35 572 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2021)

35 570 Nota over de toestand van ’s Rijks financiën

E1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN – FISCALITEIT EN BELASTINGDIENST

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 november 2020

Bijgaand ontvangt u, mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister voor Medische Zorg en Sport en de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane, de memories van antwoord met betrekking tot de wetsvoorstellen behorende tot het pakket Belastingplan 2021 en het wetsvoorstel Wet beperking liquidatie- en stakingsverliesregeling. Over het wetsvoorstel Wet overige fiscale maatregelen 2021 zijn geen vragen gesteld.

Toezegging aan het lid Otten uit de Algemene Financiële Beschouwingen

Tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen in uw Kamer heb ik aan het lid Otten toegezegd om te bezien in hoeverre de Bouwstenen voor een beter Belastingstelsel informatie geeft rond de motie Otten die vorig jaar rond de behandeling van het Belastingplan is aangenomen. Deze motie verzoekt de regering om een studie te maken naar de vereenvoudigingen die in Groot-Brittannië zijn doorgevoerd en te evalueren in hoeverre de goede elementen hiervan kunnen worden overgenomen in het Nederlandse stelsel. De motie verwijst specifiek naar de personal allowance van £ 12.500 dat het Britse systeem van inkomstenbelasting kent, vanuit de gedachte dat dit kan leiden tot een eenvoudiger stelsel.

Het Britse systeem kent een personal allowance dat werkt als een belastingvrije voet. Door de personal allowance betaalt iemand met een inkomen tot £ 12.500 geen belasting. De personal allowance wordt in Groot-Brittannië inkomensafhankelijk afgebouwd vanaf een inkomen van £ 100.000. Groot-Brittannië kent een loonbelasting (payroll tax) die werkt als een voorheffing op de uiteindelijke inkomstenbelasting. Mensen in Groot-Brittannië zijn alleen inkomstenbelasting over hun loon verschuldigd als zij geen of te weinig loonbelasting hebben betaald, of gebruik willen maken van specifieke fiscale regelingen. Zelfstandigen moeten aangifte doen van inkomstenbelasting, ook al valt hun inkomen onder de personal allowance.

De afgelopen jaren is het belastingsysteem in Groot-Brittannië op een aantal punten aangepast. Allereerst is de personal allowance verhoogd van circa £ 5.035 in 2006–2007 naar £ 12.500 in 2019–2020. Daarnaast wordt sinds 2013 geleidelijk de Universal Credit ingevoerd waarin een groot aantal regelingen, waaronder enkele fiscale, worden samengevoegd tot één regeling. Deze moet wel apart worden aangevraagd.

Het Nederlandse stelsel is op een aantal punten vergelijkbaar met het stelsel in Groot-Brittannië. Allereerst hebben de heffingskortingen ook de uitwerking van een personal allowance, zo zorgt de algemene heffingskorting ervoor dat over de eerste ca € 7.000 geen belasting wordt betaald. Daarnaast is ook hier de loonbelasting een voorheffing op de inkomstenbelasting. Mensen met alleen looninkomen, die geen gebruik willen maken van fiscale regelingen in de inkomstenbelasting, betalen in de meeste gevallen geen inkomstenbelasting. Zij betalen hun verschuldigde belasting al via de loonbelasting. De Universal Credit is op veel punten vergelijkbaar met het Nederlandse toeslagenstelsel. In het syntheserapport van de Bouwstenen wordt hier ook naar verwezen, omdat deze net als het toeslagenstelsel in Nederland gepaard gaat met uitvoeringsproblematiek.

In de Bouwstenen voor een beter Belastingstelsel is niet expliciet ingegaan op het systeem van inkomstenbelasting in Groot-Brittannië en elementen die kunnen worden meegenomen in het Nederlandse stelsel. Wel zijn beleidsopties uitgewerkt die kunnen bijdragen aan een eenvoudiger stelsel. In algemene zin geldt wel dat een hogere algemene heffingskorting niet leidt tot een eenvoudiger stelsel, omdat de ingewikkeldheid van een belastingstelsel vooral wordt bepaald door fiscale regelingen en verbijzonderingen binnen een stelsel. Er bestaat een afruil tussen de hoeveelheid en mate van gerichtheid aan regelingen en de eenvoud van een stelsel. Een eenvoudiger belastingstelsel kan alleen worden bereikt wanneer regelingen worden afgeschaft dan wel vereenvoudigd. In de Bouwstenen voor een beter Belastingstelsel zijn hier een aantal beleidsopties voor uitgewerkt. Daarnaast is het zo dat het verschuiven van fiscale regelingen naar het toeslagenstelsel (zoals in Groot-Brittannië rond de Universal Credit) per saldo niet hoeft te leiden voor een vereenvoudiging vanuit burgerperspectief. De inkomstenbelasting wordt weliswaar eenvoudiger, maar het toeslagenstelsel (of in Groot-Brittannië: de Universal Credit) ingewikkelder. Het kabinet heeft eerder aangegeven te werken aan alternatieven voor het huidige toeslagenstelsel. In december zal een eindrapportage met uitgewerkte opties aan uw Kamer worden gestuurd. Deze opties zullen bij de formatie van het volgende kabinet een rol kunnen spelen. Daarbij zijn de inzichten rond vereenvoudiging en de afruilen die daarbij bestaan, ook van belang.

De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, J.A. Vijlbrief


X Noot
1

Letter E heeft alleen betrekking op wetsvoorstel 35 572.

Naar boven