36 611 Wijziging van enkele wetten ter uitvoering van de beëindiging van de salderingsregeling voor elektriciteit en enkele technische wijzigingen

Nr. 9 AMENDEMENT VAN DE LEDEN GRINWIS EN ROODERKERK

Ontvangen 17 oktober 2024

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I worden na de aanhef twee onderdelen ingevoegd, luidende:

0A

In artikel 2.5 wordt, onder vernummering van het achtste lid tot het negende lid, na het zevende lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 8. Indien een marktdeelnemer een leverings- en terugleveringsovereenkomst heeft met een actieve afnemer, dan bedraagt de redelijke vergoeding, bedoeld in het zevende lid, niet minder dan 50% van de voor de levering overeengekomen prijs.

1A

In artikel 2.5, achtste lid, wordt «50%» vervangen door «een jaarlijks door de ACM vast te stellen percentage».

II

Aan artikel V, tweede lid, wordt toegevoegd «, en treedt artikel I, onderdeel 1A, van deze wet in werking met ingang van 1 januari 2030».

Toelichting

Indieners achten het van belang dat consumenten stevigere bescherming verdienen dan tot dusverre in het wetsvoorstel is voorzien. Stevige bescherming is van belang aangezien consumenten weinig onderhandelingsmacht hebben ten opzichte van energieleveranciers.

De indieners willen daarom dat er per wet wordt vastgelegd dat vanaf inwerkingtreding van de wet tot 1 januari 2030 de redelijke vergoeding wordt vastgesteld op niet minder dan 50% van voor de levering overeengekomen prijs. Met het in de wet vastleggen van de hoogte van dit minimumtarief van de redelijke vergoeding tot 1 januari 2030 wordt er zekerheid gecreëerd voor consumenten en bedrijven over de vergoeding voor elektriciteit die niet gesaldeerd kan worden. Dit voorstel leidt er mede toe dat de terugverdientijd van zonnepanelen na afschaffing van de salderingsregeling minder hard oploopt dan zonder deze bescherming het geval is.

Het rapport van Berenschot (2024) werkt met een redelijke vergoeding van 25%, maar ook dan zou de terugverdientijd van zonnepanelen kunnen oplopen tot bijna 14 jaar als de zonnepanelen in 2027 of later worden aangeschaft. Indieners achten een redelijke vergoeding van 50% daarom meer op zijn plaats. Een redelijke vergoeding van ten minste 50% van de voor de levering overeengekomen prijs zorgt bovendien nog steeds voor een prikkel om zelf opgewekte energie alsnog te verbruiken op het moment dat het wordt opgewekt. Bovendien biedt dit energieleveranciers ook de mogelijkheid om een markt te creëren voor flexibiliteit, wat bijdraagt aan het ontlasten van het elektriciteitsnet.

Vanaf 1 januari 2030 zal de ACM jaarlijks de berekeningswijze van de redelijke vergoeding vaststellen.

Grinwis Rooderkerk

Naar boven