36 617 Wijziging van de Participatiewet inzake een tijdelijke regeling voor een tegemoetkoming in verband met de alleenverdienersproblematiek (Wet tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiek)

Nr. 5 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 september 2024

Heden is door Zijne Majesteit de Koning het Wetsvoorstel Wetsvoorstel tijdelijke regeling alleenverdienersproblematiekproblematiek aan uw Kamer aangeboden (Kamerstuk 36 617).

Voor de huishoudens in de alleenverdienersproblematiek en de voor de gemeenten die hen op verzoek van het Rijk ondersteunen, is het van belang dat de voorgestelde wet per 1 januari 2025 in werking kan treden. Dit belang heeft ook de Kamer onderstreept in de motie van het lid Maatoug c.s. (Kamerstukken II 2023/24, 26 448, nr. 757), waarin zij verzoekt de wetgeving aangaande dit onderwerp aan de Kamer te sturen zodra deze klaar is en uitspreekt dat de Kamer in haar behandeling de stukken met voorrang behandelt.

Met het oog op een spoedige behandeling van het wetsvoorstel, verzoek ik de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid om dit wetsvoorstel te agenderen voor de procedurevergadering op 24 september. Ik realiseer me daarbij dat ik veel flexibiliteit van uw Kamer vraag in een wetgevingsproces waarin de voorbereiding veel tijd heeft gekost.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J.N.J. Nobel

Naar boven