36 618 Wijziging van de Meststoffenwet in verband met de voorwaarden over de maximale mestproductie in de derogatiebeschikking 2022–2025 (Wet wijziging Meststoffenwet in verband met de maximale mestproductie)

Nr. 10 AMENDEMENT VAN DE LEDEN VEDDER EN GRINWIS

Ontvangen 7 oktober 2024

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel B, wordt, onder vervanging van «; of» aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, na het voorgestelde artikel 32, tweede lid, onderdeel b, een onderdeel ingevoegd, luidende:

• ba. naar een bedrijf van een jonge landbouwer tot de leeftijd van veertig jaar als bedoeld in artikel 4, zesde lid, van de Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013; of.

II

Artikel I, onderdeel C, wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan onderdeel 2 wordt toegevoegd «en wordt «, of» vervangen door een komma».

2. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

3. Na het tweede lid, onderdeel b, wordt onder verlettering van onderdeel c tot onderdeel d een onderdeel ingevoegd, luidende:

• c. naar een bedrijf van een jonge landbouwer tot de leeftijd van veertig jaar als bedoeld in artikel 4, zesde lid, van de Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013; of.

III

In artikel I, onderdeel D, wordt na het voorgestelde artikel 33, vijfde lid, onderdeel c, een onderdeel ingevoegd, luidende:

• ca. een overdracht van een bedrijf aan een jonge landbouwer tot de leeftijd van veertig jaar als bedoeld in artikel 4, zesde lid, van de Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013;.

Toelichting

Dit amendement zorgt ervoor dat jonge landbouwers (tot een leeftijd van 40 jaar) worden uitgezonderd bij de afromingsplicht die geldt bij overgang van productierechten, bij zowel koop, lease als bedrijfsoverdracht. Afroming van rechten bij jonge boeren past volgens de indiener niet bij de voornemens uit het regeerprogramma op het gebied van toekomstperspectief en extra aandacht voor jonge landbouwers, zodat zij bedrijven over kunnen nemen of starten. Jonge boeren zijn immers al de kwetsbaarste groep in de agrarische sector en hebben vaak al te maken met een hoge financiering. Daar komt bij dat het juist de jonge boeren zijn die door willen met hun bedrijf, daarbij afhankelijk zijn van de overgang van productierechten en dus het meest getroffen worden door afroming van deze rechten. De indiener merkt tevens op dat een uitzondering voor jonge boeren naar alle waarschijnlijkheid niet het verschil maken of een generieke korting wel of niet noodzakelijk is en waarschijnlijk ook weinig invloed zal hebben op de hoogte van het percentage van een eventuele generieke korting. Op individueel niveau kan wel of geen afroming juist wel het verschil maken tussen of een jonge boer door kan of niet.

Vedder Grinwis