CXXV Europees Semester 2018

J BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 juni 2018

Tijdens het mondeling overleg d.d. 18 april 2018 over het Europees semester heb ik aan de Eerste Kamer drie toezeggingen gedaan. Met deze brief doe ik deze toezeggingen gestand.

Risicoreductie Europese bankensector

Ten eerste heb ik toegezegd de Eerste Kamer deelgenoot te maken van een brief die ik naar de Tweede Kamer heb gestuurd over risicoreductie in de Europese bankensector.1 Deze brief is bijgevoegd. Uit de brief blijkt dat de afgelopen jaren sprake is van een vermindering van risico’s. In deze brief noem ik ook welke maatregelen bijdragen aan verdere risicoreductie. Specifiek ga ik daarbij in op:

  • 1) kapitaal;

  • 2) buffers voor bail-in;

  • 3) niet-presterende leningen;

  • 4) staatsobligaties op bankbalansen en;

  • 5) risico’s voor overheden.

Gedragstoezicht op Europees niveau

Ten tweede zou ik naar aanleiding van een vraag van het lid Sent (PvdA) schriftelijk ingaan op de vraag hoe het gedragstoezicht op Europees niveau is georganiseerd en of dat voldoende adequaat is. Zoals het lid Sent stelde is op nationaal niveau de Autoriteit Financiële Markten (AFM) verantwoordelijk voor het gedragstoezicht. Op Europees niveau werken toezichthouders smen binnen de Europese Autoriteit voor Effecten en Markten (ESMA), de Europese Autoriteit voor Verzekeringen en Bedrijfspensioenen (EIOPA) en de Europese Bankautoriteit (EBA). Hun respectieve toezichtdomeinen worden afgebakend aan de hand van de aard van het financiële product: waar de ESMA zich richt op beleggingsproducten, is EIOPA verantwoordelijk voor het toezicht op (her)verzekeringsproducten en bedrijfspensioenen en houdt de EBA toezicht op het aangaan van kredietrisico’s. Zij hebben een gedeelde taakopdracht, namelijk om de integriteit, transparantie, efficiëntie en ordelijke werking van de financiële markten te verzekeren en de bescherming van consumenten te bevorderen.

Samen met het Europese Comité voor Systeemrisico’s (ESRB) vormen de hiervoor genoemde Europese toezichthouders het Europees Systeem van Financiële Toezichthouders (ESFS). In september 2017 heeft de Europese Commissie voorstellen gedaan tot versterking van het ESFS.2 In het voorstel wordt onder andere een versterking van de bevoegdheden van de toezichthouders voorgesteld en wordt voorgesteld de bestuursinrichting aan te passen om de toezichthouders effectiever te maken. De Nederlandse inzet aangaande dit voorstel is uiteengezet in het bijbehorende BNC- fiche. Daarin is het kabinet positief over verdere versterking van de positie van ESMA als toezichthouder op de kapitaalmarkt.3

Aanbeveling Liikanen-rapport

Tot slot heb ik toegezegd naar aanleiding van een vraag van het lid Sent in te gaan op een aanbeveling uit het zogenoemde Liikanen-rapport, namelijk op het scheiden van bepaalde handelsactiviteiten van het aannemen van deposito's.4 Het rapport was de aanleiding voor het Europese voorstel genaamd Banking Structural Reform (BSR). Dit voorstel voorzag in de afscheiding van handelsactiviteiten met als doel de afwikkelbaarheid van banken te vergroten. Dit is in 2014 op hoofdlijnen gesteund door het toenmalige kabinet.5 Het is de Raad gelukt om in juni 2015 hierover een akkoord te bereiken. In de jaren daarna is het niet gelukt om binnen het Europees parlement tot één positie te komen. De Europese Commissie heeft in haar werkplan voor 2018 aangegeven het BSR-voorstel in te trekken. De Commissie geeft in een toelichting aan dit te doen, omdat een akkoord in het Europees parlement over het voorstel na jaren van patstelling niet waarschijnlijk wordt geacht en de stabiliteitsdoelen van het voorstel ook middels andere voorstellen worden bereikt.

De Commissie noemt daarbij in het bijzonder het Europese toezicht op de bankensector en de creatie van een Europese resolutieautoriteit (Single Resolution Board, SRB). Vanuit haar rol als toezichthouder heeft de Europese Centrale Bank (ECB) bevoegdheden om risico’s bij de banken aan te pakken. Daarnaast heeft de ECB de bevoegdheid om fusies en overnames bij grote banken(groepen) te beoordelen en al dan niet goed te keuren. Ook worden grensoverschrijdend opererende bancaire groepen beter afwikkelbaar gemaakt. Zo maakt de SRB vooraf plannen om de continuïteit van de essentiële functies van een bank zoveel mogelijk te waarborgen. Voorts heeft de SRB in haar beoordeling van de afwikkelbaarheid van banken de bevoegdheid om wezenlijke belemmeringen voor de afwikkelbaarheid weg te laten nemen. Zo kan zij via de toezichthouders wijzigingen eisen in de structuren van entiteiten om complexiteit te verminderen teneinde ervoor te zorgen dat kritieke functies juridisch en operationeel van andere functies kunnen worden afgesplitst.

De voorgenoemde maatregelen versterken het toezicht op grensoverschrijdend opererende bancaire groepen, maken banken beter afwikkelbaar bij een faillissement en zorgen ervoor dat de continuïteit van de essentiële functies van banken zoveel mogelijk kunnen worden gewaarborgd. Op deze manier worden de doelstellingen van de BSR en het Liikanen-rapport ook verwezenlijkt.6

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra


X Noot
1

Kamerstukken II, 2017–2018, 21 501-07, nr. 1509; ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffie nr. 163019.01.

X Noot
2

COM(2017) 542 final

X Noot
3

Kamerstukken II, 2017–2018, 22 112, nr. 2415.

X Noot
5

Kamerstukken II, 2013–2014, 22 112, nr. 1810.

X Noot
6

Kamerstukken II, 2017–2018, 21501-07, nr. 1468.

Naar boven