36 614 Initiatiefnota van de leden Beckerman en Westerveld over dakloosheid

Nr. 2 INITIATIEFNOTA

Inleiding

«Dakloze József (38) werd dood gevonden op het Weena: «Er moet wat gebeuren, dit is mensonwaardig»»1

«Mila (27) is dakloos: «Ik woon met dochter van twee maanden in auto»»2

«Denny had een baan en werd dakloos, hoe kan dat?»3

«Dakloos en doodziek: Mostafa (57) werkte jarenlang, maar heeft nergens recht op»4

«Zeven daklozen dood in drie weken: «We gaan er meer tegenkomen»»5

«Dakloos in de winter: «We kunnen de hele nacht wel mensen blijven vinden»»6

«Nieuwe telling: veel kinderen en jongeren dak- of thuisloos»7

«Nieuwe aanpak dakloosheid na jaar nog geen succes, «niet concreet genoeg»»8

Dit zijn slechts enkele krantenkoppen van de afgelopen tijd. Deze situatie is het gevolg van een hele reeks politieke keuzes. Het aantal sociale huurwoningen werd bewust steeds kleiner gemaakt, de huren hoger en de sociale sector minder toegankelijk. Zowel werk, huurcontracten als woningen werden steeds flexibeler, waardoor mensen ze makkelijker verliezen. Op de zorg, waaronder de GGZ, werd bezuinigd. Steeds meer mensen worden in de schulden gestort en krijgen te laat hulp. De knip tussen jeugdzorg en GGZ maakt dat sommige jongeren op hun 18e hun vertrouwde hulpverleners en woonplek verliezen en nergens naartoe kunnen. Regels zoals de kostendelersnorm maken mensen terughoudend om samen met anderen in een huis te gaan wonen; zij worden daardoor sneller dakloos. Het groeiend aantal dakloze mensen is het gevolg van een ideologie waarbij zelfredzaamheid voorop staat.

De indieners van deze initiatiefnota vinden dat het voorkomen en aanpakken van dakloosheid onvoldoende politieke aandacht krijgt. Erger nog, door het gebrek aan politieke daadkracht dreigt het doel om dakloosheid uit te bannen in 2030 onwaarschijnlijk te worden.

De krantenkoppen kunnen immers heel anders zijn! «A Paradigm Shift in Social Policy. How Finland Conquered Homelessness» (Een paradigmaverschuiving in het sociaal beleid. Hoe Finland dakloosheid overwon), zo kopte Der Spiegel recent. In 2025 is er niemand meer dakloos in de hoofdstad Helsinki; in de rest van het land wordt dat doel in 2027 gehaald.

Het verschil tussen de Nederlandse en Finse krantenkoppen is politieke wil. Ook in Nederland is een paradigmaverschuiving nodig om dakloosheid uit te bannen. De eerste stappen zijn daarvoor gezet. Vorig jaar werd het «Nationaal Actieplan Dakloosheid» gepresenteerd.9

In dit plan zitten erg goede punten. Zo staat het zorgen voor een thuis voorop. Op papier althans. Want de huidige aanpak dreigt nog steeds onvoldoende te zijn om de doelen te halen. Allereerst omdat het tekort aan (sociale) huurwoningen in 2030 nog steeds zal bestaan. De huidige kabinetsplannen daarop schieten tekort, de bouw gaat te langzaam. En sloop, liberalisatie en verkoop gaan nog steeds door. Bovendien is de aanpak vrijblijvend: gemeenten hoeven niet mee te doen. Slechts 29 procent van 73 ondervraagde gemeenten wil de beschikbaar gestelde miljoenen uitgeven aan permanente woningen voor dakloze mensen.10

Ook zijn veel maatregelen die het kabinet zelf wil nemen vrijblijvend: de wet wordt niet aangepast. Knellende regels die mensen in de problemen storten, zoals de kostendelersnorm, blijven bestaan. Wij doen daarom 20 voorstellen die ervoor zorgen dat we échte stappen zetten om dakloosheid tegen te gaan.

ONZE VOORSTELLEN

  • 1. Hoeveel dakloze mensen zijn er? Gebruik de juiste definitie!

  • 2. Zorg voor voldoende betaalbare sociale huurwoningen voor iedereen.

  • 3. Verbeter de toegang tot het recht en geef (dreigend) dakloze mensen juridische steun.

  • 4. Verbied dakloosheid door huisuitzetting.

  • 5. Voorkom dakloosheid: verbeter schuldhulpverlening.

  • 6. Voorkom dakloosheid: pak knellende regels aan.

  • 7. Laat het zelfredzaamheidscriterium los.

  • 8. Zet ervaringsdeskundigen in.

  • 9. Stop stigmatisering, criminalisering en discriminatie van dakloze mensen.

  • 10. Maak mensenrechten leidend bij nieuw beleid.

  • 11. Voorkom dat daklozen van gemeente naar gemeente worden gestuurd.

  • 12. Schaf de kostendelersnorm geheel af.

  • 13. Geef nieuwe dakloze mensen direct een briefadres.

  • 14. Geef gescheiden ouders met kinderen urgentie.

  • 15. Stop de flexibilisering van werk en woningen.

  • 16. Verbeter de zorg.

  • 17. Help 18–23-jarigen met een jeugdzorg-verleden.

  • 18. Zorg voor woonbescherming voor mensen die in een zorginstelling wonen.

  • 19. Voorkom dakloosheid, zorg voor bestaanszekerheid: verhoog het minimumloon en uitkeringen.

  • 20. Zet dakloosheid op de politieke agenda en breng de voortgang in beeld.

Voorstellen

1. Hoeveel dakloze mensen zijn er? Gebruik de juiste definitie!

Nederland wil dakloosheid voor 2030 uitbannen, maar dat kan alleen als we weten om hoeveel mensen het gaat. Dat is direct al een probleem. Er wordt met verschillende cijfers en definities gewerkt. Het is dus niet duidelijk hoeveel mensen er dakloos zijn en hoeveel mensen er dakloos dreigen te raken.

Het CBS telt alleen dakloze mensen die op straat, in een auto of in de opvang slapen en bekend zijn bij de overheid. Mensen die bij anderen op de bank slapen worden veelal niet meegeteld. Jongeren onder de 18 en ouderen boven de 65 worden door het CBS ook niet meegeteld in de statistieken. Ook mensen die ongedocumenteerd zijn, zijn niet in beeld. Dakloze vrouwen worden ondervertegenwoordigd in de statistieken, omdat ze minder vaak op straat slapen vanwege de gevaren.

Na 10 jaar waarin het aantal daklozen volgens het CBS verdubbeld is naar 39.000 mensen, meldden ze in 2021 een lichte daling naar 36.000.11 Opvangorganisaties spraken echter direct uit dat dit niet kon kloppen: zij zien juist een steeds hoger wordende druk op voorzieningen.12 Juist onder jongeren is er een grote toename.13 Eind 2022 concludeerde het Leger des Heils dat het aantal jongeren tussen 18 en 22 jaar in één jaar tijd met 50 procent was toegenomen.

Geograaf en onderzoeker Cody Hochstenbach schat het totaal aantal dakloze mensen en het aantal mensen dat dakloos dreigt te raken in de buurt van 100.000.14 Hij gebruikt hiervoor de zogenaamde ETHOS-definitie (European Typology of Homelessness and Housing Exclusion). Met deze definitie worden niet alleen mensen geteld die al dakloos zijn, maar ook mensen die binnen nu en een maand dakloos worden of dreigen uit hun huis te worden gezet, of mensen die een baan hebben maar ’s avonds ergens op een bank slapen.15

Het kabinet is voornemens de ETHOS-light-definitie te gaan gebruiken. Dit is een goede stap, maar de definitie mag niet alleen gebruikt worden om te monitoren op aantallen, maar moet ook ingezet worden om politieke keuzes te bepalen en verkeerde keuzes terug te draaien.

De indieners stellen voor:

  • Leg het gebruik van de juiste definitie om dakoosheid te meten (ETHOS-light) vast in wet- en regelgeving.

2. Zorg voor voldoende betaalbare sociale huurwoningen voor iedereen

Dit klinkt als een gigantische open deur. Dat is het ook. Tegelijk is het wel precies het probleem. Zonder voldoende woningen kan dakloosheid niet opgelost worden. En precies daarom dreigt het kabinet het doel, om dakloosheid voor 2030 uit te bannen, niet te halen. Zelfs als alle bouwplannen worden gerealiseerd, is er een structureel tekort. Daarnaast zijn er tekenen dat de plannen vertraging oplopen, met name bij de bouw van sociale huurwoningen.16 In meer dan een kwart van de gemeenten wachten mensen nu al langer dan zeven jaar op een sociale huurwoning.17 Volgens het laatste Woononderzoek (WoON 2021) bedraagt het aantal twintigers en dertigers dat geen sociale huurwoning kan vinden en nu nog thuis woont circa 110.000.18

De groep (dreigend) dak- of thuisloze jongeren in Nederland groeit het hardst, waaronder een groeiend aantal economisch dakloze jongeren. Duizenden jonge mensen in Nederland raken tussen wal en schip en bevinden zich in een kwetsbare en afhankelijke situatie.

Dakloze jongeren zijn voornamelijk aangewezen op sociale huurwoningen met een huur tot aan de kwaliteitskortingsgrens (thans € 452,20) en woningen met een huur tot aan de lage aftoppingsgrens (thans € 647,19). Maar het aantal sociale huurwoningen met een huurprijs tot de kwaliteitskortingsgrens neemt steeds verder af, onder meer door sloop. Van 2018 tot en met 2020 daalde het aantal sociale huurwoningen tot aan de kwaliteitskortingsgrens met 25.912 en tot aan de lage aftoppingsgrens met 26.939.19

In het woningbouwplan van het kabinet is aangekondigd om 250.000 sociale huurwoningen te bouwen tot en met 2030. Maar tegelijkertijd worden er 90.000 sociale huurwoningen verkocht tot en met 203020; ook worden 107.800 woningen gesloopt21 en naar alle waarschijnlijkheid worden er tienduizenden sociale huurwoningen geliberaliseerd (op basis van gegevens uit het verleden22).

Per saldo zijn er naar alle waarschijnlijkheid na 2030 minder sociale huurwoningen in het bezit van woningcorporaties dan in 2022 en nog steeds minder dan in 201323, terwijl de groep die op sociale huurwoningen aangewezen is, is gegroeid en nog steeds groeiende is.

Het kabinet wil gaan voor het «housing first»-principe; eerst dakloze mensen een woning geven en dan andere problemen aanpakken. Dat is een mooie ambitie, maar totaal niet serieus te nemen als er onvoldoende woningen zijn.

De indieners stellen voor:

  • Bouw 68.000 sociale huurwoningen extra om dakloosheid uit te bannen.

  • Stop met sloop, liberalisatie en verkoop van sociale huurwoningen wanneer dat leidt tot een daling van het totale aantal sociale huurwoningen in een gemeente.

  • Pak leegstand van woningen hard aan door het invoeren van een leegstandsboete.

  • Verplicht alle gemeenten om minimaal 35 procent sociale corporatievoorraad aan te houden.

3. Verbeter de toegang tot het recht en geef (dreigend) daklozen juridische steun

«Ons land kent verschillende belemmeringen voor toegang tot het recht voor (dreigend) dak- en thuisloze mensen. Denk bijvoorbeeld aan gebrekkige toegang tot echte onafhankelijke (en professionele) cliëntondersteuning. Door de bezuinigingen op rechtsbijstand staat de toegang tot het recht zwaar onder druk, vooral voor mensen in kwetsbare omstandigheden», aldus mensenrechtenexpert Jan de Vries.24 Andere landen hebben dit beter geregeld. In Canada is het recht op huisvesting erkend en afdwingbaar: de laagdrempelige Federal Housing Advocate behandelt claims van mensen die vinden dat dit recht wordt geschonden.

Zeker bij huisuitzettingen gaat het nu te vaak mis in Nederland. Op dit moment gaat het bij circa 80 procent van de huisuitzettingen bij corporaties om achterstallige huur.25 Bij het overgrote deel van de zittingen over huurachterstanden komt de huurder niet opdagen. Zo wordt vaak alleen de kant van de verhuurder gehoord en bijna altijd krijgt de eiser (verhuurder) dan de vordering toegewezen.26 Dit kan veranderen wanneer procesvertegenwoordiging verplicht wordt gesteld. Het garandeert rechtsbescherming en kan preventief werken. Het verlaagt immers de kans op dakloosheid. Het zorgt er ook voor dat de rechter een serieuze afweging van belangen maakt; de belangen van huurders worden hierdoor dus meegenomen.

Ook moet er aandacht komen voor bescherming van huurders tegen corporaties om zogenaamd vrijwillig de woning te verlaten. Deze zogenaamde vrijwilligheid gaat gepaard met het dreigen met juridische en onbetaalbare procedures, of het beloven van hulp als huurders zelf vertrekken. Deze mensen worden wel dakloos, maar worden niet meegeteld in de huisuitzettingen en vallen dus ook niet onder de rechtsbescherming.

De indieners stellen voor:

  • Verbeter de toegang tot het recht.

  • Maak het recht op huisvesting afdwingbaar; stel in navolging van Canada een woonrecht-advocaat (Housing Rights Advocate) in die individuele en collectieve claims van de schending van het woonrecht behandelt.

  • Zorg voor een laagdrempelige voorziening in de buurt waar mensen gratis kunnen binnenlopen voor sociaal-juridische vraagstukken en een gesprek kunnen voeren van mens tot mens in een vertrouwenwekkende omgeving (zoals een buurthuis of bibliotheek). De professional die hun verhaal aanhoort, kan de juiste hulp inschakelen. Een goed voorbeeld is het Huis voor het Recht in Heerlen, waar mensen eerste hulp krijgen bij sociaal-juridische vragen.

  • Verplicht procesvertegenwoordiging bij huisuitzettingszaken.

  • Elke centrumgemeente krijgt een straatadvocaat.

4. Verbied dakloosheid door huisuitzetting

Hoewel het kabinet wel zegt dat huisuitzettingen niet mogen leiden tot dakloosheid, is er nu geen wettelijke verplichting om voor een alternatief onderkomen te zorgen. Zo komen er nog steeds mensen en soms gezinnen op straat te staan. Ook hier zijn betrouwbare cijfers niet voorhanden, omdat niemand dit goed vastlegt. Ook de Nationale en Kinderombudsman zijn hier zeer kritisch op. Zij pleiten ervoor dat wanneer kinderen zijn betrokken bij een huisuitzetting, hun belangen voorop te stellen en gemeenten te verplichten voor alternatieve huisvesting te zorgen voor gezinnen. Wij sluiten ons hierbij aan. Het helemaal voorkomen van huisuitzettingen en het sluiten van woningen is helaas niet mogelijk. Wij pleiten voor het zoveel mogelijk voorkomen van huisuitzettingen. Wanneer voorkomen van een huisuitzetting niet mogelijk is, bijvoorbeeld bij een direct risico voor de buurt, willen we wettelijk vastleggen dat er een passend alternatief wordt aangeboden.

De indieners stellen voor:

  • Voorkom huisuitzetting zoveel mogelijk.

  • Verbied dakloosheid bij huisuitzetting en zorg dat een passend alternatief wordt aangeboden.

5. Voorkom dakloosheid: verbeter schuldhulpverlening

De huidige schuldhulpverlening leidt tot wrange situaties. Vooral jongeren zijn hiervan de dupe. Bij kleine schulden is er vaak geen toegang tot hulpverlening. Indieners zijn daarom voorstander van verbetering en de-commercialisering van de schuldhulp.

Een jongere zei hierover op de Wereld Daklozendag van 10 oktober 2022: «Het kan niet zo zijn dat wanneer je om hulp vraagt, dit geweigerd wordt. Het kan niet zo zijn dat er nu nog steeds mensen zijn zoals ik, met 300 euro schuld, die om hulp vragen maar dan te horen krijgen: «Kom maar terug als je 10.000 euro schuld hebt.» Met alle schaamte van dien kwam ik terug met 11.000 euro schuld en ja hoor: ik moest weer een andere regeling in. Er was geld bespaard als ik die eerste keer geholpen werd. [...] De stress die het met zich meebrengt, het stigma, maar ook de schaamte overweldigen me nog regelmatig. In mijzelf geloven durf ik nauwelijks, want ja, het kan zomaar zijn dat het morgen weer heel anders is.»

De indieners stellen voor:

  • Maak de schuldhulpverlening ook toegankelijk voor kleine schulden.

  • Neem maatregelen om het snel oplopen van kleine schulden te stoppen, bijvoorbeeld het hard laten oplopen van de kosten bij het missen van betalingen van de zorgpremie.

  • Geef als rijksoverheid het beste voorbeeld:

    • voer een human incassobeleid;

    • grijp vroeg in bij schulden;

    • werk samen met gemeenten en ga door met experimenten om schulden op te kopen;

    • neem de problematische schulden van jongeren over en zorg voor een plan van aanpak voor afbetaling samen met jongeren.

6. Voorkom dakloosheid: pak knellende regels aan

Nog steeds raken of blijven mensen dakloos door knellende regels en procedures. Een voorbeeld daarvan is het zogenaamde «passend toewijzen». Een beschikbare sociale huurwoning wordt nu soms niet toegewezen aan iemand die dakloos is of dreigt te raken vanwege regels rondom het «passend toewijzen». Deze regels zorgen ook voor onnodige bureaucratie. Opvanginstellingen moeten aantonen hoe hoog het inkomen van een dakloze persoon is, zodat hij/zij een woning toegewezen kan krijgen. Deze inkomenstoets zorgt voor onnodige problemen.

Een tweede voorbeeld is het werken met zwarte lijsten. Eenmaal op een zwarte lijst krijgen dakloze mensen geen of heel moeilijk een nieuwe woning. Deze zwarte lijsten belemmeren het recht op behoorlijke huisvesting. Indiener heeft dit eerder aan de orde gesteld via schriftelijke Kamervragen over een moeder die op de zwarte lijst werd gezet en daardoor geen woning meer kreeg. Zij trok samen met haar zoon van vakantiepark naar vakantiepark totdat het geld op was.27

De indieners stellen voor:

  • Laat het systeem van passend toewijzen los bij (dreigende) dakloosheid.

  • Schaf het werken met zwarte lijsten af.

7. Laat het zelfredzaamheidscriterium los

Mensen die dakloos zijn of dreigen te raken maar geen psychiatrische, verslavings- of gezondheidsproblemen hebben, krijgen nu geen toegang tot voorzieningen voor dakloze mensen. Zij worden gezien als zelfredzaam. Problemen moeten eerst verergeren voordat hulp geboden mag worden. Wij vinden vroegtijdig ingrijpen wel noodzakelijk.

De indieners stellen voor:

  • Laat het zelfredzaamheidscriterium los. Biedt iedereen in een vroeg stadium hulp. Voorkomen is beter dan genezen.

8. Zet ervaringsdeskundigen in

Juist jongeren en volwassenen die dakloos zijn of zijn geweest, hebben veel kennis over hoe je dakloosheid kunt voorkomen en verhelpen. Hun ervaringen kunnen zowel lokaal als landelijk helpen om het beleid te verbeteren.

Het Ministerie van Onderwijs kent subsidieregelingen en beurzen voor studenten en jongeren die actief zijn bij Politieke Jongerenorganisaties. Zij kunnen zich hierdoor verenigen, hulp bieden bij problemen en fungeren als stem naar politiek en media. Het is opvallend is dat de meest kwetsbare jongeren dit soort regelingen nauwelijks kennen.

De indieners stellen voor:

  • Laat jongeren en volwassenen met ervaring met (dreigende) dakloosheid het lokale en landelijke beleid mee bepalen.

  • Zorg voor een landelijke organisatie voor en door jongeren die dakloos zijn (geweest) met langjarige subsidie van het Ministerie van VWS en beurzen voor jongeren die een bestuursjaar doen.

9. Stop stigmatisering, criminalisering en discriminatie van dakloze mensen

In Nederland is het verboden te discrimineren op basis van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook. Maar er is geen expliciet verbod op discriminatie op basis van klasse. Hoewel dat onder de noemer «op welke grond dan ook» van de Grondwet hoort te vallen, zien we dat de praktijk anders is.

Dakloze mensen krijgen nu bijvoorbeeld boetes voor het buiten slapen of het slapen in een auto. Dakloze mensen worden opgescheept met boetes die ze niet kunnen betalen, waardoor ze nog verder in de problemen komen. Ook stigmatisering en criminalisering heeft een grote impact op dakloze mensen. Tijdens Wereld Daklozendag van 10 oktober 2022 verwoordde Femke dit heel treffend:

«Ik ben 271889134, oftewel Femke. Als dakloze heb je vaak het gevoel dat je een nummertje bent, en dat komt deels door stigmatisering. Stigma, dat ene woord dat zoveel teweegbrengt voor iedereen. Voor hen die veroordelen, voor hen die veroordeeld worden, maar ook voor hen die toekijken.»

Het is belangrijk om het stigma op dakloosheid te doorbreken, omdat dit stigma de aanpak van dakloosheid ondermijnt. Er wordt te snel aangenomen dat bijvoorbeeld jongeren zelf schuld hebben aan hun dakloosheid. Hierdoor worden zij niet serieus genomen en dit vermindert de noodzaak om in te grijpen. Voor destigmatisering is het nodig dat de stem van (dreigend) dakloze mensen niet alleen gehoord wordt, maar dat er ook naar gehandeld wordt.

De indieners stellen voor:

  • Neem de sociaal-economische positie van mensen op in de Algemene wet gelijke behandeling, zodat er een wettelijk verbod op het discrimineren op basis van klasse ontstaat.

  • Maak een einde aan stigmatiserende en criminaliserende wetgeving, bijvoorbeeld bedelverboden en het opleggen van onnodige boetes, zoals boetes voor buiten slapen of slapen in de auto.

10. Maak mensenrechten leidend bij nieuw beleid

De Nationale en Kinderombudsman concluderen dat Nederland wel internationale verdragen tekent, maar dat die vervolgens onvoldoende worden overgenomen in regelgeving en beleid.28 Nederland toetst nu nieuwe wetten en beleid wel op klassieke grondrechten maar nauwelijks op sociale grondrechten. De ombudsmannen noemen dit onwenselijk en wijzen erop dat deze vrijblijvendheid kan leiden tot willekeur, ongelijkheid en uitsluiting.

De indiener stellen voor:

  • Voer een mensen- en kinderrechtentoets uit voor nieuw beleid en wetgeving en kijk daarbij naar de impact van beleid en wetgeving op sociale grondrechten.

11. Voorkom dat daklozen van gemeente naar gemeente worden gestuurd

Veel gemeenten hebben een te laag percentage sociale huurwoningen. Ook doen te veel gemeenten te weinig om (dreigend) daklozen mensen een huis te bieden of te laten behouden. Alle gemeenten zijn nu wel verplicht een aandeel statushouders te huisvesten, maar voor andere aandachtsgroepen, waaronder daklozen, bestaat een dergelijke verplichting niet zo direct. Zonder recht op huisvesting kunnen we dakloosheid niet uitbannen.

De indieners stellen voor:

  • Elke gemeente moet haar rechtvaardige deel doen. Maak de verdeling van de aandachtsgroepen afdwingbaar.

12. Schaf de kostendelersnorm geheel af

De kostendelersnorm zorgt ervoor dat samenwonen voor sommige mensen ouder dan 27 jaar financieel minder aantrekkelijk wordt. Wanneer meerdere volwassenen in één huis wonen, gaat de overheid ervan uit dat ze kosten delen en worden de uitkeringen van de samenlevers verlaagd. Deze regeling maakt dat het huisvesten van iemand die anders dakloos zou zijn, ingewikkeld is.

De indieners stellen voor:

  • Schaf de kostendelersnorm geheel af.

13. Geef nieuwe dakloze mensen direct een briefadres

Een briefadres geeft dakloze mensen een ingang tot een uitkering en een zorgverzekering, en kan daarmee de eerste stap in de richting van herstel zijn. Maar op dit moment duurt het vaak lang voordat iemand zo’n briefadres krijgt. Waar dit toe kan leiden blijkt uit het verhaal van Kelly tijdens haar toespraak op Wereld Daklozendag van 10 oktober 2022.

«Waar ik in Duitsland bij mijn eerste gesprek direct een briefadres kreeg, moest ik in Nederland allerlei formulieren invullen met tientallen indringende vragen zoals onder welk bosje in welke straat ik sliep en waar ik mijn tandenborstel bewaarde, en ik moest twee maanden wachten tot ik uitslag kreeg. Mijn begeleider zei dat ik waarschijnlijk wel recht zou hebben op een Wajong-uitkering, maar dat dat proces maanden zou duren en dat ik dan mijn uitkering met terugwerkende kracht moest terugbetalen. Dus die vroegen we dan maar helemaal niet aan. Voor een bijstandsuitkering gold toen een wachttijd van een maand, dus ook daar kon ik weken op wachten. Het duurde uiteindelijk een half jaar voor ik weer een zorgverzekering had en natuurlijk moest ik die met terugwerkende kracht terugbetalen. Hoewel ik in al die tijd nooit naar de dokter had gekund en geen medicatie heb gekregen.»

De indieners stellen voor:

  • Zorg dat alle dakloze mensen binnen drie dagen na aanvraag een briefadres krijgen. Help hen daar actief bij.

14. Geef gescheiden ouders met kinderen urgentie

Er is één steeds groter wordende groep mensen die met dakloosheid bedreigd wordt en dat zijn de mensen die scheiden. Dit geeft vaak grote spanningen in huis, zeker als er kinderen aanwezig zijn.

In het tv-programma Pointer spreekt het voorbeeld van Anke, moeder van vier kinderen, boekdelen. De twee jongste dochters wonen met Anke in een vakantiehuis, waar ze in april uit moet, omdat dan het toeristenseizoen begint. Daarom is ze al maanden hard op zoek naar een sociale huurwoning, maar de wachtlijsten zijn lang, zodat ze nergens voor in aanmerking lijkt te komen. Een urgentieverklaring van de gemeente krijgt ze niet: «Ze vinden dat ik niet voldoe aan de voorwaarden, ondanks dat ik dakloos dreig te worden. Ze hebben zelfs gezegd: «Klop maar aan bij de daklozenopvang.» Ik was daar echt stil van. Hoe kun je dat zeggen?»29

De indieners stellen voor:

  • Geef gescheiden ouders met kinderen een urgentieverklaring voor een sociale huurwoning in de omgeving waar de kinderen zijn opgegroeid.

15. Stop de flexibilisering van werk en woningen

Het is cruciaal om te erkennen dat het gebrek aan bestaanszekerheid een oorzaak is van dakloosheid.30 Grote groepen mensen hebben één of meerdere flexibele arbeidscontracten. Het makkelijk kunnen verliezen van werk geeft een grotere kans op dakloosheid. Daar komt bij dat sinds 2016 steeds meer mensen ook een tijdelijk huurcontract hebben. Hoewel zowel de Tweede als Eerste Kamer recent heeft ingestemd met wetgeving om vaste huurcontracten weer de norm te laten zijn, blijven uitzonderingen mogelijk. Zo worden groepen (waaronder studenten, urgent woningzoekenden, jongeren en gehandicapten) uitgezonderd van de wet.31 Deze precaire woonsituatie maakt de kans op dakloosheid groter. Bovendien zorgen tijdelijke huurcontracten ervoor dat de huur hard kan stijgen.

Specifieke aandacht verdient de groep arbeidsmigranten. In grote steden is bijna de helft van de dak- en thuislozen voormalig arbeidsmigrant. Die groep bestaat uit tenminste 6.000 mensen, veel meer dan altijd werd becijferd. Zodra ze hun baan kwijtraken, verliezen ze vaak ook snel hun woning. Michael, medewerker van De Regenboog (een dagopvang voor arbeidsmigranten), zegt hierover: «Eigenlijk zijn het wegwerp-arbeidskrachten. Als de productie niet doorloopt, als iemand ziek wordt, als iemand te moeilijk is, dan zijn ze eigenlijk gelijk hun baan kwijt.»32

De indieners stellen voor:

  • Nul-urencontracten en oproepcontracten moeten worden verboden. Werkgevers moeten 85 procent van de mensen rechtstreeks in dienst hebben (niet via een uitzendbureau en ook niet als zzp’er). Werkgevers moeten zelf weer werkgeversverantwoordelijkheid dragen.

  • De overheid moet het goede voorbeeld geven door zelf mensen in vaste dienst te nemen in plaats van diensten uit te besteden.

  • Malafide uitzendbureaus, waaronder de uitzendbureaus die zich richten op arbeidsmigranten, moeten hard aangepakt worden.

  • Maak van vaste huurcontracten de norm; kwetsbare groepen zoals jongeren, studenten en gehandicapten mogen daarvan niet uitgesloten worden.

  • Om dakloosheid bij arbeidsmigranten te voorkomen, wordt de beschikbaarheid van goede huisvesting een bindende voorwaarde voor het verlenen van vergunningen aan werkgevers om migranten te werk te stellen.

16. Verbeter de zorg

In 2021 promoveerde straatdokter Marcel Slockers op het lot van dak- en thuislozen.33 Uit zijn onderzoek blijkt dat daklozen in Rotterdam drieënhalf keer meer kans hebben op vroegtijdig overlijden dan andere inwoners van deze stad. Hij hekelt het politieke besluit uit 2015 om daklozen uit de zorgverzekering te zetten: «Ik vind dat de overheid, of het Ministerie van VWS, een morele schuld heeft aan iedereen die sinds 2015 uit de verzekering is gezet. Er zijn veel overeenkomsten met de toeslagenaffaire, maar de onverzekerdenaffaire is nog niet onderkend.»

De verenigde straatdokters constateren dat dakloze mensen buitengesloten worden in het reguliere zorgsysteem; ook ervaren deze mensen vaak een hoge drempel bij het vragen naar zorg. Indieners willen dat de zorg aan daklozen wordt verbeterd.34

Voorts vinden wij dat goede zorg kan bijdragen aan het voorkomen van dakloosheid. Wachtlijsten voor de zorg, met name de GGZ, veroorzaken dat zorg soms te laat komt, waardoor mensen dakloos kunnen raken.

De indieners stellen voor:

  • Zorg dat alle daklozen zorg krijgen. Neem hen weer op in de zorgverzekering (mede door het snel verstrekken van een briefadres).

  • Investeer in een netwerk van straatdokters en -tandartsen en ondersteun deze zorgverleners.

  • Dring de wachtlijsten in de GGZ terug. Voor complexe GGZ-behandelingen worden landelijke centra opgericht en wordt het aantal crisisplekken uitgebreid.

  • Stel de belangen van jongeren in de jeugdzorg centraal en verbeter de kwaliteit van de jeugdzorg.

17. Help 18–23-jarigen met een jeugdzorg-verleden

Zo’n 60 procent van de dakloze jongeren heeft een verleden in de jeugdzorg.35 Dit is niet zo raar. Jeugdzorg en GGZ zijn heel andere stelsels: jeugdzorg valt onder de gemeenten, maar de GGZ valt onder de Zorgverzekeringswet. Dit leidt ertoe dat veel jongeren op hun 18e verjaardag hun vertrouwde hulpverleners of zelfs hun woonplek kwijtraken.

Verlengde jeugdhulp is mogelijk, maar of dit wordt toegekend hangt af van de gemeente waarin een jongere woont. Veel gemeenten die al met forse financiële problemen kampen, wijzen de verlengde jeugdhulp vaak af. Vaak komen de jongeren opnieuw op een wachtlijst, omdat ook voor GGZ-behandelingen en beschermd of begeleid wonen vaak lange wachtlijsten zijn. Indieners vinden dat het niet van de gemeente afhankelijk mag zijn of een jongere verlengde jeugdhulp krijgt; dit moet standaard worden toegewezen. Een initiatiefwetsvoorstel hiervoor is in de maak.

De indieners stellen voor:

  • Zorg dat een aanvraag voor verlengde jeugdhulp altijd wordt toegekend als de jongere in kwestie dat wil.

  • Zorg dat bij jongeren die uitstromen uit de jeugdzorg altijd wordt voldaan aan de «Big 5»: wonen, een netwerk, werk of onderwijs, inkomen en welzijn.

18. Zorg voor woonbescherming voor mensen die in een zorginstelling wonen

Wonen en zorg zijn vaak aan elkaar gekoppeld. Denk aan ouderen of mensen met een beperking die op een plek wonen waar ze ook zorg krijgen. Wanneer het contract van de zorgaanbieder niet wordt verlengd of de zorgaanbieder de keuze maakt om het vastgoed te verkopen, wordt niet altijd nagedacht over de gevolgen voor de bewoners. Wanneer bijvoorbeeld mensen met een beperking hun vertrouwde woonomgeving moeten verlaten, kan dat grote gevolgen hebben voor hun welzijn. Bovendien zijn dit vaak al mensen die minder zelfredzaam zijn en niet altijd goed voor zichzelf kunnen opkomen. Cliëntenraden waar soms ook hun wettelijke vertegenwoordigers aan deelnemen, worden niet altijd goed meegenomen in het proces. Dit is een scheve situatie: juist voor de meest kwetsbare mensen zijn de rechten, als het gaat om wonen, het minst goed georganiseerd.

De indieners stellen voor:

  • Versterk het recht van cliëntenraden in het hele proces, vanaf het begin. Zorg dat bewoners en hun wettelijke vertegenwoordigers kunnen meedenken over alternatieven als verhuizen noodzakelijk is.

  • Introduceer woonbescherming, waarbij een aanbieder moet aantonen dat de verkoop van vastgoed noodzakelijk is en er voor alle bewoners een passende vervolgplek is, voordat begonnen mag worden met het traject van verkoop.

  • Zorg dat bij nieuwe aanbieders zoveel mogelijk in de overeenkomst wordt opgenomen dat bewoners op de vertrouwde plek mogen blijven wonen en hulpverleners hun baan kunnen houden.

19. Voorkom dakloosheid, zorg voor bestaanszekerheid: verhoog het minimumloon en uitkeringen

Een zeker bestaan voorkomt en verhelpt dakloosheid. Ook dat is een open deur. Tegelijk is ook bestaanszekerheid niet gegarandeerd. Wanneer mensen te weinig inkomsten hebben om rond te kunnen komen, ligt dakloosheid altijd op de loer. Jarenlange politieke prioritering van bestaanszekerheid voor iedereen is een absolute noodzaak om dakloosheid te voorkomen en te verhelpen. Niet alle voorstellen die de indienende partijen hiervoor doen, passen binnen de scope van een initiatiefnota. De meest cruciale voorstellen voor deze groep nemen we hier op.

Indieners stellen voor:

  • Verhoog het wettelijk minimumloon naar 16 euro.

  • Laat AOW-uitkering, de Wajong, de WIA en het sociaal minimum (bijstand) automatisch meestijgen.

  • Schaf het jeugdloon af.

  • Ken sneller een inkomen toe; schaf de wachttijd bij de aanvraag van de bijstand af evenals de verplichte zoektermijn in de Participatiewet.

  • Kort de bijzondere bijstand van jongeren die in kwetsbare situaties zitten niet.

  • Voor jongeren met een beperking of psychische klachten moet studeren in deeltijd financieel en praktisch mogelijk gemaakt worden.

  • Bij de toekenning van de aanvullende beurs in het kader van de studiefinanciering dient er, net als bij de hoogte van de bijzondere bijstand, rekening te worden gehouden met jongeren die niet op hun ouder(s) kunnen terugvallen.

20. Zet dakloosheid op de politieke agenda en breng de voortgang in beeld

In ambitie kun je niet wonen. Het is mooi dat er ambities zijn om daklooshied uit te bannen. Maar als je niet meet of dat lukt, als je geen duidelijke doelen hebt en als het niet keer op keer op de politieke agenda staat, dan weet je niet of je je doelen haalt en kun je ook niet bijsturen als je ze niet dreigt te halen.

Indieners stellen voor:

  • Stel concrete meetbare doelen vast, toets lokaal en landelijk of deze worden gehaald. Kom jaarlijks met een voortgangsrapportage en een voortgangsdebat in de Tweede Kamer.

Financiële paragraaf-Initiatiefnota dakloosheid

Veel van de voorstellen die we doen sluiten naadloos aan op de principes die zijn gekozen in het Nationaal Actieplan Dakloosheid van het kabinet. Onze voorstellen brengen, voor nu, behoorlijke kosten met zich mee, die wij hieronder specificeren. Vooraf merken we echter op dat zonder deze kosten te maken, het kabinetsdoel om dakloosheid in 2030 uit te bannen nooit behaald zal worden. In de kabinetsnota is «huisvesting is een mensenrecht» bijvoorbeeld benoemd als één van de leidende principes. Dit kan nooit worden waargemaakt wanneer er een tekort aan woningen blijft bestaan.

Onze voorstellen kosten geld. Uit meerdere onderzoeken blijkt echter dat niets doen duurder is. Een dakloze jongere kost bijvoorbeeld tussen de € 36.000 en € 100.000 per jaar berekende onderzoeksbureau Drift.36 Die kosten worden gemaakt voor zorg, politie en justitie. Onderzoeker Cody Hochstenbach (UvA) gaat voor alle dakloze uit van een bedragen van rond de € 100.000 per jaar.37

Ook zijn er studies gedaan wat de baten zijn wanneer geïnvesteerd wordt in het aanpakken van dakloosheid. In 2022 liet het Ministerie van VWS dit onderzoeken door Cabeon, Impuls en Xpertise zorg.38 Housing First zou per persoon € 40.700 besparen volgens dit onderzoek. Elke geïnvesteerde euro zou zich tot twee keer toe uitbetalen. Een betere kwaliteit van leven, een sterker netwerk, minder beroep op zorg, arbeidsparticipatie en het voorkomen van maatschappelijk afglijden.

Van een groot deel van de voorstellen die we in deze nota doen zijn de kosten beperkt. Dat gaat om voorstellen 1, 4, 6, 9, 10, 13 en 20. Een deel van onze voorstellen brengen kosten met zich mee die (deels) liggen op het terrein van gemeenten. Dat gaat om voorstellen 5, 7, 8, 11, 14, 18. Voor de uitvoering van het Nationaal Actieplan Dakloosheid is vanaf 2024 € 55 structureel toegekend aan 43 gemeenten. € 7 miljoen is verdeeld over 6 gemeenten voor de opvang van dakloze EU-burgers. Indieners verzoeken het kabinet te bezien of deze structurele financiering voldoende is om de gestelde doelen te behalen. Ook krijgen zij graag meer inzicht in de besteding ervan. De grootste kosten uit de initiatiefnota komen voort uit het investeringen in het zorgen voor huisvesting (2, 12), het vergroten van de bestaanszekerheid (19) en het verbeteren van de zorg en jeugdzorg (16, 17). Deels zijn deze kosten lastig te berekenen, zeker op het terrein van de GGZ en zijn afhankelijk van de wijze waarop de voorstellen worden overgenomen en ingevuld.

Maatregel

Geschatte investeringen

1 Hoeveel dakloze mensen zijn er? Gebruik de juiste definitie!

Beperkt

2 Zorg voor voldoende betaalbare sociale huurwoningen voor iedereen

€ 0,5 miljard1

3 Verbeter de toegang tot het recht en geef (dreigend) dakloze mensen juridische steun

€ 6,5 miljoen2

4 Verbied dakloosheid door huisuitzetting

Beperkt

5 Voorkom dakloosheid: verbeter schuldhulpverlening

Evt. verhogen budget gemeenten

6 Voorkom dakloosheid: pak knellende regels aan

Beperkt

7 Laat het zelfredzaamheidscriterium los

Evt. verhogen budget gemeenten

8 Zet ervaringsdeskundigen in

€ 300.0003

9 Stop stigmatisering, criminalisering en discriminatie van dakloze mensen

Beperkt

10 Maak mensenrechten leidend bij nieuw beleid

Beperkt

11 Voorkom dat daklozen van gemeente naar gemeente worden gestuurd

Evt. verhogen budget gemeenten

12 Schaf de kostendelersnorm geheel af

€ 300 miljoen4

13 Geef nieuwe dakloze mensen direct een briefadres

Beperkt

14 Geef gescheiden ouders met kinderen urgentie

Evt. verhogen budget gemeenten

15 Stop de flexibilisering van werk en woningen

P.M.

16 Verbeter de zorg

P.M.

17 Help 18–23-jarigen met een jeugdzorg-verleden

€ 0,2 miljard5

18 Zorg voor woonbescherming voor mensen die in een zorginstelling wonen

Evt. verhogen budget gemeenten

19 Voorkom dakloosheid, zorg voor bestaanszekerheid: verhoog het minimumloon en uitkeringen

€ 13,3 miljard6

20 Zet dakloosheid op de politieke agenda en breng de voortgang in beeld

Beperkt

X Noot
1

O.b.v. cijfers regeling huisvesting aandachtsgroepen, Regeling huisvesting aandachtsgroepen | Home | Volkshuisvesting Nederland

X Noot
2

Cijfers stichting KernKracht, 1 straatadvocaat kost jaarlijks € 65.000

X Noot
3

O.b.v. subsidie voor ISO en LSVb in begroting OCW, VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Rijksbegroting 2024 | Begroting | Rijksoverheid.nl

X Noot
4

CPB keuzes in kaart, https://www.cpb.nl/keuzes-in-kaart-2025-2028

X Noot
5

CPB keuzes in kaart

X Noot
6

12,6 miljard voor verhogen minimumloon naar € 16 en het mee lasten stijgen van uitkeringen, waarvan de helft weer terugkomst in de vorm van inkomstenbelasting en BTW, afschaffen van het jeugdloon ca. € 400 miljoen, overige voorstellen ca € 100–300 miljoen o.b.v. initiatiefwet van Kent en CPB keuzes in kaart, https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/wetsvoorstellen/detail?cfg=wetsvoorsteldetails&qry=wetsvoorstel%3A35636 (kamerstuk 35 636).

Dankwoord

De indieners zijn een groot aantal mensen dank verschuldigd bij het maken van deze nota.

Wij danken: Jan de Vries (mensenrechtenexpert), Cody Hochstenbach (assistant-professor Urban Geography aan de Universiteit van Amsterdam), Rina Beers (senior beleidsmedewerker Vereniging Valente) Judith Fischer (namens zeven belangenorganisaties voor dak- en thuisloze jongeren: Jongerenpanel De Derde Kamer; Basisberaad, Rotterdam; Don Bosco Straatvisie, Amsterdam; KernKracht Midden-Holland; Don Bosco U2BHeard, Utrecht; Housing First Nederland; Straatconsulaat, Den Haag), Freek Spinnewijn (FEANTSA), Peter de Graaf (oprichter Stichting Noah), Willem van Sermondt (Programmaleider Kansfonds), Bob Witjes (Senior Belangenbehartiger Woningmarkt en Betaalbaarheid) en Pieter van Hulten (Woningmarkt en regionale opgave, beide van Aedes vereniging van woningcorporaties), Max Huber (senior onderzoeker bij HVO-Querido), Lia van Doorn (lector Hogeschool Utrecht), Maarten Davelaar (zelfstandig onderzoeker en tevens verbonden aan de Hogeschool Utrecht), NVVK branchevereniging voor schuldhulp en financiële dienstverlening, Catelijne Akkermans en Marc Reekers (beide Stichting Eropaf!), Sander Egas (De Regenboog Groep), Arjan de Jong (Bestuursadviseur CBS), Ashadevie Ramdat (ervaringsdeskundige), Joy Falkena (Straatconsulaat, Den Haag), Melanie Schmit (Housing First Nederland), Joris de Savornin Lohman (ervaringsdeskundige); de jongeren die wij spraken tijdens de Wereld Daklozendag, met speciale dank aan Vaish, Kelly en Femke; de fracties en medewerkers van SP en GroenLinks-PvdA die meelazen en met voorstellen kwamen.

Onze grootste dank gaat uit naar Mustapha Eaisaouiyen. Hij schreef de eerste versies van deze notitie. Nederland kent maar weinig mensen die zich zo vol inzetten voor een rechtvaardig woonbeleid als Mustapha. Onze grote dank!

Een deel van de mensen die wij hebben gesproken heeft aangegeven anoniem te willen blijven. Vanzelfsprekend respecteren wij dat. Mochten zij dit lezen: we zijn je dank verschuldigd!

Opstellers: Mustapha Eaisaouiyen, Sandra Beckerman, Lisa Westerveld

Beckerman Westerveld


X Noot
14

Boek «Uitgewoond», Auteur Cody Hochstenbach 10 februari 2022

X Noot
24

O.a. College voor de Rechten van de Mens, Toegang tot recht: Jaarlijkse Rapportage Mensenrechten in Nederland 2018.

Naar boven