CXXXIX Functioneren van de Eerste Kamer in crisistijd

35 300 Nota over de toestand van 's Rijks financiën

D1 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 april 2020

Naar aanleiding van uw verzoek van 24 maart jl. aan de Minister-President om gemotiveerd aan te geven welke voorstellen van wet bij de Eerste Kamer aanhangig zijn waarvan vertraging in de parlementaire behandeling aanzienlijke schadelijke gevolgen zou kunnen hebben, zenden wij u hierbij het overzicht2 van die aanhangige wetsvoorstellen waarvan het kabinet oordeelt dat zij spoedeisend zijn en het daarom wenselijk acht dat deze door uw Kamer voor de zomer van 2020 (plenair) worden behandeld.

In het overzicht is onderscheid gemaakt tussen voorstellen waarvan het wenselijk is dat deze binnen twee maanden plenair worden behandeld door uw Kamer dan wel voor de zomer door uw Kamer worden behandeld. Daarnaast treft u een apart overzicht aan met implementatievoorstellen3 (Implementatielijst). Het is van belang dat uw Kamer bij het besluit omtrent agendering ook rekening kan houden met dit overzicht vanwege tijdige implementatie. U treft in beide overzichten een korte uitleg aan voor de spoedeisendheid.

Vanzelfsprekend gaat uw Kamer zelf over de agendering en eventuele prioritering van de werkzaamheden. Dit geldt ook voor de Tweede Kamer. Op het overzicht ontbreken daarom die voorstellen die nog niet bij uw Kamer aanhangig zijn, maar die in de ogen van het kabinet met voorrang ter hand moeten worden genomen omdat vertraging in de parlementaire behandeling, gelet op de ernstige financiële en/of organisatorische consequenties daarvan, onwenselijk zou zijn. Ik verwijs u onder meer naar onze brief van 27 maart jl. waarbij ik u een afschrift van de brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer met als bijlagen een overzicht van spoedeisende wetsvoorstellen TK en implementatievoorstellen TK zond. Afhankelijk van de wijze en tempo van behandelen kunnen deze voorstellen ook uw Kamer de komende tijd bereiken.

We willen daarnaast uw bijzondere aandacht vragen voor wetsvoorstellen die nodig zijn om de aanhoudende gevolgen van de aanpak van het coronavirus het hoofd te bieden. Het betreft het in voorbereiding zijnde wetsvoorstel tijdelijke maatregelen Covid-19 van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en het al ingediende voorstel Tijdelijke wet verlenging tijdelijke huurovereenkomsten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Ook op andere beleidsterreinen kan wetgeving nodig zijn die met enige voortvarendheid moet worden behandeld.

Vanzelfsprekend zijn de ministers in alle bovengenoemde gevallen bereid om in overleg met de commissievoorzitters te treden, teneinde een snelle en tegelijkertijd zorgvuldige behandeling te verzekeren.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker


X Noot
1

Letter D heeft alleen betrekking op CXXXIX.

X Noot
2

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffienr. 166566.01.

X Noot
3

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffienr. 166566.01.

Naar boven