36 632 (R2200) Overeenkomst tussen de regeringen van de Benelux-Staten en de regering van Mongolië inzake de afschaffing van de visumplicht voor houders van een diplomatiek paspoort en houders van een officieel/dienstpaspoort; Brussel, 9 januari 2024

B/ Nr. 2 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE VAN HET KONINKRIJK EN NADER RAPPORT

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk d.d. 3 april 2024 en het nader rapport d.d. 23 augustus 2024, aangeboden aan de Koning door de Minister van Buitenlandse Zaken. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk is cursief afgedrukt.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 12 maart 2024, no. 2024000637, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk haar advies inzake de bovenvermelde overeenkomst rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 3 april 2024, nr. W02.24.00047/II/K, bied ik U hierbij aan.

De tekst van het advies treft U hieronder aan, voorzien van mijn reactie.

Bij Kabinetsmissive van 12 maart 2024, no.2024000637, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, bij de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk ter overweging aanhangig gemaakt de overeenkomst tussen de Benelux-Staten en Mongolië inzake de vrijstelling van de visumplicht voor houders van een diplomatiek paspoort en houders van een officieel/dienstpaspoort; Brussel, 9 januari 2024 (Trb. 2024, 24), met toelichtende nota.

De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk heeft geen opmerkingen over het verdrag.

De Afdeling adviseert het verdrag aan de beide Kamers der Staten-Generaal, de Staten van Aruba, die van Curaçao en die van Sint Maarten over te leggen.

De Vice-President van de Raad van State van het Koninkrijk,

Th.C. de Graaf

De overeenkomst geeft de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.

Ik verzoek U mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen de overeenkomst vergezeld van de toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, aan de Staten van Aruba, aan de Staten van Curaçao en aan de Staten van Sint Maarten.

De Minister van Buitenlandse Zaken, C.C.J. Veldkamp

Naar boven