36 613 XIV Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met Miljoenennota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2024 wijzigingen aan te brengen in:

de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur;

de begrotingsstaat inzake het agentschap NVWA van dit ministerie;

de begrotingsstaat voor het Diergezondheidsfonds

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma

B ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN

1 Leeswijzer

Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1.000

5

10

=> 1.000

10

20

2 Beleid

Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

Tabel 1 Overzicht belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2024 (Suppletoire begroting september) (bedragen x € 1.000)
 

artikel

2024

Vastgestelde begroting 2024 (incl. NvW, moties, amendementen)

 

3.999.161

Stand 1e suppletoire begroting 2024 (incl. NvW, moties en amendementen)

 

4.492.964

     

Belangrijkste suppletoire mutaties september

   

Kasschuif Maatregel Gerichte Beëindiging (MGB)

21

– 110.417

Kasschuif middelen WEcR 1 en WEcR2

22

231.155

Kasschuif Nationale Grondbank

22

– 100.000

Terugboeking onderuitputting WEcR middelen

22

– 78.020

Kasschuif PAS-melders

22

– 50.000

Ophoging SNL vergoeding

22

– 20.204

Bijdrage provinciefonds ANLb

22

– 20.372

Overige mutaties

 

40.306

     

Stand suppletoire begroting september

 

4.385.412

Toelichting

Kasschuif Maatregel Gerichte Beëindiging (MGB)

De middelen voor spoor 1 van de Maatregel Gerichte Beëindiging (MGB) worden van 2024 doorgeschoven naar 2025. Deze middelen worden in 2025 middels een SPUK aan de provincies verstrekt ten behoeve van gebiedsgerichte opkoop van veehouderijen.

Kasschuif middelen WEcR1 en WEcR2

De provincies hebben aangegeven een aantal maatregelpakketten WECR 1 en WECR 2 al in 2024 op te willen gaan starten in plaats van in 2025. De benodigde middelen worden vanuit 2025 naar 2024 geschoven.

Kasschuif Nationale Grondbank

Door vertragingen in de uitvoering worden aankopen van de Nationale Grondbank die geraamd waren in 2024 pas in 2025 en 2026 afgerond. Het aankoopbudget wordt herverdeeld op basis van de nieuwe raming.

Terugboeking onderuitputting WEcR middelen

Na afloop van de toetsing en de besluitvorming over de provinciale maatregelpakketten is het overgebleven budget (€ 78,0 mln.) teruggeboekt naar de Aanvullende Post van het Ministerie van Financiën.

Kasschuif PAS-melders

Voor de legalisatie van PAS-melders hebben de provincies aangegeven een gedeelte van de legalisatiemaatregelen pas volgend jaar te kunnen gaan starten. Om die reden wordt € 50 mln. van 2024 naar 2025 doorgeschoven.

Bijdrage provinciefonds ANLb

Bij amendement van het lid Grinwis c.s. (kamerstuk 36410 XIV nr. 15) wordt € 20,4 mln. extra ingezet voor het agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb). Deze middelen worden toegevoegd aan het provinciefonds en door middel van een vastgestelde verdeelsleutel verdeeld.

3 Beleidsartikelen

3.1 Artikel 21 Land- en tuinbouw

Tabel 2 Budgettaire gevolgen van beleid (Suppletoire begroting september) (bedragen x € 1.000)
   

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties Suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

3.668.264

– 233.470

3.434.794

         
 

Uitgaven

1.290.235

– 167.871

1.122.364

         

21.0

Land- en tuinbouw

1.290.235

– 167.871

1.122.364

 

Subsidies (regelingen)

1.064.279

– 47.646

1.016.633

 

Sociaal economische positie boeren

115.532

47.863

163.395

 

Duurzame veehouderij

710.796

– 51.523

659.273

 

Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen

117.040

– 39.868

77.172

 

Mestbeleid

107.149

– 3.827

103.322

 

Diergezondheid en dierenwelzijn

4.508

12

4.520

 

Voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking

1.586

– 400

1.186

 

Integraal voedselbeleid

7.668

97

7.765

 

Leningen

24.500

0

24.500

 

Lening Investeringsfonds Duurzame Landbouw

24.500

0

24.500

 

Garanties

1.805

0

1.805

 

Verliesdeclaraties borgstellingsfaciliteit

1.805

0

1.805

 

Opdrachten

36.400

– 5.643

30.757

 

Sociaal economische positie boeren

4.538

– 349

4.189

 

Duurzame veehouderij

4.372

– 2.728

1.644

 

Mestbeleid

3.502

– 2.950

552

 

Diergezondheid en dierenwelzijn

18.886

– 145

18.741

 

Voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking

3.276

529

3.805

 

Integraal voedselbeleid

1.826

0

1.826

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

15.652

1.598

17.250

 

College toelating gewasbeschermingsmiddelen en biociden

1.866

1.846

3.712

 

Centrale Commissie Dierproeven

2.470

32

2.502

 

Medebewind/voormalige productschappen

687

0

687

 

Raad voor de Plantenrassen

1.492

19

1.511

 

Keuringsdiensten

9.137

– 299

8.838

 

Bijdrage aan medeoverheden

116.338

– 116.338

0

 

Specifieke uitkeringen

116.338

– 116.338

0

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

11.333

0

11.333

 

FAO en overige contributies

11.333

0

11.333

 

Storting/onttrekking begrotingsreserve

7.555

0

7.555

 

Storting begrotingsreserve landbouw

1.428

0

1.428

 

Storting begrotingsreserve apurement

2.500

0

2.500

 

Storting begrotingsreserve borgstelling

3.627

0

3.627

 

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

12.373

158

12.531

 

Diergezondheidsfonds

12.373

158

12.531

         
 

Ontvangsten

96.408

1.992

98.400

Toelichting

Subsidies (regelingen)

Sociaal economische positie boeren

Het subsidiebudget neemt in 2024 met € 47,9 mln. toe. Deze toename wordt voornamelijk verklaard door een schuif van € 46,5 mln. van het kasbudget van de Eco-regeling uit 2025 naar 2024. Dit houdt verband met het amendement van het lid Flach (SGP) van 31 januari 2024 over extra middelen voor de Eco-regeling binnen het Nationaal Strategisch Plan (NSP). De uitbetaling van deze extra middelen voor 2024 zal in het vierde kwartaal van 2024 plaatsvinden in plaats van in 2025.

Duurzame veehouderij

Het subsidiebudget neemt in 2024 met € 51,5 mln. af. Dit wordt met name veroorzaakt door het doorschuiven van middelen voor de subsidie brongerichte verduurzaming stal- en managementmaatregelen (Sbv) (€ 31,9 mln.) en de Landelijke verplaatsingsregeling veehouderijen met piekbelasting (LVVP) (€ 19,7 mln.). Deze regelingen zijn in voorbereiding en worden opengesteld, waarbij daadwerkelijke uitbetaling in latere jaren plaatsvindt.

Glastuinbouw en weerbare planten en teeltsystemen

Het subsidiebudget neemt in 2024 met € 39,9 mln. af. De voornaamste oorzaak hiervan is het doorschuiven van middelen voor de Subsidie warmte-infrastructuur glastuinbouw (SWiG) (€ 16,6 mln.). Op de eerste openstelling van 2024 werd minder budget uitgegeven dan beschikbaar was. De regeling wordt nu geëvalueerd en later een tweede keer opengesteld, waardoor uitbetaling in latere jaren plaatsvindt. Voor het vergroten van de afzetmarkt voor biologische landbouw wordt € 14,0 mln. naar latere jaren doorgeschoven. Dit betreft een technische bijstelling om het budget gelijk te stellen aan de actuele raming. Het overige deel wordt met name veroorzaakt door overboekingen naar andere delen van de LVVN-begroting en het schuiven van middelen naar latere jaren op diverse kleinere budgetten.

Bijdrage aan medeoverheden

Specifieke uitkeringen

De specifieke uitkeringen nemen met € 116,3 mln. af. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een kasschuif voor de Maatregel Gerichte Beëindiging veehouderijlocaties van € 110,4 mln. De middelen zullen in 2025 middels een SPUK aan de provincies verstrekt worden. De provincies maken een eigen regeling op basis van de MGB en stellen veehouderijondernemingen in de gelegenheid om één of meer veehouderijlocaties geheel of gedeeltelijk te beëindigen. Het gaat om locaties in de nabijheid van kwetsbare natuur. Deze regeling draagt bij aan de doelen voor stikstof, water, milieu en natuur.

Tabel 3 Budgettaire gevolgen van beleid (Suppletoire begroting september) Ontvangsten (bedragen x € 1.000)
   

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties Suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Art.

Ontvangsten

96.408

1.992

98.400

         

21.0

Land- en tuinbouw

96.408

1.992

98.400

 

Ontvangsten

96.408

1.992

98.400

 

Sociaal economische positie boeren

245

0

245

 

Agroketens

2.013

0

2.013

 

Mestbeleid

7.209

0

7.209

 

Garanties

1.800

0

1.800

 

Weerbare planten en teeltsystemen

1.428

0

1.428

 

Diergezondheid en dierenwelzijn

11.600

0

11.600

 

Voedselzekerheid en internationale agrarische samenwerking

5.413

1.102

6.515

 

Onttrekkingen begrotingsreserves

64.200

890

65.090

 

ZBO's/RWT's

2.500

0

2.500

Ontvangsten

Conform de staffel in de leeswijzer zijn er geen ontvangstenmutaties om toe te lichten.

3.2 Artikel 22 Natuur, visserij en gebiedsgericht werken

Tabel 4 Budgettaire gevolgen van beleid (Suppletoire begroting september) (bedragen x € 1.000)
   

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties Suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

3.879.987

– 80.361

3.799.626

         
 

Uitgaven

1.872.144

75.799

1.947.943

         

22.0

Natuur, visserij en gebiedsgericht werken

1.872.144

75.799

1.947.943

 

Subsidies (regelingen)

98.236

11.304

109.540

 

Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit

9.092

2.609

11.701

 

Natuur en Biodiversiteit op land

39.848

12.222

52.070

 

Beheer Kroondomeinen

803

– 40

763

 

Duurzame visserij

37.264

– 4.066

33.198

 

Overige stelsel activiteiten

7.329

579

7.908

 

Natuur en Biodiversiteit Grote Wateren

3.900

0

3.900

 

Leningen

22.145

4.200

26.345

 

Leningen rente en aflossing

22.145

4.200

26.345

 

(Schade)vergoeding

500

1.400

1.900

 

Vermaatschappelijking natuur en biodiversiteit

500

1.400

1.900

 

Opdrachten

192.899

– 103.898

89.001

 

Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit

11.789

– 2.914

8.875

 

Natuur en Biodiversiteit op land

94.853

– 43.048

51.805

 

Natuur en Biodiversiteit Grote Wateren

43.315

– 29.276

14.039

 

Duurzame visserij

34.142

– 27.446

6.696

 

Internationale Samenwerking

3.027

– 352

2.675

 

Klimaatimpuls Natuur en Biodiversiteit

5.773

– 862

4.911

 

Bijdrage aan agentschappen

110.461

– 94.351

16.110

 

Rijkswaterstaat

13.949

440

14.389

 

Rijksvastgoedbedrijf

96.421

– 94.791

1.630

 

Overige agentschappen

91

0

91

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

31.079

1.703

32.782

 

Staatsbosbeheer

30.987

1.642

32.629

 

Overige ZBO's

92

61

153

 

Bijdrage aan medeoverheden

1.393.377

275.813

1.669.190

 

Caribisch Nederland

11.220

– 3.174

8.046

 

Specifieke uitkering

1.382.157

278.987

1.661.144

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

1.841

0

1.841

 

Internationale Samenwerking

1.841

0

1.841

 

Storting/onttrekking begrotingsreserve

1.234

0

1.234

 

Storting begrotingsreserve visserij

1.234

0

1.234

 

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

20.372

– 20.372

0

 

Bijdrage aan provinciefonds

20.372

– 20.372

0

         
 

Ontvangsten

35.708

9.621

45.329

Toelichting

Subsidies

Natuur en Biodiversiteit op land

Op het subsidiebudget wordt € 12,2 mln. meer uitgaven geraamd in 2024. Dit verschil wordt met name veroorzaakt door een ophoging van het budget met € 4,4 mln. die te maken heeft met terugontvangsten bij de PAS-regeling. Deze middelen worden ingezet om een aantal tegenvallers bij deze regeling op te vangen. Daarnaast worden er middelen ingezet voor maatwerk en ondernemingsplan (€ 4,1 mln.) als onderdeel van de stikstofaanpak. Ook worden er middelen in 2026 middels een kasschuif naar voren gehaald ten behoeve van de GLB Samenwerkingsmaatregel Veenweiden/N2000. De openstelling van deze subsidieregeling is overtekend en met de naar voren gehaalde middelen kunnen meer aanvragen van samenwerkingsverbanden die aan de voorwaarden voldoen, gehonoreerd worden. Tot slot wordt er € 1,6 mln. middels een kasschuif naar voren gehaald, om uitgaven voor het Nationaal programma Veenweide in het juiste kasritme te zetten.

Opdrachten

Natuur en Biodiversiteit op land

Op het opdrachtenbudget voor Natuur en Biodiversiteit op land wordt er € 43,0 mln. minder aan uitgaven geraamd. Dit betreft een saldo van meerdere mutaties en wordt met name veroorzaakt door een technische mutatie op het budget van Programma Natuur. Er wordt € 29,9 mln. naar het instrument «bijdrage aan medeoverheden» overgeheveld om de middelen op het juiste begrotingsinstrument te kunnen verantwoorden.

De grondtransacties van de Nationale Grondbank worden uitgevoerd door het Rijksvastgoedbedrijf. Uitvoeringskosten hiervoor worden verantwoord onder het instrument «bijdrage aan agentschappen», daarom wordt er € 8,2 mln. overgeheveld naar dat instrument.

Het budget voor de doorontwikkeling van Aerius (€ 6,0 mln.) wordt overgeheveld naar het opdrachtenbudget van Vermaatschappelijking natuur en biodiversiteit om deze middelen op het juiste begrotingsinstrument te verantwoorden.

Natuur en Biodiversiteit Grote Wateren

Op het opdrachtenbudget voor Natuur en Biodiversiteit Grote Wateren wordt € 29,3 mln. minder aan uitgaven geraamd. Dit betreft met name een overheveling van € 25,0 mln. naar het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ten behoeve van de digitalisering van ecologische monitoring door Rijkswaterstaat. Verder wordt een bedrag van € 2,8 mln. van de Wind op Zee middelen doorgeschoven naar 2026 wegens vertraging in de uitvoering.

Duurzame visserij

Op het opdrachtenbudget van Duurzame Visserij wordt in 2024 € 27,4 mln. minder aan uitgaven geraamd. Dit komt voornamelijk door een kasschuif van € 23,7 mln. naar 2025 voor de Wind op Zee middelen. Deze middelen worden in 2025 aangewend voor het ondersteunen van de visserijketen – en gemeenschappen. De afronding van dit project was ingeschat op eind 2024, maar door de complexiteit en het grote aantal betrokken partijen is er vertraging opgetreden.

Bijdrage aan agentschappen

Rijksvastgoedbedrijf

Op het budget voor de bijdrage aan het Rijksvastgoedbedrijf wordt € 94,8 mln. minder aan uitgaven geraamd. Dit komt hoofdzakelijk door een kasschuif van € 100 mln. naar 2025 en 2026 voor de aankoop van gronden door de Nationale Grondbank. Door vertraging in de uitvoering worden de aankopen van de Nationale Grondbank die voorzien waren in 2024, in latere jaren afgerond.

Daarnaast worden de grondtransacties van de Nationale Grondbank uitgevoerd door het Rijksvastgoedbedrijf. Uitvoeringskosten hiervoor (€ 8,2 mln) zijn daarom aan dit instrument toegevoegd.

Bijdrage aan medeoverheden

Specifieke uitkering

Voor specifieke uitkeringen wordt € 279,0 meer uitgaven geraamd. Dit betreft een saldo van meerdere mutaties waarvan de meest omvangrijke hieronder worden toegelicht.

De provincies hebben aangegeven met een aantal provinciale maatregelpakketten al in 2024 te kunnen starten in plaats van in 2025. Om die reden vindt er een kasschuif van € 231,1 mln. plaats van 2025 naar 2024. Deze middelen worden dit jaar middels de SPUK regeling provinciale maatregelen landelijk gebied (RPML) uitgekeerd aan de provincies.

De provincies hebben aangegeven een aantal onderdelen van het Programma Natuur al in 2024 te kunnen starten in plaats van in 2025 en 2026. Daarom wordt in totaal € 170,0 mln. uit 2025 en 2026 naar 2024 geschoven. Deze middelen worden dit jaar middels de SPUK Programma Natuur 2e fase uitgekeerd aan de provincies voor het treffen van natuurherstelmaatregelen.

Na afloop van de toetsing en de besluitvorming over de provinciale maatregelpakketen is het overgebleven budget (€ 78,0 mln.) teruggestort naar het Ministerie van Financiën.

Voor de legalisatie van PAS-melders hebben de provincies aangegeven een gedeelte van de legalisatiemaatregelen pas volgend jaar te kunnen gaan starten. Om die reden wordt € 50,0 mln. van 2024 naar 2025 doorgeschoven.

Daarnaast wordt er € 29,9 mln. toegevoegd om de middelen voor Programma Natuur op het juiste begrotingsinstrument te kunnen verantwoorden.

Verder wordt er circa € 20,2 mln. overgeheveld naar het Provinciefonds voor de ophoging van het subsidiestelsel Natuur en Landschapsbeheer als onderdeel van het Programma Natuur.

Voor de inhuur van zaakbegeleiders wordt een gedeelte van de zaakbegeleiders ingehuurd via externe rentmeesterkantoren (€ 3,0 mln). Uitgaven daarvoor worden verantwoord onder het opdrachtenbudget van Natuur en Biodiversiteit op land.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Bijdrage aan Provinciefonds

Dit betreft een overheveling van € 20,4 mln. naar het Provinciefonds voor de verwerking van het amendement Grinwis (Kamerstukken II 2023–2024 36410, nr. 15). Deze middelen worden toegevoegd aan het Provinciefonds ten behoeve van het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer.

Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleid (Suppletoire begroting september) Ontvangsten (bedragen x € 1.000)
   

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties Suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Art.

Ontvangsten

35.708

9.621

45.329

         

22.0

Natuur, visserij en gebiedsgericht werken

35.708

9.621

45.329

 

Ontvangsten

35.708

9.621

45.329

 

Landinrichtingsrente

22.845

0

22.845

 

Verkoop gronden

500

0

500

 

Overige ontvangsten natuur

2.373

9.621

11.994

 

Duurzame visserij

9.990

0

9.990

Toelichting

Ontvangsten

Overige ontvangsten natuur

De ontvangstenraming wordt met € 9,6 mln. opgehoogd. Dit betreffen terugontvangsten vanuit de PAS-regeling. Een deel (€ 4,4 mln.) van deze middelen wordt toegevoegd aan het subsidiebudget Natuur en Biodiversiteit op land om een aantal tegenvallers bij deze regeling op te vangen.

3.3 Artikel 23 Kennis en innovatie

Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid (Suppletoire begroting september) (bedragen x € 1.000)
   

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties Suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

528.174

48.925

577.099

         
 

Uitgaven

358.094

– 10.703

347.391

         

23.0

Kennis en innovatie

358.094

– 10.703

347.391

 

Subsidies (regelingen)

207.854

– 17.414

190.440

 

Beleidsondersteunend onderzoek

54.252

685

54.937

 

Missiegedreven topsectoren- en innovatiebeleid

60.041

– 2.200

57.841

 

Kennisverspreiding en groen onderwijs

93.561

– 15.899

77.662

 

Opdrachten

18.748

– 1.566

17.182

 

Kennisontwikkeling en innovatie

18.748

– 1.566

17.182

 

Bijdrage aan agentschappen

14.112

1.170

15.282

 

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

14.112

1.170

15.282

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

117.380

7.107

124.487

 

Wageningen Research

116.885

7.602

124.487

 

ZonMw

495

– 495

0

         
 

Ontvangsten

8.995

367

9.362

Toelichting

Verplichtingen

Op artikel 23 zijn de verplichtingen meerjarig verhoogd. Dit betreft aangegane verplichtingen voor Nationaal Groeifondsprojecten en verplichtingen voor projecten transitie landbouw. Bijbehorende middelen zijn bij 1e suppletoire begroting 2024 toegevoegd.

Subsidies

Kennisverspreiding en groen onderwijs

De totale uitgaven worden met € 15,9 mln. verlaagd. Dit wordt hoofdzakelijk verklaard doordat met deze suppletoire begroting € 20,1 mln. aan middelen uit de Toekomst Landbouw brief en Nationaal Groeifonds (NGF) projecten van 2024 naar 2025 worden overgeheveld. Er wordt € 4,7 mln. voor Re-Ge-NL en € 3,4 mln. voor holomicrobioom van 2024 naar 2025 overgeheveld omdat de opstart van deze meerjarige projecten is vertraagd. Voor de SABE regeling wordt € 9,5 mln. van 2024 naar 2025 overgeheveld, omdat de aanvragen op de verschillende openstellingen die jaarlijks plaatsvinden vooraf lastig zijn in te schatten. Op basis van de laatste prognose zijn deze middelen in 2025 benodigd. Voor de Fieldlabs wordt er van 2024 € 2,5 mln. naar 2025 en een kleiner deel naar 2026 overgeheveld. Er is gekozen om deze projecten langer door te laten lopen dan oorspronkelijk was gepland. Tot slot wordt het budget voor het ontwikkelen van een adequaat monitorings- en rapportagesysteem met € 3,3 mln. opgehoogd door een overheveling. Het RIVM heeft aangegeven meer capaciteit te hebben, waardoor er meer middelen ingezet kunnen worden.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Wageningen Research

Het budget voor Wageningen Research (WR) wordt met € 7,6 mln. verhoogd. Dit betreft met name de toekenning van € 7,3 mln. uit het fonds Onderzoek en Wetenschap van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) voor meerdere projecten op het gebied van voedselinnovatie en duurzaamheid.

Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid (Suppletoire begroting september) Ontvangsten (bedragen x € 1.000)
   

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties Suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Art.

Ontvangsten

8.995

367

9.362

         

23.0

Kennis en innovatie

8.995

367

9.362

 

Ontvangsten

8.995

367

9.362

 

Kennisontwikkeling en innovatie

8.995

367

9.362

Toelichting

Ontvangsten

Conform de staffel in de leeswijzer zijn er geen ontvangstenmutaties om nader toe te lichten.

3.4 Artikel 24 Uitvoering en toezicht

Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid (Suppletoire begroting september) (bedragen x € 1.000)
   

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties Suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

635.468

43.311

678.779

         
 

Uitgaven

635.468

43.311

678.779

         

24.0

Uitvoering en toezicht

635.468

43.311

678.779

 

Bijdrage aan agentschappen

635.468

43.311

678.779

 

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

316.280

23.158

339.438

 

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

319.188

20.153

339.341

         
 

Ontvangsten

0

0

0

Toelichting

Bijdrage aan agentschappen

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

Het budget voor de NVWA wordt met € 23,2 mln. verhoogd. Het grootste deel hiervan is de toevoeging van compensatie voor loon- en prijsontwikkeling (LPO, € 14,4 mln.). Voor het overige gaat het om de toevoeging van budgetten voor de uitvoering van meerwerkopdrachten. Te noemen zijn toevoegingen voor uitvoeringskosten van het 7e Actieprogramma Mest en de EC Meststoffenverordening (€ 3,0 mln.), projecten bekostigd uit het Actieprogramma Digitalisering (€ 1,1 mln.). Daarnaast wordt er € 4,4 mln. budget uit 2025 naar 2024 geschoven. Het gaat om middelen om de basis van de NVWA op orde te brengen en het toezicht te vernieuwen. Deze herschikking zorgt voor dekking van incidentele kosten in 2024 van de Herziening Stelsel Keuren en Toezicht (HSKT).

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Het budget voor de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland wordt per saldo met € 20,2 mln. verhoogd. Het grootste deel hiervan is de toevoeging van compensatie voor loon- en prijsontwikkeling (LPO, € 11,2 mln.). Daarnaast wordt budget toegevoegd voor een aantal aanvullende opdrachten waaronder de implementatie van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) (€ 4,2 mln.), de uitvoering van de projecten Maripark (1,8 mln.), de Subsidieregeling Warmte-infrastructuur Glastuinbouw (SWIG) (0,8 mln.) en de Energie Efficiëntieregeling (0,7 mln.).

4 Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 50 Apparaat

Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid (Suppletoire begroting september) (bedragen x € 1.000)
   

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties Suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

242.018

20.021

262.039

         
 

Uitgaven

242.018

20.021

262.039

         

50.0

0

242.018

20.021

262.039

 

Personele uitgaven

193.674

17.506

211.180

 

Eigen personeel

177.033

9.667

186.700

 

Externe inhuur

13.359

8.792

22.151

 

Overige personele uitgaven

3.282

– 953

2.329

 

Materiële uitgaven

48.344

2.515

50.859

 

ICT

500

– 500

0

 

Bijdrage aan SSO's (exclusief DICTU)

12.929

– 4.807

8.122

 

SSO DICTU

24.400

– 1.787

22.613

 

Overige materiële uitgaven

10.515

9.609

20.124

         
 

Ontvangsten

4.489

0

4.489

Toelichting

Personele uitgaven

Eigen personeel

Het budget voor de personele uitgaven wordt per saldo verhoogd met € 9,7 mln. Dit wordt voornamelijk verklaard door de verdeling van loon- en prijsbijstelling onder de directies.

Externe inhuur

Het budget voor externe inhuur wordt per saldo verhoogd met € 8,8 mln. De stijging van het saldo voor externe inhuur wordt voor circa € 5,3 mln. verklaard door doorbelastingen van externe inhuur aan de inhurende directies. Er wordt vanuit de desbetreffende organisatieonderdelen budget overgeheveld naar het budget voor externe inhuur.

Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid (Suppletoire begroting september) Ontvangsten (bedragen x € 1.000)
   

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties Suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Art.

Ontvangsten

4.489

0

4.489

         

50.0

0

4.489

0

4.489

 

Ontvangsten

4.489

0

4.489

 

Ontvangsten

4.489

0

4.489

Toelichting

Ontvangsten

Conform de staffel zijn er geen ontvangstenmutaties om toe te lichten.

4.2 Artikel 51 Nog onverdeeld

Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid (Suppletoire begroting september) (bedragen x € 1.000)
   

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties Suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

95.005

– 68.109

26.896

         
 

Uitgaven

95.005

– 68.109

26.896

         

51.0

0

95.005

– 68.109

26.896

 

0

95.005

– 68.109

26.896

 

Prijsbijstelling

16.202

– 16.202

0

 

Loonbijstelling

39.669

– 39.669

0

 

Nog te verdelen

39.134

– 12.238

26.896

         
 

Ontvangsten

0

0

0

Toelichting

Prijsbijstelling

Bij de eerste suppletoire begroting is een mutatie van € 9,0 mln. per abuis niet afgeschreven van onderdeel Prijsbijstelling, maar van Nog te verdelen. Dit wordt nu gecorrigeerd. Het resterende deel betreft daadwerkelijk aan LVVN uitgekeerde prijsbijstelling die nog niet verdeeld was. Deze € 7,2 mln. wordt nu uitgekeerd aan verschillende beleidsinstrumenten, om prijsstijgingen te compenseren.

Loonbijstelling

Bij de eerste suppletoire begroting is een mutatie van € 4,4 mln. per abuis niet afgeschreven van onderdeel Loonbijstelling, maar van Nog te verdelen. Dit wordt nu gecorrigeerd. Het resterende deel betreft daadwerkelijk aan LVVN uitgekeerde prijsbijstelling die nog niet verdeeld was. Deze € 35,3 mln. wordt nu uitgekeerd aan verschillende beleids- en apparaatsinstrumenten, om loonstijgingen te compenseren.

Nog te verdelen

Bij de eerste suppletoire begroting is € 13,4 mln. per abuis afgeschreven van onderdeel Nog te verdelen, in plaats van de voorgaande onderdelen. Dit wordt nu gecorrigeerd. Ook is € 24 mln. aan budget dat bestemd is voor de beperking van ammoniakemissie door industriële piekbelasters doorgeschoven. Het resterende budget wordt met de tweede suppletoire begroting ingezet.

5 Agentschappen

5.1 Agentschap NVWA

Tabel 12 Baten-lastenagentschap NVWA (Suppletoire begroting september) (bedragen x € 1.000)
 

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties Suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Baten

     

– Omzet

577.478

16.399

593.877

waarvan omzet moederdepartement

297.159

11.439

308.598

waarvan omzet overige departementen

145.890

4.960

150.850

waarvan omzet derden

134.429

0

134.429

Rentebaten

2.500

0

2.500

Vrijval voorzieningen

0

0

0

Bijzondere baten

42.480

0

42.280

Totaal baten

622.458

16.399

638.857

       

Lasten

     

Apparaatskosten

598.887

22.399

621.286

– Personele kosten

365.957

22.399

388.355

waarvan eigen personeel

324.037

22.399

346.436

waarvan inhuur externen

27.668

0

27.668

waarvan overige personele kosten

14.251

0

14.251

– Materiële kosten

232.931

0

232.931

waarvan apparaat ICT

3.951

0

3.951

waarvan bijdrage aan SSO's

78.887

0

78.887

waarvan overige materiële kosten

150.093

0

150.093

Rentelasten

5.400

0

5.400

Afschrijvingskosten

7.763

0

7.763

– Materieel

1.610

0

1.610

waarvan apparaat ICT

200

0

200

– Immaterieel

6.153

0

6.153

Overige lasten

10.408

0

10.408

waarvan dotaties voorzieningen

500

0

500

waarvan bijzondere lasten

9.908

0

9.908

Totaal lasten

622.458

22.399

644.857

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

0

– 6.000

– 6.000

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

Saldo van baten en lasten

0

– 6.000

– 6.000

Toelichting

Algemene opmerking

In de eerste suppletoire begroting was het effect van de CBb-uitspraak (26 september 2023) al meegenomen. De totale kosten hiervan bedragen naar verwachting € 19,5 mln. Dit bestaat uit:

  • Verlaging omzet derden € 13,4 mln.

  • Wettelijke rente € 5,0 mln. (onder Rentelasten verantwoord)

  • Eenmalige projectkosten € 1,1 mln. (onder Personele kosten verantwoord)

De bijdragen vanuit de opdrachtgevers zijn verantwoord onder de bijzondere baten (€ 19,5 mln.).

Op dit moment vindt nog overleg plaats met de ADR over hoe deze bedragen definitief in de jaarrekening verwerkt moeten gaan worden.

Omzet moederdepartement (bedragen x € 1.000)

De omzet moederdepartement is hoger dan in de eerste suppletoire begroting. Dit wordt veroorzaakt door een hoger tarief voor het product «Toezicht» per 1 juli 2024 als gevolg van de cao-verhoging.

Omzet overige departementen (bedragen x € 1.000)

De stijging van de omzet overige departementen wordt ook veroorzaakt door het hogere tarief voor product «Toezicht» per 1 juli 2024.

Toelichting op de lasten

Personele kosten

De personele kosten nemen toe met € 22,4 mln. als gevolg van de cao-verhoging. Daarvan heeft € 17,1 mln. betrekking op hogere salariskosten in 2024 en € 5,3 mln. op de herwaardering van de bestaande verlofverplichting als gevolg van de cao-verhoging.

Toelichting op het resultaat

In deze suppletoire begroting wordt rekening gehouden met een verlies van € 6,0 mln. Dit wordt veroorzaakt doordat besloten is de cao-verhoging in 2024 niet tussentijds door te belasten aan het bedrijfsleven. Vanaf 1 januari 2025 wordt dit wél meegenomen in de nieuwe tarieven voor het bedrijfsleven. Het verlies van € 6,0 mln. zal ten laste van het eigen vermogen komen, conform besluit in bestuurlijke driehoek.

Tabel 13 Kasstroomoverzicht Baten-lastenagentschap NVWA (Suppletoire begroting september) (bedragen x € 1.000)
 

Omschrijving

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties Suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

1.

Rekening-courant RHB 1 januari + depositorekeningen

65.740

0

65.740

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

622.458

16.399

638.857

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–)

–/–614.195

–/– 22.399

–/– 636.594

2.

Totaal operationele kasstroom

8.263

–/– 6.000

2.263

 

Totaal investeringen (–/–)

–/– 12.050

0

–/– 12.050

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

–/– 12.050

0

–/– 12.050

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–)

0

0

0

 

Eenmalige storting door moederdepartement (+)

0

0

0

 

Aflossingen op leningen (–/–)

–/– 6.500

0

–/– 6.500

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

12.050

0

12.050

4.

Totaal financieringskasstroom

6.056

0

6.056

5.

Rekening-courant RHB 31 december (=1+2+3+4)

68.009

–/– 6.000

62.009

Toelichting

Operationele kasstroom

De operationele kasstroom is € 6,0 mln. lager dan begroot, doordat besloten is de cao-verhoging in 2024 niet tussentijds door te belasten aan het bedrijfsleven. Vanaf 1 januari 2025 wordt dit wél meegenomen in de nieuwe tarieven voor het bedrijfsleven.

Rekening courant

De verwachte stand rekening-courant neemt ten opzichte van de eerste suppletoire begroting af met € 6,0 mln. tot € 62,0 mln.

Tabel 14 Overzicht doelmatigheidsindicatoren (Suppletoire begroting september)
 

Stand 1e suppletoire begroting 2024

Stand suppletoire begroting september 2024

Tarieven

   

Gemiddelde kostprijs (€/uur)

136,03

148,66

Index 2012 = € 94,07 = 100

144,61

158,03

Omzet per productgroep (in € mln.)

   

Toezicht (moeder- en overige departementen; exclusief EGB’n)

394,4

410,8

Overige producten (derden)

134,4

134,4

Percentage meerwerk t.o.v. Jaarplan

0,00%

0,00%

FTE

   

Aantal FTE (excl. Externe inhuur)1

3.310

3.310

Verhouding FTE direct/indirect (exclusief externe inhuur)

2.615/695

2.615/695

Salariskosten per fte

98.018

104.663

Saldo van baten en lasten

   

Saldo van baten en lasten als % van de totale baten

0%

–/– 1,01%

Kwaliteit

   

Afhandelsnelheid informatieverzoeken, klachten en meldingen

90%

90%

Tijdig betaalde facturen (< 30 dagen)

95%

95%

X Noot
1

De gemiddelde bezetting is niet alleen exclusief herplaatsingskandidaten, maar ook exclusief Van-WerkNaarWerk-kandidaten.

Toelichting

Het toegekende meerwerk t.o.v. het Jaarplan bij de 1ste Jaarplanwijziging is per saldo dusdanig beperkt dat het percentage meerwerk afgerond uitkomt op 0,00%.

C DE BEGROTING VAN HET DIERGEZONDHEIDSFONDS (F)

Tabel 15 Budgettaire gevolgen van beleid (Suppletoire begroting september) (bedragen x € 1.000)
   

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties Suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Art.

Verplichtingen

21.966

15.315

37.281

         
 

Uitgaven

40.794

0

40.794

         

1.2

Bestrijding van dierziekten (opdrachten)

11.644

0

11.644

 

Bestrijding van dierziekten (opdrachten)

11.644

0

11.644

 

Bestrijding van dierziekten (opdrachten)

11.644

0

11.644

1.4

Overig (opdrachten)

1.155

0

1.155

 

Overig (opdrachten)

1.155

0

1.155

 

Overig (opdrachten)

1.155

0

1.155

1.8

Bestrijding van dierziekten (schade)vergoedingen

4.092

0

4.092

 

Bestrijding van dierziekten (schade)vergoedingen

4.092

0

4.092

 

Bestrijding van dierziekten (schade)vergoedingen

4.092

0

4.092

1.9

Overig (subsidies)

737

0

737

 

Overig (subsidies)

737

0

737

 

Overig (subsidies)

737

0

737

1.15

Bewaking (Bijdrage aan ZBO's / RWT's)

22.159

0

22.159

 

Bewaking (Bijdrage aan ZBO's / RWT's)

22.159

0

22.159

 

Bewaking (Bijdrage aan ZBO's / RWT's)

22.159

0

22.159

1.16

Overig (bijdrage aan ZBO's / RWT's)

1.007

0

1.007

 

Overig (bijdrage aan ZBO's / RWT's)

1.007

0

1.007

 

Overig (bijdrage aan ZBO's / RWT's)

1.007

0

1.007

         
 

Ontvangsten

31.558

0

31.558

Toelichting

Bewaking van dierziekten (subsidies)

Tijdens het opstellen van de ontwerpbegroting 2024 zijn er te weinig verplichtingen aangegaan op bewaking van dierziekten (subsidies). In de 1e suppletoire begroting 2024 zijn deze verplichtingen overgeheveld naar bijdrage aan ZBO's/RWT's (bewaking). Dit omdat de bijdrage aan de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) voor bewaking van dierziekten vanaf 2025 wordt verantwoord onder bijdrage aan ZBO's/RWT's (bewaking). Het verhogen van de verplichtingen nu voorkomt negatieve standen op bewaking (subsidies).

Overig (subsidies)

Tijdens het opstellen van de ontwerpbegroting 2024 zijn er te weinig verplichtingen aangegaan op overig (subsidies). In de 1e suppletoire begroting 2024 zijn deze verplichtingen overgeheveld naar bijdrage aan ZBO's/RWT's (overig). Dit omdat de bijdrage aan GD voor overige werkzaamheden vanaf 2025 wordt verantwoord onder bijdrage aan ZBO's/RWT's (overig). Het verhogen van de verplichtingen nu voorkomt negatieve standen op overig (subsidies).

Tabel 16 Budgettaire gevolgen van beleid (Suppletoire begroting september) Ontvangsten (bedragen x € 1.000)
   

Stand eerste suppletoire begroting (incl. amendementen en NvW) (1)

Mutaties Suppletoire begroting september (2)

Stand suppletoire begroting september (3) = (1) + (2)

Art.

Ontvangsten

31.558

0

31.558

         

1.10

Ontvangsten LNV

12.373

0

12.373

 

Ontvangsten LNV

12.373

0

12.373

 

Ontvangsten LNV

12.373

0

12.373

1.11

Ontvangsten sector

14.079

0

14.079

 

Ontvangsten sector

14.079

0

14.079

 

Ontvangsten sector

14.079

0

14.079

1.12

Ontvangsten EU

419

0

419

 

Ontvangsten EU

419

0

419

 

Ontvangsten EU

419

0

419

1.13

Bijdrage sector crisisreserve

4.687

0

4.687

 

Bijdrage sector crisisreserve

4.687

0

4.687

 

Bijdrage sector crisisreserve

4.687

0

4.687

Naar boven