De commissie heeft met belangstelling kennisgenomen van de nota naar aanleiding van
het verslag.2 De leden van de fracties van de VVD, Volt en de Fractie-Visseren-Hamakers hebben naar aanleiding van deze nota enkele nadere vragen en opmerkingen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD
De fractieleden van de VVD vragen of de regering kan aangeven welke waarborgen er zijn dat de gedifferentieerde
vliegbelasting geen migratie van operators naar buurlanden veroorzaakt en geen verlies
van werkgelegenheid in Nederland tot gevolg heeft.
Verder informeren zij of de regering zich op het standpunt stelt dat een uitstootpercentage
van 1 procent binnen de luchtvaartsector een voldoende basis vormt voor het opleggen
van substantiële handelsheffingen.
Tot slot vragen zij of de regering kan aangeven hoe zij de periode tot de inwerkingtreding
in 2030 gaat benutten om te komen tot een Europees gelijk speelveld voor de belasting
op privéjets.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van Volt
De fractieleden van Volt vragen of de regering kan bevestigen dat de vliegbelasting uitsluitend wordt geheven
op vluchten die vertrekken vanuit Nederland en niet op die vanuit de overige landen
van het Koninkrijk der Nederlanden, te weten Aruba, Curaçao en Sint Maarten. Geldt
deze belasting ook voor vluchten vanaf Caribisch Nederland: Bonaire, Sint-Eustatius
en Saba?
Vragen en opmerkingen van het lid van de Fractie-Visseren-Hamakers
Het lid van de Fractie-Visseren-Hamakers leest in de nota naar aanleiding van het verslag3 dat transferpassagiers die in Nederland overstappen zijn uitgezonderd van de vliegbelasting.
Dit betekent volgens het lid van deze fractie dat buitenlandse passagiers blijven
genieten van een goedkope overstap ten koste van Nederlanders die met de gevolgen
van overlast en vervuiling te maken krijgen. Zij vraagt hoe de regering dit beleid
verantwoordt tegenover de Nederlandse bevolking.
De leden van de vaste commissie voor Financiën zien de antwoorden van de regering
met belangstelling tegemoet en achten het wetsvoorstel bij tijdige ontvangst van de
nota naar aanleiding van het verslag op uiterlijk 12 december 2025 om 17.00 uur, gereed voor plenaire behandeling.
De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën, Van Ballekom
De griffier van de vaste commissie voor Financiën, Karthaus