Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 januari 2025
Op 15 oktober jl. heeft de commissie Binnenlandse Zaken van uw Kamer gesproken over
de brief van 9 oktober jl., van de Minister van KGG en mij, over de stand van zaken
van de procedures en geschillen van de Staat met de Nederlandse Aardolie Maatschappij
(NAM), Shell en ExxonMobil.1 Tevens lag bij die vergadering ook voor de brief van de Minister van KGG, Staatssecretaris
van BZK en Minister voor BH&O over een arbitrage procedure tegen de Staat door ExxonMobil
België.2
Tijdens deze vergadering heeft de commissie besloten gebruik te maken van de mogelijkheid
om in een technische briefing vertrouwelijk geïnformeerd te worden over deze lopende
juridische procedures en geschillen, op voorwaarde dat vooraf door de bewindspersoon
duidelijk wordt gemaakt wat wel en niet vertrouwelijk moet blijven en waarom. Aansluitend
wenst de commissie leden de gelegenheid te bieden om in (openbaar) schriftelijk overleg
met de regering te treden.3
Met deze brief geef ik u nader inzicht in de redenen en de onderdelen van de technische
briefing die vertrouwelijk zijn.
Conform de procesregels die gelden bij arbitrages alsmede de tussen partijen gemaakte
nadere procesafspraken geldt dat de inhoud van de verschillende arbitrageprocedures
vertrouwelijk is en niet openbaar mag worden, met uitzondering van de arbitrale vonnissen.
Reden hiervoor is dat partijen in een arbitrage vrij moeten kunnen zijn om hun inhoudelijke
standpunten over en weer met elkaar en het scheidsgerecht te delen zonder dat hun
procespositie door openbaarmaking van deze standpunten wordt geschaad. Niet zelden
is dit in het bijzonder van belang bij bedrijfsvertrouwelijke informatie in de processtukken.
Dit betekent dat wij uw Kamer alleen met een vertrouwelijke technische briefing en
zonder aanwezigheid van elektronische apparaten inhoudelijk kunnen informeren over
deze arbitrages om zo invulling te kunnen geven aan onze inlichtingenplicht op grond
van artikel 68 Grondwet. Slechts op hoofdlijnen mogen wij uw Kamer alsmede de Tweede
Kamer in openbare Kamerstukken informeren over de voortgang van deze procedures, zoals
ook reeds is gebeurd in de Kamerbrief van 9 oktober jl.
Op 21 mei jl. is de Commissie Economische Zaken en Klimaat van uw Kamer eveneens met
een vertrouwelijke technische briefing geïnformeerd over de arbitrage inzake het Akkoord
op Hoofdlijnen (AoH). Tijdens die briefing is eerst in algemene zin ingegaan op arbitrages
en de verschillen met reguliere rechtszaken, waarna vervolgens vertrouwelijk is ingegaan
op deelonderwerpen waarop deze arbitrage ziet en de standpunten van de Staat ten aanzien
van deze onderwerpen.
Naast dit antwoord op het verzoek van de commissie Binnenlandse Zaken willen wij van
de gelegenheid gebruik maken om toestemming te verlenen aan ambtenaren om een vertrouwelijke
technische briefing te verzorgen op 28 januari a.s. over de lopende arbitrageprocedures
en de bezwaar- en beroepsprocedures tussen NAM en de Staat inzake de kosten van de
schadeafhandeling en de versterkingsopgave in Groningen, alsmede andere (aangevraagde)
juridische procedures tussen de aandeelhouders van NAM, Shell en ExxonMobil, ExxonMobil
België en de Staat.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
E. van Marum
De Minister van Klimaat en Groene Groei,
S.Th.M. Hermans