Amsterdam, 23 juni 2023
Geachte Leden van de Eerste Kamer, beste collega’s,
Graag wil ik uw voorzitter zijn. Ik zal uitleggen waarom, hoe ik denk over het voorzitterschap
en wat ik zou willen voor onze organisatie.
Elke dag ben ik dankbaar dat ik in dit land en in deze tijd ben geboren. Ik leef in
vrijheid en veiligheid, heb goed onderwijs gekregen en mag worden wie ik wil. Ik ben
me daar zo van bewust omdat dat voor mijn Chinees-Indische familie niet vanzelfsprekend
was. Zij moesten vluchten uit Indonesië omdat ze in de oorlog Nederlanders hadden
geholpen.
Onze vrijheid en veiligheid hebben we vooral te danken aan onze democratische rechtsstaat
en onze internationale relaties. Ons werk in de senaat draagt bij aan het beschermen
en onderhouden van de democratische rechtsstaat. Wij bekijken aan het eind van een
wetgevingstraject of de wetgevingskwaliteit goed is, of er geen strijdigheid met de
Grondwet is en of een wet uitvoerbaar is. Uiteraard vellen we ook een politiek oordeel.
Voor burgers zijn we soms de laatste instantie waar ze heen kunnen met bezwaren of
twijfels.
Het debat dat wij voeren over wetten is noodzakelijk om alle voor en tegens tegen
elkaar af te wegen, soms elkaar of de regering te overtuigen dat iets beter kan en
om de stemmen die nog niet zijn gehoord te laten horen. Door onze debatten zien mensen
ook hoe hun stem wordt verwoord. Zorgen dat het debat goed en grondig wordt gevoerd
is een essentieel onderdeel van onze democratie. Daaraan bijdragen als voorzitter
vind ik een geweldige taak.
Ik heb veel ervaring met voorzitten: van raden van toezicht, commissies, besturen
en in deze kamer als voorzitter van de Commissie Sociale Zaken. Collega’s kennen mij
als iemand die ruimte geeft voor de inhoudelijke behandeling van wetten en toch de
vergadering op tijd weet af te ronden. U weet ook dat ik plezier heb in het voorzitten,
en dat ik ingrijp als inbrengen onzakelijk worden. Gelukkig komt dat niet vaak voor.
We koesteren onze democratie en rechtsstaat door scherp en inhoudelijk over onze verschillen
van mening te spreken. Dat betekent dat de voorzitter moet ingrijpen bij persoonlijke
aanvallen, omdat dat afleidt van de inhoud van het debat. Dat zal ik dan ook doen.
Ik zal met plezier uw kamer vertegenwoordigen, richting de regering en de Tweede Kamer,
en internationaal. Mijn talenkennis en sociale vaardigheden zijn goed. Ook heb ik
flexibiliteit in mijn agenda.
Onze tijdelijke huisvesting zou in mijn ogen voor de komende periode op een aantal
punten passender kunnen worden gemaakt op de behoeftes van de gebruikers. We missen
een goede plek waar medewerkers en leden elkaar spontaan kunnen treffen. De Hall is
niet toegankelijk voor medewerkers en ligt ook uit de loop voor de meeste mensen.
In ons oude gebouw kwamen we elkaar continu tegen in de koffiekamer en de oude Hall.
De toevallige ontmoeting is niet alleen goed voor onze samenleving, maar ook voor
ons werk in de Eerste Kamer. Ik zou graag opnieuw willen kijken naar de kamerindeling
en bezien of we ruimte kunnen maken voor een lees- en koffiekamer.
Mensen die met mij gewerkt stellen mijn openheid, eerlijkheid en samenbindend vermogen
zeer op prijs.
Ik zie uit naar het gesprek met u over mijn kandidatuur!
Hartelijke groet,
M.L. Vos