betalingscapaciteit genereren en de aanschaf van een auto.
Overwegingen
Uitwinning van een zekerheid in het buitenland is geen eenvoudige uitwinning. Reeds
om die reden is het niet onredelijk van de belastingdienst om verpanding van de polissen
niet als zekerheid te aanvaarden. Verzoekers stellen dat echter geen andere zekerheidsvormen
voorhanden zijn in hun geval. Dat is twijfelachtig. Zo zou een bankgarantie van een
internationaal opererende bank wellicht een oplossing kunnen bieden.
Dat het uistel van betaling een te lange termijn zou beslaan is terecht door de belastingdienst
aangevoerd. Verzoekers hebben echter gevraagd om het uitstel vooralsnog voor drie
jaren toe te staan en dan opnieuw hun betalingscapaciteit te onderzoeken. Dit zou
echter, theoretisch, wel degelijk kunnen leiden tot langdurig uitstel.
Verzoekers hebben onvoldoende aangetoond dat hun huidige betalingscapaciteit hen in
het geheel niet in staat stelt de aanslagen geheel of gedeeltelijk te voldoen.
Oordeel van de commissie3
Niet is gebleken dat verzoekers door de belastingdienst onjuist of onzorgvuldig zijn
behandeld.
Voorstel aan de Kamer
Er is geen aanleiding om de Kamer een voorstel te doen.
De voorzitter van de commissie, Van Strien
De griffier van de commissie, Van Dijk