Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 maart 2024
Op 28 september 2023 heb ik, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming, uw Kamer
bericht hoe ik uw motie van 28 maart nr. CXLVII, F (motie-Veldhoen c.s.) uitvoer. Ik gaf daarbij aan, dat ik u begin 2024 informeer
over de resultaten en vervolgstappen inzake de ontwikkeling van een werkmethode waarbij,
wanneer wetgeving door of met behulp van ICT wordt uitgevoerd, de digitale uitvoering
onderdeel is van het wetgevingsproces. Met deze brief doe ik, mede namens de Minister
voor Rechtsbescherming, deze toezegging gestand.
De afgelopen maanden is, in multidisciplinair verband, «ICT-Uitvoeringsgericht wetgeven»
ontwikkeld: een werkmethode waarmee in de fase van voorbereiding en formulering van
wetgeving 1) nadrukkelijk kan worden bezien of de ICT-uitvoering daarvan voldoende
eenduidig wordt gestuurd door de concept-normen, en 2) de keuzes en randvoorwaarden
voor een werkbare inrichting van de uitvoeringspraktijk scherp in beeld komen. Als
blijkt dat er nadere essentiële keuzes nodig zijn om de wetgeving te kunnen «vertalen»
naar beslisregels voor ICT, kan het ontwerp tijdig worden aangepast.
De werkmethode is vindbaar via het Beleidskompas; in de onderdelen 4 en 5 van het
Beleidskompas wordt ernaar verwezen.1 Momenteel wordt er ook een digitale tool bij de werkmethode ontwikkeld in samenspraak tussen wetgevers, beleidsmakers en (ICT-)uitvoerders.
Ik span mij ervoor in aan de werkmethode bekendheid te geven en inbedding in de departementale
organisaties te bewerkstelligen, opdat er in het wetgevingsproces daadwerkelijk mee
wordt gewerkt.
Hiermee wordt tegemoet gekomen aan het doel van uw motie om tijdig werkbare en democratisch
gelegitimeerde kaders te realiseren voor de ICT-uitvoering van wetgeving.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Digitalisering
en Koninkrijksrelaties, A.C. van Huffelen