De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I wordt na onderdeel C een onderdeel ingevoegd, luidende:
II
Na artikel VII wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL VIIa
In de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001 vervalt hoofdstuk 2, artikel I, onderdeel
E.
III
In artikel XV, onderdeel E, onder 1, wordt na «eerste lid» ingevoegd «vervalt «en
3.12» en».
Toelichting
Afschaffing landbouwvrijstelling (onderdelen I tot en met III)
Dit amendement is bedoeld om een overbodige vrijstelling in het belastingstelsel te
schrappen, namelijk de landbouwvrijstelling. Het Nederlandse belastingstelsel bevat
zeer veel vrijstellingen, aftrekposten en regelingen die ondoelmatig, inefficiënt
of simpelweg overbodig zijn. Dit leidt tot grote complexiteit en onrechtvaardige uitkomsten.
De landbouwvrijstelling is daar een schoolvoorbeeld van. De landbouwvrijstelling zorgt
ervoor dat eigenaren van landbouwgrond die die grond verkopen geen belasting hoeven
af te dragen over de winst die zij daarbij maken, in tegenstelling tot de eigenaren
van andere soorten grond of bedrijfsmiddelen. Deze maatregel had ooit als doel om
fiscale gelijkheid te bereiken tussen eigenaren van landbouwgrond die hun land zelf
bewerkten en degenen die het verpachtten. Met de invoering van de Wet inkomstenbelasting
in 2001is geregeld dat ook iemand die zijn grond verpacht belasting moet betalen over
winst bij verkoop, net zoals dat altijd al moest bij landbouwgrond. Hiermee is het
beleidsdoel, het opheffen van fiscale ongelijkheid, behaald. De vele evaluaties van
de regeling laten dan ook duidelijk zien dat de landbouwvrijstelling geen bestaansrecht
(meer) heeft.
Dit amendement beoogt daarom de landbouwvrijstelling zonder overgangsrecht af te schaffen
per 1 januari 2025. In verband met de afschaffing van de landbouwvrijstelling komt
tevens hoofdstuk 2, artikel I, onderdeel E, van de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting
2001 (dat dan overbodig wordt) te vervallen. Dit onderdeel bepaalt dat de beschikkingen
die zijn afgegeven op basis van artikel 70 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964
van betekenis blijven voor de toepassing van de landbouwvrijstelling voor de Wet inkomstenbelasting
2001.
Budgettaire gevolgen
De budgettaire gevolgen van de afschaffing van de landbouwvrijstelling zonder overgangsrecht
worden in onderstaande tabel voor de eerste drie jaar na afschaffing gegeven en voor
2064. De opbrengst loopt na 2064 nog (zeer) traag omhoog. Bij de raming is uitgegaan
van het standaard gedrags- en anticipatie-effect zoals beschreven in de publicatie
«Gedragseffecten belastingmaatregelen» van het CPB.1
In mln EUR en in prijzen 2024
|
2025
|
2026
|
2027
|
2028
|
Struc (2064)
|
Opbrengst met gedrag
|
115
|
124
|
132
|
139
|
239
|
Uitvoeringsgevolgen
De voorgestelde maatregel zorgt op termijn voor een structurele complexiteitsreductie
in de uitvoering. Op korte termijn zal de maatregel tot extra discussies leiden.
Maatoug Stultiens