35 000 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2019

L VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 23 mei 2019

De vaste commissie voor Koninkrijksrelaties1 heeft op 9 april 2019 kennisgenomen van de reactie d.d. 5 april 2019 van de bewindspersonen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op het halfjaarlijkse toezeggingenrappel.2 De commissie heeft naar aanleiding hiervan op 15 april 2019 een brief gestuurd aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

De Staatssecretaris heeft op 16 mei 2019 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties, Bergman

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Den Haag, 15 april 2019

De vaste commissie voor Koninkrijksrelaties heeft op 9 april 2019 kennisgenomen van de reactie d.d. 5 april 2019 van de bewindspersonen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op het halfjaarlijkse toezeggingenrappel.3 De commissie heeft naar aanleiding hiervan de volgende vragen en opmerkingen.

Ter zake van toezegging T02533 wordt de Kamer verzocht om de termijn te verschuiven naar 1 oktober 2020. De commissie ontvangt graag een toelichting waarom een dergelijke ruime verschuiving van de termijn noodzakelijk wordt geacht. De commissie constateert namelijk dat de voorlichting reeds is gevraagd op 13 september 20184 en dat in de planningsbrief 2019, zoals toegezonden aan de Tweede Kamer, is gemeld dat het kabinetsstandpunt over de voorlichting van de Raad van State (Tweede Kamermotie-Diertens c.s.5) in het vierde kwartaal van 2019 is voorzien.6

De vaste commissie voor Koninkrijksrelaties ziet uw beantwoording met belangstelling tegemoet en ontvangt deze graag binnen vier weken na dagtekening van deze brief.

Voorzitter van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties R.R. Ganzevoort

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 mei 2019

In uw brief van 15 april 2019 (kenmerk 164573.13u) vraagt u om een toelichting op het verzoek de termijn van toezegging T02533, inzake voorlichting door de Raad van State, te verschuiven naar 1-10-2020.

Dit is helaas onjuist weergegeven. Mijn excuses daarvoor. De bedoeling was u te vragen de termijn te verschuiven naar 1-10-2019, conform de planningsbrief aan de Tweede Kamer. Ik verwacht de voorlichting van de Raad van State voor de zomer te ontvangen en u voor 1 oktober 2019 te kunnen informeren over het standpunt van het kabinet.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops


X Noot
1

Samenstelling:

Engels (D66), Van Bijsterveld (CDA), Ten Hoeve (OSF), Huijbregts-Schiedon (VVD), Van Kappen (VVD), Ester (CU), Ganzevoort (GL) (voorzitter), Engels (D66) (vicevoorzitter), Schouwenaar (VVD), Sent (PvdA), Kok (PVV), Gerkens (SP), Vlietstra (PvdA), Don (SP), P. van Dijk (PVV), Jorritsma-Lebbink (VVD), Meijer (SP), Oomen-Ruijten (CDA), Rinnooy Kan (D66), Schalk (SGP), Sini (PvdA), Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV), Teunissen (PvdD)

X Noot
2

Kamerstukken I 2018/2019, 35 000 VII / 35 000 IV, C.

X Noot
3

Kamerstukken I 2018/2019, 35 000 VII / 35 000 IV, C.

X Noot
4

Kamerstukken I 2017/2018, 34 877, E.

X Noot
5

Kamerstukken II 2018/2019, 35 000 IV, nr. 20.

X Noot
6

Kamerstukken II 2018/2019, 35 000 IV, nr. 38.

Naar boven