Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | 36613-XIV nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | 36613-XIV nr. 2 |
Wetsartikelen 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2024 wijzigingen aan te brengen in:
de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur;
de begrotingsstaat inzake het agentschap NVWA van dit ministerie;
de begrotingsstaat voor het Diergezondheidsfonds
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen |
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) |
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
---|---|---|
< 50 |
1 |
2 |
=> 50 en < 200 |
2 |
4 |
=> 200 < 1.000 |
5 |
10 |
=> 1.000 |
10 |
20 |
Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties
artikel |
2024 |
|
---|---|---|
Vastgestelde begroting 2024 (incl. NvW, moties, amendementen) |
3.999.161 |
|
Stand 1e suppletoire begroting 2024 (incl. NvW, moties en amendementen) |
4.492.964 |
|
Belangrijkste suppletoire mutaties september |
||
Kasschuif Maatregel Gerichte Beëindiging (MGB) |
21 |
– 110.417 |
Kasschuif middelen WEcR 1 en WEcR2 |
22 |
231.155 |
Kasschuif Nationale Grondbank |
22 |
– 100.000 |
Terugboeking onderuitputting WEcR middelen |
22 |
– 78.020 |
Kasschuif PAS-melders |
22 |
– 50.000 |
Ophoging SNL vergoeding |
22 |
– 20.204 |
Bijdrage provinciefonds ANLb |
22 |
– 20.372 |
Overige mutaties |
40.306 |
|
Stand suppletoire begroting september |
4.385.412 |
Toelichting
Kasschuif Maatregel Gerichte Beëindiging (MGB)
De middelen voor spoor 1 van de Maatregel Gerichte Beëindiging (MGB) worden van 2024 doorgeschoven naar 2025. Deze middelen worden in 2025 middels een SPUK aan de provincies verstrekt ten behoeve van gebiedsgerichte opkoop van veehouderijen.
Kasschuif middelen WEcR1 en WEcR2
De provincies hebben aangegeven een aantal maatregelpakketten WECR 1 en WECR 2 al in 2024 op te willen gaan starten in plaats van in 2025. De benodigde middelen worden vanuit 2025 naar 2024 geschoven.
Kasschuif Nationale Grondbank
Door vertragingen in de uitvoering worden aankopen van de Nationale Grondbank die geraamd waren in 2024 pas in 2025 en 2026 afgerond. Het aankoopbudget wordt herverdeeld op basis van de nieuwe raming.
Terugboeking onderuitputting WEcR middelen
Na afloop van de toetsing en de besluitvorming over de provinciale maatregelpakketten is het overgebleven budget (€ 78,0 mln.) teruggeboekt naar de Aanvullende Post van het Ministerie van Financiën.
Kasschuif PAS-melders
Voor de legalisatie van PAS-melders hebben de provincies aangegeven een gedeelte van de legalisatiemaatregelen pas volgend jaar te kunnen gaan starten. Om die reden wordt € 50 mln. van 2024 naar 2025 doorgeschoven.
Bijdrage provinciefonds ANLb
Bij amendement van het lid Grinwis c.s. (kamerstuk 36410 XIV nr. 15) wordt € 20,4 mln. extra ingezet voor het agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb). Deze middelen worden toegevoegd aan het provinciefonds en door middel van een vastgestelde verdeelsleutel verdeeld.
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1) |
Mutaties Suppletoire begroting september (2) |
Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2) |
||
---|---|---|---|---|
Art. |
Verplichtingen |
3.668.264 |
– 233.470 |
3.434.794 |
Uitgaven |
1.290.235 |
– 167.871 |
1.122.364 |
|
21.0 |
Land- en tuinbouw |
1.290.235 |
– 167.871 |
1.122.364 |
Subsidies (regelingen) |
1.064.279 |
– 47.646 |
1.016.633 |
|
Sociaal economische positie boeren |
115.532 |
47.863 |
163.395 |
|
Duurzame veehouderij |
710.796 |
– 51.523 |
659.273 |
|
Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen |
117.040 |
– 39.868 |
77.172 |
|
Mestbeleid |
107.149 |
– 3.827 |
103.322 |
|
Diergezondheid en dierenwelzijn |
4.508 |
12 |
4.520 |
|
Voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking |
1.586 |
– 400 |
1.186 |
|
Integraal voedselbeleid |
7.668 |
97 |
7.765 |
|
Leningen |
24.500 |
0 |
24.500 |
|
Lening Investeringsfonds Duurzame Landbouw |
24.500 |
0 |
24.500 |
|
Garanties |
1.805 |
0 |
1.805 |
|
Verliesdeclaraties borgstellingsfaciliteit |
1.805 |
0 |
1.805 |
|
Opdrachten |
36.400 |
– 5.643 |
30.757 |
|
Sociaal economische positie boeren |
4.538 |
– 349 |
4.189 |
|
Duurzame veehouderij |
4.372 |
– 2.728 |
1.644 |
|
Mestbeleid |
3.502 |
– 2.950 |
552 |
|
Diergezondheid en dierenwelzijn |
18.886 |
– 145 |
18.741 |
|
Voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking |
3.276 |
529 |
3.805 |
|
Integraal voedselbeleid |
1.826 |
0 |
1.826 |
|
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
15.652 |
1.598 |
17.250 |
|
College toelating gewasbeschermingsmiddelen en biociden |
1.866 |
1.846 |
3.712 |
|
Centrale Commissie Dierproeven |
2.470 |
32 |
2.502 |
|
Medebewind/voormalige productschappen |
687 |
0 |
687 |
|
Raad voor de Plantenrassen |
1.492 |
19 |
1.511 |
|
Keuringsdiensten |
9.137 |
– 299 |
8.838 |
|
Bijdrage aan medeoverheden |
116.338 |
– 116.338 |
0 |
|
Specifieke uitkeringen |
116.338 |
– 116.338 |
0 |
|
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties |
11.333 |
0 |
11.333 |
|
FAO en overige contributies |
11.333 |
0 |
11.333 |
|
Storting/onttrekking begrotingsreserve |
7.555 |
0 |
7.555 |
|
Storting begrotingsreserve landbouw |
1.428 |
0 |
1.428 |
|
Storting begrotingsreserve apurement |
2.500 |
0 |
2.500 |
|
Storting begrotingsreserve borgstelling |
3.627 |
0 |
3.627 |
|
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken |
12.373 |
158 |
12.531 |
|
Diergezondheidsfonds |
12.373 |
158 |
12.531 |
|
Ontvangsten |
96.408 |
1.992 |
98.400 |
Toelichting
Subsidies (regelingen)
Sociaal economische positie boeren
Het subsidiebudget neemt in 2024 met € 47,9 mln. toe. Deze toename wordt voornamelijk verklaard door een schuif van € 46,5 mln. van het kasbudget van de Eco-regeling uit 2025 naar 2024. Dit houdt verband met het amendement van het lid Flach (SGP) van 31 januari 2024 over extra middelen voor de Eco-regeling binnen het Nationaal Strategisch Plan (NSP). De uitbetaling van deze extra middelen voor 2024 zal in het vierde kwartaal van 2024 plaatsvinden in plaats van in 2025.
Duurzame veehouderij
Het subsidiebudget neemt in 2024 met € 51,5 mln. af. Dit wordt met name veroorzaakt door het doorschuiven van middelen voor de subsidie brongerichte verduurzaming stal- en managementmaatregelen (Sbv) (€ 31,9 mln.) en de Landelijke verplaatsingsregeling veehouderijen met piekbelasting (LVVP) (€ 19,7 mln.). Deze regelingen zijn in voorbereiding en worden opengesteld, waarbij daadwerkelijke uitbetaling in latere jaren plaatsvindt.
Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen
Het subsidiebudget neemt in 2024 met € 39,9 mln. af. De voornaamste oorzaak hiervan is het doorschuiven van middelen voor de Subsidie warmte-infrastructuur glastuinbouw (SWiG) (€ 16,6 mln.). Op de eerste openstelling van 2024 werd minder budget uitgegeven dan beschikbaar was. De regeling wordt nu geëvalueerd en later een tweede keer opengesteld, waardoor uitbetaling in latere jaren plaatsvindt. Voor het vergroten van de afzetmarkt voor biologische landbouw wordt € 14,0 mln. naar latere jaren doorgeschoven. Dit betreft een technische bijstelling om het budget gelijk te stellen aan de actuele raming. Het overige deel wordt met name veroorzaakt door overboekingen naar andere delen van de LVVN-begroting en het schuiven van middelen naar latere jaren op diverse kleinere budgetten.
Bijdrage aan medeoverheden
Specifieke uitkeringen
De specifieke uitkeringen nemen met € 116,3 mln. af. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een kasschuif voor de Maatregel Gerichte Beëindiging veehouderijlocaties van € 110,4 mln. De middelen zullen in 2025 middels een SPUK aan de provincies verstrekt worden. De provincies maken een eigen regeling op basis van de MGB en stellen veehouderijondernemingen in de gelegenheid om één of meer veehouderijlocaties geheel of gedeeltelijk te beëindigen. Het gaat om locaties in de nabijheid van kwetsbare natuur. Deze regeling draagt bij aan de doelen voor stikstof, water, milieu en natuur.
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1) |
Mutaties Suppletoire begroting september (2) |
Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2) |
||
---|---|---|---|---|
Art. |
Ontvangsten |
96.408 |
1.992 |
98.400 |
21.0 |
Land- en tuinbouw |
96.408 |
1.992 |
98.400 |
Ontvangsten |
96.408 |
1.992 |
98.400 |
|
Sociaal economische positie boeren |
245 |
0 |
245 |
|
Agroketens |
2.013 |
0 |
2.013 |
|
Mestbeleid |
7.209 |
0 |
7.209 |
|
Garanties |
1.800 |
0 |
1.800 |
|
Weerbare planten en teeltsystemen |
1.428 |
0 |
1.428 |
|
Diergezondheid en dierenwelzijn |
11.600 |
0 |
11.600 |
|
Voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking |
5.413 |
1.102 |
6.515 |
|
Onttrekkingen begrotingsreserves |
64.200 |
890 |
65.090 |
|
ZBO's/RWT's |
2.500 |
0 |
2.500 |
Ontvangsten
Conform de staffel in de leeswijzer zijn er geen ontvangstenmutaties om toe te lichten.
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1) |
Mutaties Suppletoire begroting september (2) |
Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2) |
||
---|---|---|---|---|
Art. |
Verplichtingen |
3.879.987 |
– 80.361 |
3.799.626 |
Uitgaven |
1.872.144 |
75.799 |
1.947.943 |
|
22.0 |
Natuur, visserij en gebiedsgericht werken |
1.872.144 |
75.799 |
1.947.943 |
Subsidies (regelingen) |
98.236 |
11.304 |
109.540 |
|
Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit |
9.092 |
2.609 |
11.701 |
|
Natuur en Biodiversiteit op land |
39.848 |
12.222 |
52.070 |
|
Beheer Kroondomeinen |
803 |
– 40 |
763 |
|
Duurzame visserij |
37.264 |
– 4.066 |
33.198 |
|
Overige stelsel activiteiten |
7.329 |
579 |
7.908 |
|
Natuur en Biodiversiteit Grote Wateren |
3.900 |
0 |
3.900 |
|
Leningen |
22.145 |
4.200 |
26.345 |
|
Leningen rente en aflossing |
22.145 |
4.200 |
26.345 |
|
(Schade)vergoeding |
500 |
1.400 |
1.900 |
|
Vermaatschappelijking natuur en biodiversiteit |
500 |
1.400 |
1.900 |
|
Opdrachten |
192.899 |
– 103.898 |
89.001 |
|
Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit |
11.789 |
– 2.914 |
8.875 |
|
Natuur en Biodiversiteit op land |
94.853 |
– 43.048 |
51.805 |
|
Natuur en Biodiversiteit Grote Wateren |
43.315 |
– 29.276 |
14.039 |
|
Duurzame visserij |
34.142 |
– 27.446 |
6.696 |
|
Internationale Samenwerking |
3.027 |
– 352 |
2.675 |
|
Klimaatimpuls Natuur en Biodiversiteit |
5.773 |
– 862 |
4.911 |
|
Bijdrage aan agentschappen |
110.461 |
– 94.351 |
16.110 |
|
Rijkswaterstaat |
13.949 |
440 |
14.389 |
|
Rijksvastgoedbedrijf |
96.421 |
– 94.791 |
1.630 |
|
Overige agentschappen |
91 |
0 |
91 |
|
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
31.079 |
1.703 |
32.782 |
|
Staatsbosbeheer |
30.987 |
1.642 |
32.629 |
|
Overige ZBO's |
92 |
61 |
153 |
|
Bijdrage aan medeoverheden |
1.393.377 |
275.813 |
1.669.190 |
|
Caribisch Nederland |
11.220 |
– 3.174 |
8.046 |
|
Specifieke uitkering |
1.382.157 |
278.987 |
1.661.144 |
|
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties |
1.841 |
0 |
1.841 |
|
Internationale Samenwerking |
1.841 |
0 |
1.841 |
|
Storting/onttrekking begrotingsreserve |
1.234 |
0 |
1.234 |
|
Storting begrotingsreserve visserij |
1.234 |
0 |
1.234 |
|
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken |
20.372 |
– 20.372 |
0 |
|
Bijdrage aan provinciefonds |
20.372 |
– 20.372 |
0 |
|
Ontvangsten |
35.708 |
9.621 |
45.329 |
Toelichting
Subsidies
Natuur en Biodiversiteit op land
Op het subsidiebudget wordt € 12,2 mln. meer uitgaven geraamd in 2024. Dit verschil wordt met name veroorzaakt door een ophoging van het budget met € 4,4 mln. die te maken heeft met terugontvangsten bij de PAS-regeling. Deze middelen worden ingezet om een aantal tegenvallers bij deze regeling op te vangen. Daarnaast worden er middelen ingezet voor maatwerk en ondernemingsplan (€ 4,1 mln.) als onderdeel van de stikstofaanpak. Ook worden er middelen in 2026 middels een kasschuif naar voren gehaald ten behoeve van de GLB Samenwerkingsmaatregel Veenweiden/N2000. De openstelling van deze subsidieregeling is overtekend en met de naar voren gehaalde middelen kunnen meer aanvragen van samenwerkingsverbanden die aan de voorwaarden voldoen, gehonoreerd worden. Tot slot wordt er € 1,6 mln. middels een kasschuif naar voren gehaald, om uitgaven voor het Nationaal programma Veenweide in het juiste kasritme te zetten.
Opdrachten
Natuur en Biodiversiteit op land
Op het opdrachtenbudget voor Natuur en Biodiversiteit op land wordt er € 43,0 mln. minder aan uitgaven geraamd. Dit betreft een saldo van meerdere mutaties en wordt met name veroorzaakt door een technische mutatie op het budget van Programma Natuur. Er wordt € 29,9 mln. naar het instrument «bijdrage aan medeoverheden» overgeheveld om de middelen op het juiste begrotingsinstrument te kunnen verantwoorden.
De grondtransacties van de Nationale Grondbank worden uitgevoerd door het Rijksvastgoedbedrijf. Uitvoeringskosten hiervoor worden verantwoord onder het instrument «bijdrage aan agentschappen», daarom wordt er € 8,2 mln. overgeheveld naar dat instrument.
Het budget voor de doorontwikkeling van Aerius (€ 6,0 mln.) wordt overgeheveld naar het opdrachtenbudget van Vermaatschappelijking natuur en biodiversiteit om deze middelen op het juiste begrotingsinstrument te verantwoorden.
Natuur en Biodiversiteit Grote Wateren
Op het opdrachtenbudget voor Natuur en Biodiversiteit Grote Wateren wordt € 29,3 mln. minder aan uitgaven geraamd. Dit betreft met name een overheveling van € 25,0 mln. naar het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ten behoeve van de digitalisering van ecologische monitoring door Rijkswaterstaat. Verder wordt een bedrag van € 2,8 mln. van de Wind op Zee middelen doorgeschoven naar 2026 wegens vertraging in de uitvoering.
Duurzame visserij
Op het opdrachtenbudget van Duurzame Visserij wordt in 2024 € 27,4 mln. minder aan uitgaven geraamd. Dit komt voornamelijk door een kasschuif van € 23,7 mln. naar 2025 voor de Wind op Zee middelen. Deze middelen worden in 2025 aangewend voor het ondersteunen van de visserijketen – en gemeenschappen. De afronding van dit project was ingeschat op eind 2024, maar door de complexiteit en het grote aantal betrokken partijen is er vertraging opgetreden.
Bijdrage aan agentschappen
Rijksvastgoedbedrijf
Op het budget voor de bijdrage aan het Rijksvastgoedbedrijf wordt € 94,8 mln. minder aan uitgaven geraamd. Dit komt hoofdzakelijk door een kasschuif van € 100 mln. naar 2025 en 2026 voor de aankoop van gronden door de Nationale Grondbank. Door vertraging in de uitvoering worden de aankopen van de Nationale Grondbank die voorzien waren in 2024, in latere jaren afgerond.
Daarnaast worden de grondtransacties van de Nationale Grondbank uitgevoerd door het Rijksvastgoedbedrijf. Uitvoeringskosten hiervoor (€ 8,2 mln) zijn daarom aan dit instrument toegevoegd.
Bijdrage aan medeoverheden
Specifieke uitkering
Voor specifieke uitkeringen wordt € 279,0 meer uitgaven geraamd. Dit betreft een saldo van meerdere mutaties waarvan de meest omvangrijke hieronder worden toegelicht.
De provincies hebben aangegeven met een aantal provinciale maatregelpakketten al in 2024 te kunnen starten in plaats van in 2025. Om die reden vindt er een kasschuif van € 231,1 mln. plaats van 2025 naar 2024. Deze middelen worden dit jaar middels de SPUK regeling provinciale maatregelen landelijk gebied (RPML) uitgekeerd aan de provincies.
De provincies hebben aangegeven een aantal onderdelen van het Programma Natuur al in 2024 te kunnen starten in plaats van in 2025 en 2026. Daarom wordt in totaal € 170,0 mln. uit 2025 en 2026 naar 2024 geschoven. Deze middelen worden dit jaar middels de SPUK Programma Natuur 2e fase uitgekeerd aan de provincies voor het treffen van natuurherstelmaatregelen.
Na afloop van de toetsing en de besluitvorming over de provinciale maatregelpakketen is het overgebleven budget (€ 78,0 mln.) teruggestort naar het Ministerie van Financiën.
Voor de legalisatie van PAS-melders hebben de provincies aangegeven een gedeelte van de legalisatiemaatregelen pas volgend jaar te kunnen gaan starten. Om die reden wordt € 50,0 mln. van 2024 naar 2025 doorgeschoven.
Daarnaast wordt er € 29,9 mln. toegevoegd om de middelen voor Programma Natuur op het juiste begrotingsinstrument te kunnen verantwoorden.
Verder wordt er circa € 20,2 mln. overgeheveld naar het Provinciefonds voor de ophoging van het subsidiestelsel Natuur en Landschapsbeheer als onderdeel van het Programma Natuur.
Voor de inhuur van zaakbegeleiders wordt een gedeelte van de zaakbegeleiders ingehuurd via externe rentmeesterkantoren (€ 3,0 mln). Uitgaven daarvoor worden verantwoord onder het opdrachtenbudget van Natuur en Biodiversiteit op land.
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
Bijdrage aan Provinciefonds
Dit betreft een overheveling van € 20,4 mln. naar het Provinciefonds voor de verwerking van het amendement Grinwis (Kamerstukken II 2023–2024 36410, nr. 15). Deze middelen worden toegevoegd aan het Provinciefonds ten behoeve van het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer.
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1) |
Mutaties Suppletoire begroting september (2) |
Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2) |
||
---|---|---|---|---|
Art. |
Ontvangsten |
35.708 |
9.621 |
45.329 |
22.0 |
Natuur, visserij en gebiedsgericht werken |
35.708 |
9.621 |
45.329 |
Ontvangsten |
35.708 |
9.621 |
45.329 |
|
Landinrichtingsrente |
22.845 |
0 |
22.845 |
|
Verkoop gronden |
500 |
0 |
500 |
|
Overige ontvangsten natuur |
2.373 |
9.621 |
11.994 |
|
Duurzame visserij |
9.990 |
0 |
9.990 |
Toelichting
Ontvangsten
Overige ontvangsten natuur
De ontvangstenraming wordt met € 9,6 mln. opgehoogd. Dit betreffen terugontvangsten vanuit de PAS-regeling. Een deel (€ 4,4 mln.) van deze middelen wordt toegevoegd aan het subsidiebudget Natuur en Biodiversiteit op land om een aantal tegenvallers bij deze regeling op te vangen.
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1) |
Mutaties Suppletoire begroting september (2) |
Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2) |
||
---|---|---|---|---|
Art. |
Verplichtingen |
528.174 |
48.925 |
577.099 |
Uitgaven |
358.094 |
– 10.703 |
347.391 |
|
23.0 |
Kennis en innovatie |
358.094 |
– 10.703 |
347.391 |
Subsidies (regelingen) |
207.854 |
– 17.414 |
190.440 |
|
Beleidsondersteunend onderzoek |
54.252 |
685 |
54.937 |
|
Missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid |
60.041 |
– 2.200 |
57.841 |
|
Kennisverspreiding en groen onderwijs |
93.561 |
– 15.899 |
77.662 |
|
Opdrachten |
18.748 |
– 1.566 |
17.182 |
|
Kennisontwikkeling en innovatie |
18.748 |
– 1.566 |
17.182 |
|
Bijdrage aan agentschappen |
14.112 |
1.170 |
15.282 |
|
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu |
14.112 |
1.170 |
15.282 |
|
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
117.380 |
7.107 |
124.487 |
|
Wageningen Research |
116.885 |
7.602 |
124.487 |
|
ZonMw |
495 |
– 495 |
0 |
|
Ontvangsten |
8.995 |
367 |
9.362 |
Toelichting
Verplichtingen
Op artikel 23 zijn de verplichtingen meerjarig verhoogd. Dit betreft aangegane verplichtingen voor Nationaal Groeifondsprojecten en verplichtingen voor projecten transitie landbouw. Bijbehorende middelen zijn bij 1e suppletoire begroting 2024 toegevoegd.
Subsidies
Kennisverspreiding en groen onderwijs
De totale uitgaven worden met € 15,9 mln. verlaagd. Dit wordt hoofdzakelijk verklaard doordat met deze suppletoire begroting € 20,1 mln. aan middelen uit de Toekomst Landbouw brief en Nationaal Groeifonds (NGF) projecten van 2024 naar 2025 worden overgeheveld. Er wordt € 4,7 mln. voor Re-Ge-NL en € 3,4 mln. voor holomicrobioom van 2024 naar 2025 overgeheveld omdat de opstart van deze meerjarige projecten is vertraagd. Voor de SABE regeling wordt € 9,5 mln. van 2024 naar 2025 overgeheveld, omdat de aanvragen op de verschillende openstellingen die jaarlijks plaatsvinden vooraf lastig zijn in te schatten. Op basis van de laatste prognose zijn deze middelen in 2025 benodigd. Voor de Fieldlabs wordt er van 2024 € 2,5 mln. naar 2025 en een kleiner deel naar 2026 overgeheveld. Er is gekozen om deze projecten langer door te laten lopen dan oorspronkelijk was gepland. Tot slot wordt het budget voor het ontwikkelen van een adequaat monitorings- en rapportagesysteem met € 3,3 mln. opgehoogd door een overheveling. Het RIVM heeft aangegeven meer capaciteit te hebben, waardoor er meer middelen ingezet kunnen worden.
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
Wageningen Research
Het budget voor Wageningen Research (WR) wordt met € 7,6 mln. verhoogd. Dit betreft met name de toekenning van € 7,3 mln. uit het fonds Onderzoek en Wetenschap van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) voor meerdere projecten op het gebied van voedselinnovatie en duurzaamheid.
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1) |
Mutaties Suppletoire begroting september (2) |
Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2) |
||
---|---|---|---|---|
Art. |
Ontvangsten |
8.995 |
367 |
9.362 |
23.0 |
Kennis en innovatie |
8.995 |
367 |
9.362 |
Ontvangsten |
8.995 |
367 |
9.362 |
|
Kennisontwikkeling en innovatie |
8.995 |
367 |
9.362 |
Toelichting
Ontvangsten
Conform de staffel in de leeswijzer zijn er geen ontvangstenmutaties om nader toe te lichten.
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1) |
Mutaties Suppletoire begroting september (2) |
Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2) |
||
---|---|---|---|---|
Art. |
Verplichtingen |
635.468 |
43.311 |
678.779 |
Uitgaven |
635.468 |
43.311 |
678.779 |
|
24.0 |
Uitvoering en toezicht |
635.468 |
43.311 |
678.779 |
Bijdrage aan agentschappen |
635.468 |
43.311 |
678.779 |
|
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit |
316.280 |
23.158 |
339.438 |
|
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland |
319.188 |
20.153 |
339.341 |
|
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
Toelichting
Bijdrage aan agentschappen
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit
Het budget voor de NVWA wordt met € 23,2 mln. verhoogd. Het grootste deel hiervan is de toevoeging van compensatie voor loon- en prijsontwikkeling (LPO, € 14,4 mln.). Voor het overige gaat het om de toevoeging van budgetten voor de uitvoering van meerwerkopdrachten. Te noemen zijn toevoegingen voor uitvoeringskosten van het 7e Actieprogramma Mest en de EC Meststoffenverordening (€ 3,0 mln.), projecten bekostigd uit het Actieprogramma Digitalisering (€ 1,1 mln.). Daarnaast wordt er € 4,4 mln. budget uit 2025 naar 2024 geschoven. Het gaat om middelen om de basis van de NVWA op orde te brengen en het toezicht te vernieuwen. Deze herschikking zorgt voor dekking van incidentele kosten in 2024 van de Herziening Stelsel Keuren en Toezicht (HSKT).
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
Het budget voor de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland wordt per saldo met € 20,2 mln. verhoogd. Het grootste deel hiervan is de toevoeging van compensatie voor loon- en prijsontwikkeling (LPO, € 11,2 mln.). Daarnaast wordt budget toegevoegd voor een aantal aanvullende opdrachten waaronder de implementatie van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) (€ 4,2 mln.), de uitvoering van de projecten Maripark (1,8 mln.), de Subsidieregeling Warmte-infrastructuur Glastuinbouw (SWIG) (0,8 mln.) en de Energie Efficiëntieregeling (0,7 mln.).
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1) |
Mutaties Suppletoire begroting september (2) |
Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2) |
||
---|---|---|---|---|
Art. |
Verplichtingen |
242.018 |
20.021 |
262.039 |
Uitgaven |
242.018 |
20.021 |
262.039 |
|
50.0 |
0 |
242.018 |
20.021 |
262.039 |
Personele uitgaven |
193.674 |
17.506 |
211.180 |
|
Eigen personeel |
177.033 |
9.667 |
186.700 |
|
Externe inhuur |
13.359 |
8.792 |
22.151 |
|
Overige personele uitgaven |
3.282 |
– 953 |
2.329 |
|
Materiële uitgaven |
48.344 |
2.515 |
50.859 |
|
ICT |
500 |
– 500 |
0 |
|
Bijdrage aan SSO's (exclusief DICTU) |
12.929 |
– 4.807 |
8.122 |
|
SSO DICTU |
24.400 |
– 1.787 |
22.613 |
|
Overige materiële uitgaven |
10.515 |
9.609 |
20.124 |
|
Ontvangsten |
4.489 |
0 |
4.489 |
Toelichting
Personele uitgaven
Eigen personeel
Het budget voor de personele uitgaven wordt per saldo verhoogd met € 9,7 mln. Dit wordt voornamelijk verklaard door de verdeling van loon- en prijsbijstelling onder de directies.
Externe inhuur
Het budget voor externe inhuur wordt per saldo verhoogd met € 8,8 mln. De stijging van het saldo voor externe inhuur wordt voor circa € 5,3 mln. verklaard door doorbelastingen van externe inhuur aan de inhurende directies. Er wordt vanuit de desbetreffende organisatieonderdelen budget overgeheveld naar het budget voor externe inhuur.
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1) |
Mutaties Suppletoire begroting september (2) |
Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2) |
||
---|---|---|---|---|
Art. |
Ontvangsten |
4.489 |
0 |
4.489 |
50.0 |
0 |
4.489 |
0 |
4.489 |
Ontvangsten |
4.489 |
0 |
4.489 |
|
Ontvangsten |
4.489 |
0 |
4.489 |
Toelichting
Ontvangsten
Conform de staffel zijn er geen ontvangstenmutaties om toe te lichten.
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1) |
Mutaties Suppletoire begroting september (2) |
Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2) |
||
---|---|---|---|---|
Art. |
Verplichtingen |
95.005 |
– 68.109 |
26.896 |
Uitgaven |
95.005 |
– 68.109 |
26.896 |
|
51.0 |
0 |
95.005 |
– 68.109 |
26.896 |
0 |
95.005 |
– 68.109 |
26.896 |
|
Prijsbijstelling |
16.202 |
– 16.202 |
0 |
|
Loonbijstelling |
39.669 |
– 39.669 |
0 |
|
Nog te verdelen |
39.134 |
– 12.238 |
26.896 |
|
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
Toelichting
Prijsbijstelling
Bij de eerste suppletoire begroting is een mutatie van € 9,0 mln. per abuis niet afgeschreven van onderdeel Prijsbijstelling, maar van Nog te verdelen. Dit wordt nu gecorrigeerd. Het resterende deel betreft daadwerkelijk aan LVVN uitgekeerde prijsbijstelling die nog niet verdeeld was. Deze € 7,2 mln. wordt nu uitgekeerd aan verschillende beleidsinstrumenten, om prijsstijgingen te compenseren.
Loonbijstelling
Bij de eerste suppletoire begroting is een mutatie van € 4,4 mln. per abuis niet afgeschreven van onderdeel Loonbijstelling, maar van Nog te verdelen. Dit wordt nu gecorrigeerd. Het resterende deel betreft daadwerkelijk aan LVVN uitgekeerde prijsbijstelling die nog niet verdeeld was. Deze € 35,3 mln. wordt nu uitgekeerd aan verschillende beleids- en apparaatsinstrumenten, om loonstijgingen te compenseren.
Nog te verdelen
Bij de eerste suppletoire begroting is € 13,4 mln. per abuis afgeschreven van onderdeel Nog te verdelen, in plaats van de voorgaande onderdelen. Dit wordt nu gecorrigeerd. Ook is € 24 mln. aan budget dat bestemd is voor de beperking van ammoniakemissie door industriële piekbelasters doorgeschoven. Het resterende budget wordt met de tweede suppletoire begroting ingezet.
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1) |
Mutaties Suppletoire begroting september (2) |
Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2) |
|
---|---|---|---|
Baten |
|||
– Omzet |
577.478 |
16.399 |
593.877 |
waarvan omzet moederdepartement |
297.159 |
11.439 |
308.598 |
waarvan omzet overige departementen |
145.890 |
4.960 |
150.850 |
waarvan omzet derden |
134.429 |
0 |
134.429 |
Rentebaten |
2.500 |
0 |
2.500 |
Vrijval voorzieningen |
0 |
0 |
0 |
Bijzondere baten |
42.480 |
0 |
42.280 |
Totaal baten |
622.458 |
16.399 |
638.857 |
Lasten |
|||
Apparaatskosten |
598.887 |
22.399 |
621.286 |
– Personele kosten |
365.957 |
22.399 |
388.355 |
waarvan eigen personeel |
324.037 |
22.399 |
346.436 |
waarvan inhuur externen |
27.668 |
0 |
27.668 |
waarvan overige personele kosten |
14.251 |
0 |
14.251 |
– Materiële kosten |
232.931 |
0 |
232.931 |
waarvan apparaat ICT |
3.951 |
0 |
3.951 |
waarvan bijdrage aan SSO's |
78.887 |
0 |
78.887 |
waarvan overige materiële kosten |
150.093 |
0 |
150.093 |
Rentelasten |
5.400 |
0 |
5.400 |
Afschrijvingskosten |
7.763 |
0 |
7.763 |
– Materieel |
1.610 |
0 |
1.610 |
waarvan apparaat ICT |
200 |
0 |
200 |
– Immaterieel |
6.153 |
0 |
6.153 |
Overige lasten |
10.408 |
0 |
10.408 |
waarvan dotaties voorzieningen |
500 |
0 |
500 |
waarvan bijzondere lasten |
9.908 |
0 |
9.908 |
Totaal lasten |
622.458 |
22.399 |
644.857 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening |
0 |
– 6.000 |
– 6.000 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten |
0 |
0 |
0 |
Saldo van baten en lasten |
0 |
– 6.000 |
– 6.000 |
Toelichting
Algemene opmerking
In de eerste suppletoire begroting was het effect van de CBb-uitspraak (26 september 2023) al meegenomen. De totale kosten hiervan bedragen naar verwachting € 19,5 mln. Dit bestaat uit:
– Verlaging omzet derden € 13,4 mln.
– Wettelijke rente € 5,0 mln. (onder Rentelasten verantwoord)
– Eenmalige projectkosten € 1,1 mln. (onder Personele kosten verantwoord)
De bijdragen vanuit de opdrachtgevers zijn verantwoord onder de bijzondere baten (€ 19,5 mln.).
Op dit moment vindt nog overleg plaats met de ADR over hoe deze bedragen definitief in de jaarrekening verwerkt moeten gaan worden.
Omzet moederdepartement (bedragen x € 1.000)
De omzet moederdepartement is hoger dan in de eerste suppletoire begroting. Dit wordt veroorzaakt door een hoger tarief voor het product «Toezicht» per 1 juli 2024 als gevolg van de cao-verhoging.
Omzet overige departementen (bedragen x € 1.000)
De stijging van de omzet overige departementen wordt ook veroorzaakt door het hogere tarief voor product «Toezicht» per 1 juli 2024.
Toelichting op de lasten
Personele kosten
De personele kosten nemen toe met € 22,4 mln. als gevolg van de cao-verhoging. Daarvan heeft € 17,1 mln. betrekking op hogere salariskosten in 2024 en € 5,3 mln. op de herwaardering van de bestaande verlofverplichting als gevolg van de cao-verhoging.
Toelichting op het resultaat
In deze suppletoire begroting wordt rekening gehouden met een verlies van € 6,0 mln. Dit wordt veroorzaakt doordat besloten is de cao-verhoging in 2024 niet tussentijds door te belasten aan het bedrijfsleven. Vanaf 1 januari 2025 wordt dit wél meegenomen in de nieuwe tarieven voor het bedrijfsleven. Het verlies van € 6,0 mln. zal ten laste van het eigen vermogen komen, conform besluit in bestuurlijke driehoek.
Omschrijving |
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1) |
Mutaties Suppletoire begroting september (2) |
Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2) |
|
---|---|---|---|---|
1. |
Rekening-courant RHB 1 januari + depositorekeningen |
65.740 |
0 |
65.740 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) |
622.458 |
16.399 |
638.857 |
|
Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–) |
–/–614.195 |
–/– 22.399 |
–/– 636.594 |
|
2. |
Totaal operationele kasstroom |
8.263 |
–/– 6.000 |
2.263 |
Totaal investeringen (–/–) |
–/– 12.050 |
0 |
–/– 12.050 |
|
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) |
0 |
0 |
0 |
|
3. |
Totaal investeringskasstroom |
–/– 12.050 |
0 |
–/– 12.050 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–) |
0 |
0 |
0 |
|
Eenmalige storting door moederdepartement (+) |
0 |
0 |
0 |
|
Aflossingen op leningen (–/–) |
–/– 6.500 |
0 |
–/– 6.500 |
|
Beroep op leenfaciliteit (+) |
12.050 |
0 |
12.050 |
|
4. |
Totaal financieringskasstroom |
6.056 |
0 |
6.056 |
5. |
Rekening-courant RHB 31 december (=1+2+3+4) |
68.009 |
–/– 6.000 |
62.009 |
Toelichting
Operationele kasstroom
De operationele kasstroom is € 6,0 mln. lager dan begroot, doordat besloten is de cao-verhoging in 2024 niet tussentijds door te belasten aan het bedrijfsleven. Vanaf 1 januari 2025 wordt dit wél meegenomen in de nieuwe tarieven voor het bedrijfsleven.
Rekening courant
De verwachte stand rekening-courant neemt ten opzichte van de eerste suppletoire begroting af met € 6,0 mln. tot € 62,0 mln.
Stand 1e suppletoire begroting 2024 |
Stand suppletoire begroting september 2024 |
|
---|---|---|
Tarieven |
||
Gemiddelde kostprijs (€/uur) |
136,03 |
148,66 |
Index 2012 = € 94,07 = 100 |
144,61 |
158,03 |
Omzet per productgroep (in € mln.) |
||
Toezicht (moeder- en overige departementen; exclusief EGB’n) |
394,4 |
410,8 |
Overige producten (derden) |
134,4 |
134,4 |
Percentage meerwerk t.o.v. Jaarplan |
0,00% |
0,00% |
FTE |
||
Aantal FTE (excl. Externe inhuur)1 |
3.310 |
3.310 |
Verhouding FTE direct/indirect (exclusief externe inhuur) |
2.615/695 |
2.615/695 |
Salariskosten per fte |
98.018 |
104.663 |
Saldo van baten en lasten |
||
Saldo van baten en lasten als % van de totale baten |
0% |
–/– 1,01% |
Kwaliteit |
||
Afhandelsnelheid informatieverzoeken, klachten en meldingen |
90% |
90% |
Tijdig betaalde facturen (< 30 dagen) |
95% |
95% |
De gemiddelde bezetting is niet alleen exclusief herplaatsingskandidaten, maar ook exclusief Van-WerkNaarWerk-kandidaten.
Toelichting
Het toegekende meerwerk t.o.v. het Jaarplan bij de 1ste Jaarplanwijziging is per saldo dusdanig beperkt dat het percentage meerwerk afgerond uitkomt op 0,00%.
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1) |
Mutaties Suppletoire begroting september (2) |
Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2) |
||
---|---|---|---|---|
Art. |
Verplichtingen |
21.966 |
15.315 |
37.281 |
Uitgaven |
40.794 |
0 |
40.794 |
|
1.2 |
Bestrijding van dierziekten (opdrachten) |
11.644 |
0 |
11.644 |
Bestrijding van dierziekten (opdrachten) |
11.644 |
0 |
11.644 |
|
Bestrijding van dierziekten (opdrachten) |
11.644 |
0 |
11.644 |
|
1.4 |
Overig (opdrachten) |
1.155 |
0 |
1.155 |
Overig (opdrachten) |
1.155 |
0 |
1.155 |
|
Overig (opdrachten) |
1.155 |
0 |
1.155 |
|
1.8 |
Bestrijding van dierziekten (schade)vergoedingen |
4.092 |
0 |
4.092 |
Bestrijding van dierziekten (schade)vergoedingen |
4.092 |
0 |
4.092 |
|
Bestrijding van dierziekten (schade)vergoedingen |
4.092 |
0 |
4.092 |
|
1.9 |
Overig (subsidies) |
737 |
0 |
737 |
Overig (subsidies) |
737 |
0 |
737 |
|
Overig (subsidies) |
737 |
0 |
737 |
|
1.15 |
Bewaking (Bijdrage aan ZBO's / RWT's) |
22.159 |
0 |
22.159 |
Bewaking (Bijdrage aan ZBO's / RWT's) |
22.159 |
0 |
22.159 |
|
Bewaking (Bijdrage aan ZBO's / RWT's) |
22.159 |
0 |
22.159 |
|
1.16 |
Overig (bijdrage aan ZBO's / RWT's) |
1.007 |
0 |
1.007 |
Overig (bijdrage aan ZBO's / RWT's) |
1.007 |
0 |
1.007 |
|
Overig (bijdrage aan ZBO's / RWT's) |
1.007 |
0 |
1.007 |
|
Ontvangsten |
31.558 |
0 |
31.558 |
Toelichting
Bewaking van dierziekten (subsidies)
Tijdens het opstellen van de ontwerpbegroting 2024 zijn er te weinig verplichtingen aangegaan op bewaking van dierziekten (subsidies). In de 1e suppletoire begroting 2024 zijn deze verplichtingen overgeheveld naar bijdrage aan ZBO's/RWT's (bewaking). Dit omdat de bijdrage aan de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) voor bewaking van dierziekten vanaf 2025 wordt verantwoord onder bijdrage aan ZBO's/RWT's (bewaking). Het verhogen van de verplichtingen nu voorkomt negatieve standen op bewaking (subsidies).
Overig (subsidies)
Tijdens het opstellen van de ontwerpbegroting 2024 zijn er te weinig verplichtingen aangegaan op overig (subsidies). In de 1e suppletoire begroting 2024 zijn deze verplichtingen overgeheveld naar bijdrage aan ZBO's/RWT's (overig). Dit omdat de bijdrage aan GD voor overige werkzaamheden vanaf 2025 wordt verantwoord onder bijdrage aan ZBO's/RWT's (overig). Het verhogen van de verplichtingen nu voorkomt negatieve standen op overig (subsidies).
Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1) |
Mutaties Suppletoire begroting september (2) |
Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2) |
||
---|---|---|---|---|
Art. |
Ontvangsten |
31.558 |
0 |
31.558 |
1.10 |
Ontvangsten LNV |
12.373 |
0 |
12.373 |
Ontvangsten LNV |
12.373 |
0 |
12.373 |
|
Ontvangsten LNV |
12.373 |
0 |
12.373 |
|
1.11 |
Ontvangsten sector |
14.079 |
0 |
14.079 |
Ontvangsten sector |
14.079 |
0 |
14.079 |
|
Ontvangsten sector |
14.079 |
0 |
14.079 |
|
1.12 |
Ontvangsten EU |
419 |
0 |
419 |
Ontvangsten EU |
419 |
0 |
419 |
|
Ontvangsten EU |
419 |
0 |
419 |
|
1.13 |
Bijdrage sector crisisreserve |
4.687 |
0 |
4.687 |
Bijdrage sector crisisreserve |
4.687 |
0 |
4.687 |
|
Bijdrage sector crisisreserve |
4.687 |
0 |
4.687 |
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36613-XIV-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.