36 622 Wijzigingen van de op 29 november 1972 te Abidjan tot stand gekomen Overeenkomst tot oprichting van het Afrikaanse Ontwikkelingsfonds; Sharm El Sheikh, 23 mei 2023

A/ nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 1 oktober 2024.

De wens dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal wordt onderworpen kan door of namens één van de Kamers of door ten minste vijftien leden van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer te kennen worden gegeven uiterlijk op 31 oktober 2024.

Aan de Voorzitters van de Eerste en van Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 oktober 2024

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste lid, en artikel 5, eerste lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van State gehoord, heb ik de eer u hierbij ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen de op 23 mei 2023 te Sharm El Sheikh tot stand gekomen wijzigingen van de op 29 november 1972 te Abidjan tot stand gekomen Overeenkomst tot oprichting van het Afrikaanse Ontwikkelingsfonds (Trb. 2024, 63).

Een toelichtende nota bij deze wijzigingsovereenkomst treft u eveneens hierbij aan.

De goedkeuring wordt voor het Europese deel van Nederland gevraagd.

De Minister van Buitenlandse Zaken, C.C.J. Veldkamp

TOELICHTENDE NOTA

1. Inleiding

Op 29 november 1972 is de Overeenkomst tot oprichting van het Afrikaanse Ontwikkelingsfonds (Trb 1973, 51) tot stand gekomen. Het Afrikaanse Ontwikkelingsfonds (AfDF) is een onderdeel van de Afrikaanse Ontwikkelingsbank (AfDB)-groep en verschaft concessionele leningen en giften aan 37 Afrikaanse lage-inkomenslanden.

Deze overeenkomst is op 23 juni 1973 goedgekeurd voor Nederland (in Europa), en trad 30 juni 1973 in werking. Op 28 mei 2002 is de eerste wijziging van de Overeenkomst tot stand gekomen. Deze wijziging zag op een herziening van de bestuursstructuur van het AfDF met betrekking tot de stemaandelen en lidmaatschap van regionale lidstaten.

Tijdens de negenenveertigste jaarvergadering van de AfDB te Sharm El Sheikh, Eypte zijn op 23 mei 2023 middels Resolutie F/BG/2023/04 tot stand gekomen de Wijzigingen van de Overeenkomst tot oprichting van het Afrikaans Ontwikkelingsfonds (Trb. 2024, 63). De wijzigingen in het oprichtingsverdrag hebben betrekking op artikel 2; artikel 8, vijfde lid; artikel 14, eerste lid; artikel 15, tweede lid, sub b; artikel 16, tweede lid, sub a; artikel 20; artikel 26, tweede lid; artikel 31; en artikel 43, eerste lid. Door de wijzigingen wordt het AfDF in staat gesteld om bilaterale leningen aan te gaan en obligaties uit te geven op de kapitaalmarkt.

2. Noodzaak en achtergrond wijziging van verdrag

De AfDB-groep bestaat uit de AfDB en het AfDF. De AfDB verstrekt als bank leningen aan middeninkomenslanden en kredietwaardige lage-inkomenslanden in Afrika ter bevordering van hun duurzame economische ontwikkeling. Op basis van de kapitaalinleg van aandeelhouders kan de AfDB aanvullende financiering aantrekken op de kapitaalmarkt middels de uitgifte van obligaties. De totale middelen worden vervolgens als leningen aan de Afrikaanse lidstaten van de AfDB verstrekt.

Het AfDF verstrekt concessionele leningen en giften aan overheden van 37 lage inkomenslanden in Afrika. Statutair is het een aparte organisatie, waarvan de helft van het stemrecht in handen is van de Bank (de hierboven genoemde AfDB) en de andere helft van 27 niet-regionale donoren plus vier regionale donoren. De middelen van het AfDF worden elke drie jaar aangevuld. Door de stijgende noden op het Afrikaanse continent verzoekt het AfDF echter tot de mogelijkheid om, net zoals de AfDB, op de kapitaalmarkt te kunnen lenen. Deze middelen zullen vervolgens doorgeleend worden aan een beperkt aantal kredietwaardige AfDF-landen. Een nieuw instrument wordt geïntroduceerd om de leningen te kunnen verstrekken, genaamd Moderately Concessional Loans (MCL). De extra inkomsten uit de rentebetalingen van de MCL’s worden gebruikt om leningen aan minder kredietwaardige AfDF-landen te subsidiëren en dragen zodoende bij aan de schuldhoudbaarheidssituatie in Afrika. De aanpassing in de wijziging van het verdrag maakt het mogelijk voor het AfDF om in de toekomst bilaterale leningen aan te gaan en obligaties uit te geven op de kapitaalmarkt.

Verloop van de stemming

Tijdens de negenenveertigste jaarvergadering van de AfDB die plaatsvond van 22 tot 26 mei 2023 is de Raad van Bestuur, het hoogste bestuursorgaan van de AfDB, overeengekomen tot het besluit wijzigingen door te voeren om het voor het AfDF mogelijk te maken om op de kapitaalmarkt te lenen en bilaterale leningen aan te gaan. Nederland is vertegenwoordigd in de Raad van Bestuur bij de AfDB door de Minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Nederland bezit een stemaandeel van 1,995% bij het AfDF. Nederland heeft tijdens de jaarvergadering ingestemd met de wijzigingen. De wijzigingen zullen de leencapaciteit van het AfDF vergroten en de Afrikaanse financiële architectuur verstevigen in tijden van groeiende vraag voor middelen op het Afrikaanse continent. Het besluit om in te stemmen is in lijn met de Rijksbrede Afrikastrategie voor 2023–2032 en het Rijksbrede beleidskader Mondiaal Multilateralisme. Het Nederlands stemaandeel in het AfDF zal niet veranderen door de wijzigingen. De wijzigingen hebben geen financiële consequenties voor Nederland.

Artikelsgewijze toelichting op de verdragswijzigingen

De wijzigingen hebben betrekking op artikel 2; artikel 8, vijfde lid; artikel 14, eerste lid; artikel 15, tweede lid, sub b; artikel 16, tweede lid, sub a; artikel 20; artikel 26, tweede lid; artikel 31; en artikel 43, eerste lid.

Artikel 2:

Deze wijziging maakt het mogelijk voor het AfDF om financiering te verstrekken onder niet-concessionele voorwaarden. Hierdoor krijgt het AfDF meer flexibiliteit in de voorwaarden waarop het middelen door kan lenen.

Artikel 8, vijfde lid:

De voorgestelde aanpassing stelt het AfDF in staat om zowel bilaterale leningen af te sluiten en op de kapitaalmarkt middelen te lenen onder concessionele of niet-concessionele voorwaarden.

Artikel 14, eerste lid:

De voorgestelde aanpassing introduceert de mogelijkheid om financiering aan te bieden aan alle AfDB-landen, met name de landen waar de economische situatie vereist dat financiering wordt verstrekt onder concessionele voorwaarden.

Artikel 15, tweede lid, sub b:

Dit artikel bouwt voort op artikel 14 en verklaart dat het AfDF selectief zal zijn in de besluiten tot het verstrekken van financiering aan AfDB-landen.

Artikel 16, tweede lid, sub a:

Deze wijziging maakt het, net als de wijziging in artikel 2, mogelijk voor het AfDF om financiering te verstrekken onder niet-concessionele voorwaarden.

Artikel 20:

De wijziging geeft het AfDF de autoriteit om in effecten te handelen. Een standaard waarschuwing wordt hierin opgenomen die verklaart dat het geen verplichting betreft van overheden, behalve als het een verplichting betreft van een overheid, waarbij dit ook duidelijk aangegeven zal zijn.

Artikel 26, tweede lid:

De wijziging machtigt het College van Bewindvoerders om besluiten over marktlenen van het AfDF goed te keuren.

Artikel 31:

De introductie van deze nieuwe paragraaf legt vast dat het AfDF geen middelen kan lenen aan de Bank. Het AfDF kan echter wel middelen lenen van de AfDB. Daarnaast kunnen de AfDB en het AfDF investeren in effecten van de ander.

Artikel 43, eerste lid:

Deze paragraaf omschrijft de rechten van het AfDF en onder welke voorwaarden het juridisch aansprakelijk gesteld kan worden.

3. Een ieder verbindende bepalingen

Naar het oordeel van de regering bevatten de wijzigingen van de Overeenkomst geen eenieder verbindende bepalingen in de zin van de artikelen 93 en 94 Grondwet, die aan rechtssubjecten rechtstreeks rechten toekennen of plichten opleggen. De wijzigingen verlenen het AfDF ruimere mogelijkheden tot het verkrijgen van financiering en betreffen enkel verplichtingen tussen staten.

4. Koninkrijkspositie

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft zullen de wijzigingen van de Overeenkomst, evenals de Overeenkomst zelf, alleen gelden voor Nederland (in Europa).

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, R.J. Klever

De Minister van Buitenlandse Zaken, C.C.J. Veldkamp

Naar boven