36 641 Wijziging van de Kieswet in verband met de aanscherping van de vereisten voor de toewijzing van restzetels (Wet aanscherping vereisten toewijzing restzetels)

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het met het oog op eerlijke en betrouwbare verkiezingen wenselijk is om de bepalingen betreffende de vereisten voor de toewijzing van restzetels aan te scherpen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Kieswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel P 7, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. De restzetels worden niet toegewezen aan lijsten waarvan het stemcijfer lager is dan de kiesdeler.

B

Artikel P 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De restzetels worden niet toegewezen aan lijsten waarvan het stemcijfer lager is dan de kiesdeler.

2. In het derde lid vervalt «, met dien verstande, dat bij deze toewijzing aan geen van de lijsten meer dan één zetel wordt toegewezen».

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

ARTIKEL III

Deze wet wordt aangehaald als: Wet aanscherping vereisten toewijzing restzetels.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Naar boven