26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

Nr. 593 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 februari 2019

Op verzoek van mijn voorganger heeft Bureau ICT-Toetsing (BIT) een toets uitgevoerd over het VWS/RIVM programma «Vernieuwd Praeventis». Hierbij doe ik uw Kamer het advies van het BIT toekomen1, alsook mijn reactie daarop.

Ik dank het BIT voor de uitgevoerde toets en het bijbehorende advies.

Hieronder beschrijf ik kort het programma «Vernieuwd Praeventis», en hoe VWS en het RIVM samengewerkt hebben aan de totstandkoming van de plannen die door het BIT getoetst zijn. Vervolgens geef ik u mijn reactie op de kern van het BIT-advies, waarbij ik ook inga op de aanbevelingen van het BIT.

Programma «Vernieuwd Praeventis»

De landelijke uitvoering van drie preventieprogramma’s – de Nationale Hielprikscreening (NHS), het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) en de Prenatale Screening Infectieziekten en Erytrocytenimmunisatie (PSIE) – waarover het RIVM in opdracht van VWS de regie voert, wordt ondersteund met een in 2003 gebouwd ICT-systeem genaamd «Praeventis».

Niet enkel volgens het RIVM, maar op basis van verschillende (deels externe) systeemonderzoeken2 en gesprekken tussen VWS en het RIVM, werd geconstateerd dat er noodzaak was tot vernieuwing van dit ICT-systeem.

Vervolgens hebben VWS (opdrachtgever) en het RIVM (opdrachtnemer) gezamenlijk, in nauwe samenwerking met de CIO-offices van beide organisaties, de nodige voorbereidingen getroffen om dit in kleine beheersbare stappen te kunnen realiseren. Gedurende deze fase van voorbereiding heeft continu, zowel interne als externe, kwaliteitsborging plaatsgevonden. Onder meer door Gateway reviews uit te laten voeren, onafhankelijke kwaliteitscontrole te organiseren en CIO-adviezen en -oordelen op te laten stellen. Dit laatste als opmaat naar de voorziene toets op de plannen door het BIT.

Het BIT-advies

Het BIT komt, op basis van eigen onderzoek3 (zie bijlage4), tot de slotsom dat het vernieuwen van het huidige systeem vooralsnog niet noodzakelijk is. Dit omdat het nu goed functioneert en stabiel is, omdat technologische aanpassingen mogelijk zijn en omdat er op dit moment geen ontwikkelingen in (de opzet van) de preventieprogramma’s zelf zijn die vernieuwing noodzakelijk maken. Daarnaast schat het BIT, op basis van de omvang van het huidige systeem en de huidige opzet van het programma, de kans op een succesvol verloop laag in. Het advies van het BIT luidt dan ook: focus op het verbeteren van het huidige systeem, en bouw intern meer kennis op van de ICT-systemen voor preventieprogramma’s.

Mijn reactie

Vanwege het zorgvuldig gevolgde voorbereidingsproces, inclusief de interne en externe kwaliteitsborging, was de slotsom van het BIT-onderzoek voor alle betrokkenen een niet verwachte uitkomst. Hoewel ik niet alle observaties van het BIT-deel, neem ik de kern van het BIT-advies ter harte. In de aanbevelingen zie ik voldoende handelingsperspectief om, in overeenstemming met het advies van het BIT, de continuïteit van de drie preventieprogramma’s te borgen. Dit laatste staat voor mij voorop, zowel voor de korte als voor de lange termijn.

Ik zal het RIVM dan ook vragen om de noodzakelijke verbeteringen door te voeren aan het huidige systeem. Hiermee is een groot ICT-project en volledige nieuwbouw, beoogd in de plannen die het BIT getoetst heeft, nu dan ook niet meer aan de orde. In samenhang met de focus op het verbeteren van het huidige systeem zal het RIVM ook meer ICT-kennis opbouwen ten behoeve van de preventieprogramma’s. Dit laatste sluit aan bij een ontwikkeling die door het RIVM al is ingezet. Op deze manier evolueren zowel het huidige systeem als het RIVM naar een situatie waarin beide – meer dan nu al het geval is – klaar zijn om (gedeeltelijke) vernieuwing succesvol te laten verlopen wanneer dat in de toekomst nodig blijkt.

Tot slot

Met het BIT is overeengekomen om te bezien op welke wijze tegenstrijdigheid bij ICT-systeemonderzoeken, tussen externe partijen en het BIT, in de toekomst voorkomen kan worden. Uiteraard zonder daarbij de onafhankelijke rol van het BIT in te perken.

Het borgen van de continuïteit in de landelijke uitvoering van de drie preventieprogramma’s die met Praeventis ondersteund worden staat voor mij voorop. Na gesprekken met betrokkenen kan geconcludeerd worden dat het BIT-advies daarvoor voldoende handelingsperspectief biedt. In een aanpak waarbij door het RIVM geïnvesteerd wordt in de doorontwikkeling van het huidige systeem en het opbouwen van meer ICT-kennis, heb ik dan ook vertrouwen.

Mocht zich in de toekomst een situatie voordoen die vraagt om heroverweging van de ingeslagen weg, dan kan de beschikbare ICT-kennis maximaal benut worden om richting te geven en een eventuele (gedeeltelijke) vernieuwing in de kleinst mogelijke stappen succesvol te realiseren.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, P. Blokhuis


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Toekomstvastheidsonderzoek Praeventis, DNV, fase 1 (2010), fase 2 (2011); Software Kwaliteitstoets op Praeventis, SIG (2016).

X Noot
3

VWS en RIVM hebben alle daarvoor benodigde documenten en de broncode van het huidige systeem ter beschikking gesteld, en VWS heeft het BIT een voorstel gedaan om het beoogde gesprek met de softwareleverancier van het huidige systeem te kunnen faciliteren.

X Noot
4

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven