36 647 (R2204) Wijziging van de Schepenwet in verband met de noodzaak tot modernisering van regels, het opleggen van verplichtingen aan de scheepseigenaar en het invoegen van een mogelijkheid tot ongevallenonderzoek

B VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT / VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING1

Vastgesteld 4 november 2025

1. Inleiding

De leden van de BBB-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel. Zij begrijpen dat modernisering van de Schepenwet nodig is. De internetconsultatie en de uitvoeringstoets hebben bij deze leden aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

2. Vragen van de leden van de BBB-fractie

Om te voorkomen dat een wetswijziging nodig is voor het gebruik van technologische ontwikkelingen, pleit de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reders in de internetconsultatie voor het standaard opnemen van een experimenteerbepaling in nautisch-technische wetgeving. De leden van de BBB-fractie willen weten of er een experimenteerbepaling is opgenomen in de wet, dan wel of er een artikel bestaat dat de overheid de bevoegdheid geeft om tijdelijk van de wet af te wijken ten behoeve van beleidsexperimenten. Als dit niet het geval is, kan de regering dan toelichten waarom niet? Ziet de regering in dat geval een mogelijkheid om een dergelijke bepaling alsnog op te nemen?

Zowel bij de internetconsultatie als bij de uitvoeringstoets wordt gewezen op (verouderde) definities die de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van de wet bemoeilijken. Hierin wordt bijvoorbeeld gewezen op het verouderde woord «bemanning» wat de regering desondanks heeft gehandhaafd. Daarnaast is de term «gezel» niet gedefinieerd. Zou de regering kunnen aangeven welke definities ondanks eerdergenoemde reacties niet zijn aangepast en deze keuze kunnen motiveren?

Kan de regering tot slot aan de leden van de BBB-fractie aangeven of in alle vier de landen binnen het Koninkrijk sprake is van voldoende (publieke) capaciteit en kennis, zodat adequaat toezicht en handhaving van de wet mogelijk is?

De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat / Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening ziet met belangstelling uit naar de nota naar aanleiding van het verslag en ontvangt deze graag binnen vier weken na vaststelling van dit verslag.

De voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat / Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Lievense

De griffier van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat / Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Dragstra


X Noot
1

Samenstelling:

Marquart Scholtz (BBB), Griffioen (BBB), Karimi (GroenLinks-PvdA), Lagas (BBB), Veldhoen (GroenLinks-PvdA), Ramsodit (GroenLinks-PvdA), Thijssen (GroenLinks-PvdA), Recourt (GroenLinks-PvdA), Kaljouw (VVD), Meijer (VVD), Van Toorenburg (CDA), Bakker-Klein (CDA), Dittrich (D66), Croll (D66), Aerdts (D66) (ondervoorzitter), Van Hattem (PVV) (voorzitter), Koffeman (PvdD), Nanninga (JA21), Janssen (SP), Huizinga-Heringa (CU), Van den Oetelaar (FVD), Schalk (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL), Van de Sanden (Fractie-Van de Sanden), Walenkamp (Fractie-Walenkamp)

Naar boven