CXLVII Grip op algoritmische besluitvorming bij de overheid: de rol van de Eerste Kamer

M BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 november 2023

In mijn brief d.d. 30 maart 20231 gaf ik een schriftelijke toelichting op mijn waardering van de motie Prins c.s.2 over geautomatiseerde besluitvorming met een hoge impact op mensenrechten. Met deze brief kom ik terug op mijn gedane toezegging om met een voorstel te komen voor een dialoog met Uw Kamer, de Tweede Kamer, de uitvoering, de rechtspraak en het toezicht om aan de orde te stellen of de waarborgen die nu getroffen worden bij geautomatiseerde besluitvorming, afdoende zijn. Ook wil ik in de dialoog terug laten komen hoe de betrokkenheid van de Kamers eventueel versterkt kan worden.

Er zijn momenteel verschillende initiatieven binnen het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties die raken aan het thema van geautomatiseerde besluitvorming. Dit gaat van wetgeving en beleid tot concrete projecten rondom dienstverlening van de overheid. Bijvoorbeeld de herziening van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), het traject rondom wetgevingskwaliteit, het Programma Proactieve Dienstverlening, het algoritmekader, het algoritmeregister en het algoritmetoezicht. Hoewel dit onderwerp zowel juridische, technische als organisatorische aspecten kent, is het belangrijk om deze in samenhang te bezien. Daarom zijn wij bezig om deze verschillende initiatieven samen te brengen in een interbestuurlijke werkgroep met vertegenwoordiging van departementen op ambtelijk niveau. Daarbij zijn ook uitvoeringsinstanties en gemeentes (via o.a. de VNG) en provincies (o.a. het IPO) betrokken.

Mijn toezegging om in dialoog te treden over dit onderwerp, sluit hier goed op aan. Graag geef ik hier verder invulling aan, bij voorkeur in overleg met uw commissie. Ik denk bijvoorbeeld aan een bijeenkomst met vertegenwoordiging vanuit wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht en een aantal experts. Daarbij zou ik een in nader overleg te bepalen expert kunnen vragen om een inleiding te doen, gevolgd door discussie. Idealiter zou de bijeenkomst eindigen met concrete denkrichtingen die verder uitgewerkt kunnen worden.

Graag verneem ik of de commissie aanwezig zou willen zijn bij een dergelijke bijeenkomst en of de commissie ook een rol wil spelen bij de invulling daarvan.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Digitalisering en Koninkrijksrelaties) A.C. van Huffelen


X Noot
1

Eerste Kamer, vergaderjaar 2022–2023, CXLVII, K.

X Noot
2

Eerste Kamer, vergaderjaar 2022–23, CXLVII, G.

Naar boven