LXXXIV-C
VERSLAG OVER HET VERZOEKSCHRIFT1 VAN J.
J. TE S.2 BETREFFENDE KWIJTSCHELDING DAN WEL TERUGBETALING
HEFFINGSRENTE
Vastgesteld 9 februari 2010
Klacht
Verzoekster vindt dat zij in aanmerking zou moeten komen voor gedeeltelijke
kwijtschelding of voor terugbetaling van betaalde heffingsrente.
Feiten
Verzoekster heeft teveel algemene heffingskorting als een voorlopige teruggave
ontvangen. Het bedrag van de algemene heffingskorting kan nooit hoger zijn
dan de verschuldigde belasting. De echtgenoot van verzoekster was minder belasting
verschuldigd dan de uitbetaalde heffingskorting. De teveel uitbetaalde heffingskorting
en toeslagen zijn daarop teruggevorderd.
Overwegingen
Verzoekster voert aan dat de Belastingdienst haar niet goed heeft uitgelegd
dat zij geen recht had op volledige algemene heffingskorting zodat zij enkele
jaren het teveel betaalde met rente moest terugbetalen. Zij vraagt daarom
gedeeltelijke kwijtschelding of terugbetaling van de betaalde heffingsrente.
De staatssecretaris stelt dat uitbetaling van de algemene heffingskorting
gedurende het jaar plaatsvindt op grond van een verzoek om voorlopige teruggave
van belastingplichtige. De belastingplichtige moet zelf bij de aanvraag van
een voorlopige teruggave de juiste gegevens aanleveren omdat de Belastingdienst
pas achteraf kan controleren. De aangevraagde voorlopige teruggave wordt automatisch
verleend. De Belastingdienst wijst er dan op dat de gegevens moeten worden
gewijzigd als zij niet juist blijken.
Oordeel van de commissie1
De Belastingdienst heeft gehandeld overeenkomstig de wetgeving.
Verzoekster is onzorgvuldig behandeld omdat haar niet goed is uitgelegd
dat zij geen recht had op volledige algemene heffingskorting en dat zij in
verband daarmee het bedrag van de verzochte voorlopige teruggave had kunnen
aanpassen zodat niet het volgende jaar dezelfde fout zou worden gemaakt. Voor
de onzorgvuldigheid zijn verontschuldigingen aangeboden. De commissie is van
oordeel dat verzoekster terecht vindt dat zij geen rente hoeft te betalen
over het bedrag dat zij teveel terug heeft ontvangen omdat zij niet goed was
geïnformeerd. De commissie heeft er tevens begrip voor dat het weliswaar
over een gering bedrag gaat maar dat, bij een inkomen als dat van verzoekster
en haar echtgenoot, dit moeilijk is op te brengen.
Voorstel aan de Kamer
De commissie stelt de Kamer voor om de staatssecretaris van Financiën
te verzoeken de rente over de teveel uitbetaalde heffingskorting kwijt te
schelden.
De voorzitter van de commissie,
Quik-Schuijt
De griffier van de commissie,
De Gier
XNoot
1
Dit adres en de stukken welke de commissie bij haar onderzoek ten dienste
hebben gestaan, liggen op het commissiesecretariaat Verzoekschriften, Lange
Poten 4, Den Haag, ter inzage van de leden.
XNoot
2
Naam en adres van verzoeker zijn de commissie bekend.
XNoot
1
De commissie bestaat uit de leden: Huijbregts-Schiedon (VVD), Janse de
Jonge (CDA), Quik-Schuijt (SP) (voorzitter), Meurs (PvdA), Rosenthal (VVD),
Sylvester (PvdA) en Vedder-Wubben (CDA).