CXLVI Parlementaire onderzoekscommissie effectiviteit antidiscriminatiewetgeving

Y MOTIE VAN HET LID VAN ROSENMÖLLER C.S.

Voorgesteld 13 september 2022

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat een grote meerderheid van de Eerste Kamer zich heeft uitgesproken voor de instelling van een parlementair onderzoek naar de mogelijkheden van de wetgever om discriminatie tegen te gaan;

overwegende dat ook de Eerste Kamer als medewetgever in het tegengaan van discriminatie een verantwoordelijkheid heeft;

van oordeel dat de parlementaire onderzoekscommissie met het rapport «Gelijk recht doen» haar door de Eerste Kamer verstrekte opdracht adequaat heeft uitgevoerd;

tevens van oordeel dat de bevindingen, analyse en aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie op hoofdlijnen worden onderschreven; verzoekt de regering te reageren op de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie inclusief de daarover gevoerde gedachtewisseling;

verzoekt de Voorzitter van deze Kamer een voorstel te doen hoe te komen tot uitwerking van de voorstellen van de parlementaire onderzoekscommissie voor de werkwijze van de Kamer bij de behandeling van nieuwe wetgeving en het rapport te delen met de Tweede Kamer,

en gaat over tot de orde van de dag.

Rosenmöller

L.B. Vos

Bredenoord

M.L. Vos

Raven

Van Rooijen

Talsma

Gerkens

Naar boven