CXLVII Grip op algoritmische besluitvorming bij de overheid: de rol van de Eerste Kamer

N BRIEF VAN DE LEDEN VELDHOEN, PANMAN, PRINS, BELHIRCH EN PERIN-GOPIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 december 2023

In de voorgaande zittingsperiode van de Eerste Kamer heeft een werkgroep van de commissie Justitie en Veiligheid verkend hoe de kennis van de leden van de Eerste Kamer over digitalisering versterkt kan worden teneinde meer grip te krijgen op algoritmische besluitvorming bij de overheid. De werkzaamheden van deze werkgroep zijn – met ondersteuning van het Rathenau Instituut – uitgemond in een drietal openbare deskundigenbijeenkomsten en een tweetal notities met reflecties waarop de Staatssecretaris voor Koninkrijksrelaties en Digitalisering is verzocht te reageren. Volgend op die reactie heeft een plenair debat plaatsgevonden op 21 maart 20231. Als uitvloeisel van dit debat is een motie-De Blécourt-Wouterse c.s.2 aangenomen die opriep de kennis van digitalisering en artificiële intelligentie te versterken bij de ambtelijke organisatie teneinde de leden ondersteuning te kunnen bieden. In de voorgaande maanden heeft de griffie uitvoering aan deze motie gegeven.

Daarnaast heeft er discussie plaatsgevonden over de wenselijkheid van het instellen van een aparte commissie die zich met digitalisering gaat bezighouden. In het College van fractievoorzitters is vastgesteld – na advies een werkgroep die daarover het College heeft geadviseerd – dat daarvoor nu in meerderheid steun bestaat. In die discussie is door een aantal fracties aandacht gevraagd voor het afstemmen op de werkzaamheden van de andere commissies alsmede op de werkzaamheden van de commissie Digitale Zaken van de Tweede Kamer.

Ondergetekende leden stellen de Kamer voor op basis van artikel 28, lid 2, een vaste commissie Digitalisering in te stellen. De Voorzitter zou vervolgens op grond van artikel 30, lid 1, het aantal leden kunnen bepalen op 27, daarbij conform artikel 30, lid 2, elke fractie in de gelegenheid stellend met tenminste een fractielid deel te nemen aan deze commissie, waarbij de leden worden aangewezen voor de resterende duur van de huidige zittingsperiode.

De commissie Digitalisering zal nieuwe (wets-)voorstellen in behandeling nemen die behoren tot de portefeuille van de Staatssecretaris voor Koninkrijksrelaties en Digitalisering of een opvolgend bewindspersoon met normering van het digitaliseringsbeleid in portefeuille. Verder zal de commissie in overleg treden met de vakcommissies over (het bieden van ondersteuning bij) de behandeling van (Europese) wetgeving en andere relevante voorstellen.

Ondergetekenden staat voor ogen, op basis van eerdere discussies binnen deze Kamer in de afgelopen Kamerperiode, dat de commissie bij haar werkzaamheden in het bijzonder focus legt op:

  • het borgen van publieke waarden en de digitale uitvoerbaarheid;

  • het ontwikkelen van toetsingscriteria;

  • het monitoren van toekomstige ontwikkelingen, waaronder (de inkadering van) de ontwikkeling van artificiële intelligentie en de benutting daarvan, ook door parlementen zelf;

  • het inventariseren van (wetenschappelijke) deskundigheid nationaal en internationaal;

  • het verhogen van het kennisniveau t.a.v. digitalisering bij alle leden.

  • het in- en extern fungeren als aanspreekpunt voor digitaliseringskwesties.

Ondergetekenden stellen voorts voor dat de commissie Digitalisering een jaar na de instelling van de commissie een voorstel doet om de werking van de commissie en de wijze van taakvervulling te evalueren teneinde aansluiting te vinden en te houden op de wensen en verwachtingen van de Kamer.

G.V.M. Veldhoen – GroenLinks-PvdA

T. Panman – BBB

G. Prins – CDA

F. Belhirch – D66

G.K. Perin-Gopie – Volt


X Noot
1

Handelingen Eerste Kamer 2022/23, 23-9.

X Noot
2

Kamerstukken I, 2022/23, CXLVII, C.

Naar boven