36 800 Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën

36 725 VIII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

B¹ BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 november 2025

Vandaag heb ik een brief naar de Tweede Kamer gestuurd als reactie op motie Kostić c.s. Bijgevoegd vindt u een afschrift van mijn brief aan de Tweede Kamer, waarin ik toelicht hoe in beginsel wordt omgegaan met amendementen die geen wijziging aanbrengen aan een begrotingswet.

De Minister van Financiën, E. Heinen

BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 november 2025

Tijdens de Algemene Financiële Beschouwing van 2 oktober j.l. heeft uw Kamer de motie Kostić c.s aangenomen (Kamerstuk 36 800 IX, nr. 29). De motie verzoekt de regering te bevestigen dat aangenomen amendementen binnen begrotingsartikelen altijd worden uitgevoerd, waarbij ook wordt verwezen naar een Kamerbrief van mijn ambtsvoorganger uit 2020 (Kamerstuk 31 865, nr. 173). De motie houdt verband met het aangenomen amendement Kostić c.s. over het stapsgewijs afbouwen van subsidies voor apenproeven naar nul in 2030 (Kamerstuk 36 725 VIII, nr. 11).

In zijn brief van 26 september jl. (Kamerstuk 32 336, nr. 168) heeft de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap toegelicht dat het amendement Kostić c.s. niet beoogt de bedragen in de begroting te wijzigen, maar een voorwaarde toe te voegen aan een specifieke subsidiebeschikking. Daarmee werkt het amendement niet door in de begrotingswet. Deze uitleg heb ik in mijn brief van 30 september jl. (Kamerstuk 32 336, nr. 169) aan uw Kamer bevestigd.

Dit staat los van de duidelijke politieke wens die door uw Kamer wordt uitgedrukt. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft in het commissiedebat «dieren buiten de veehouderij en dierproeven» van 2 oktober met de Tweede Kamer toegezegd dat hij het voorstel uit de toelichting van het amendement Kostić c.s. onverkort zal uitvoeren. In 2026 zal hij tevens een brief sturen aan de Tweede Kamer over de wijze waarop hier uitvoering aan wordt gegeven.

Hieronder licht ik nader toe hoe met aangenomen amendementen binnen begrotingsartikelen wordt omgegaan, zoals ook opgenomen in de Kamerbrief uit 2020.

Begrotingen worden geautoriseerd op artikelniveau en daar ziet het budgetrecht en het recht van amendement van uw Kamer ook op. In de memorie van toelichting bij een begrotingswetvoorstel wordt onder meer inzicht gegeven in welke financiële instrumenten worden ingezet voor het behalen van de beleidsdoelstellingen. Bijvoorbeeld subsidies of bijdragen aan een (inter)nationale organisatie. In de Kamerbrief van mei 2020 wordt beschreven dat amendementen die zien op een verschuiving van middelen binnen een artikel worden uitgevoerd. Dit zijn amendementen waarbij middelen tussen financiële instrumenten binnen hetzelfde begrotingsartikel worden verschoven. Bijvoorbeeld van de ene subsidieregeling naar een andere subsidieregeling. Het wijzigen van de inhoud van een subsidiebeschikking kan niet middels een amendement. Als uw Kamer de inhoud van een specifieke subsidiebeschikking wil wijzigen kan daartoe worden opgeroepen met een motie. Als alternatief kan met een amendement budget naar een ander of nieuw instrument worden verplaatst.

De Minister van Financiën, E. Heinen

---

1 De letter B heeft alleen betrekking op 36 800.