CXXIV Verslag van de Tijdelijke Commissie Werkwijze Eerste Kamer

I BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL

Aan de Minister-President, Minister van Algemene Zaken

Den Haag, 9 oktober 2018

Graag informeer ik u dat 69 door de Eerste Kamer aangehouden moties per 25 september jongstleden van rechtswege zijn vervallen. Een overzicht1 treft u aan als bijlage bij deze brief. Ik verzoek u deze ter kennis te brengen van uw collega's in het kabinet.

Op grond van artikel 93, derde lid, van het Reglement van Orde van de Eerste Kamer worden aangehouden moties geacht te zijn vervallen zes maanden na het besluit tot aanhouden. Recessen worden hierbij niet meegerekend. De Kamer kan de vervaltermijn verlengen. Dit artikel geldt sinds 12 december 2017 en betreft de implementatie van een voorstel tot wijziging van het Reglement van Orde van de Eerste Kamer naar voren gebracht door de Tijdelijke commissie werkwijze Eerste Kamer.

Voor vóór die datum aangehouden moties geldt op basis van het overgangsrecht dat de termijn aanvangt per genoemde datum van 12 december jl. In de vergadering van 10 juli 2018 heeft de Voorzitter geconcludeerd dat voor 69 van deze moties géén verzoek om verlenging van de vervaltermijn is ontvangen en dat deze dus van rechtswege zullen vervallen. Deze aangehouden moties zijn bijgevolg op 25 september 2018 vervallen.

De vervaltermijn van de motie van het lid Kox c.s. over actieve inzet voor een kernwapenvrije wereld (34 775, E) is in die vergadering met nog eens zes maanden verlengd.

Ik vertrouw erop u voldoende te hebben geïnformeerd.

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, A. Broekers-Knol


X Noot
1

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffie nr. 163796u.

Naar boven