De Kamer,
In vergadering bijeen op 12 februari 2019,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat in overeenstemming met de geest van de besprekingen in het College
van Senioren over integriteit de woordvoerders op 29 januari 2019 in het debat in
de Kamer verschillende voorstellen hebben gedaan voor maatregelen om integriteit en
transparantie in de Kamer en onder de Leden te bevorderen en te bewaken;
overwegende dat tijdens het debat in diverse bewoordingen een breed gedeelde wens
werd uitgesproken om te streven naar een fractie overstijgende gemeenschappelijke
gedragscode en het in de rede ligt om het Hoofdstuk XlIa over Integriteit in het Reglement
van Orde (RvO) uit te breiden c.q. aan te vullen;
overwegende dat in het verlengde van deze gedragscode ook voorstellen zijn gedaan
voor een instrumentarium dat de naleving van deze code kan bewaken door monitoring,
advies over interpretatie, verantwoording of anderszins;
van oordeel dat het wenselijk is de verschillende voorstellen nader te bezien, te
wegen en indien mogelijk en wenselijk modaliteiten daarvan uit te werken, daarbij
– maar niet uitsluitend – het in 2013 uitgebrachte GRECO-rapport (en de nalevingsverslagen
uit 2015, 2016/17 en 2018) en de aanbevelingen van de Tijdelijke Commissie GRECO-Rapport
(d.d. 13 mei 2014) opnieuw te betrekken, alsmede de in het College van Senioren afgesproken
werkwijze (het halfjaarlijkse gesprek over integriteit, publicatie integrale geschenken-
en reizenregisters, verbeterde openbaarmaking geschenken, reizen en nevenfuncties,
herinnering aan de relevante wet- en regelgeving en introductiebijeenkomst integriteit
na de Kamerwisseling) een plaats te geven.
Spreekt uit dat het wenselijk is dat de Kamer op basis van artikel 34 RvO een bijzondere
commissie instelt met de opdracht om bovenstaande wens van een gedragscode alsmede
de mogelijkheid van een instrumentarium ten behoeve van de naleving en interpretatie
van deze code te onderzoeken, met inachtneming van de overwegingen uit deze motie
uit te werken en vorm te geven in een advies en hierover niet later dan 19 april 2019
aan de Kamer te rapporteren,
en gaat over tot de orde van de dag,
Jorritsma-Lebbink
Brinkman
Engels
Kox
Sent
Strik
Kuiper
Koffeman
Schalk
Baay-Timmerman
Ten Hoeve