36 602 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2025)

Nr. 28 AMENDEMENT VAN HET LID GRINWIS

Ontvangen 21 oktober 2024

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In de in artikel I, onderdeel A, voorgestelde tabel van artikel 2.10, eerste lid, worden de in de eerste en tweede kolom als laatste genoemde bedragen verlaagd met € 1.298 en wordt het in kolom IV als tweede opgenomen percentage verlaagd met 1,66 procentpunt.

II

In de in artikel I, onderdeel B, voorgestelde tabel van artikel 2.10a, eerste lid, worden de in de eerste en tweede kolom als laatste genoemde bedragen verlaagd met € 1.298 en wordt het in kolom IV als tweede opgenomen percentage verlaagd met 1,66 procentpunt.

III

In artikel I wordt na onderdeel Q een onderdeel ingevoegd, luidende:

Qa

In artikel 8.11, tweede lid, eerste volzin, onderdeel c, wordt het als tweede genoemde bedrag verlaagd met € 192.

IV

In de in artikel VIII, onderdeel a, voorgestelde tabel van artikel 20a, eerste lid, worden de in de eerste en tweede kolom als laatste genoemde bedragen verlaagd met € 1.298 en wordt het in kolom IV als tweede opgenomen percentage verlaagd met 1,66 procentpunt.

V

In de in artikel VIII, onderdeel b, voorgestelde tabel van artikel 20b, eerste lid, worden de in de eerste en tweede kolom als laatste genoemde bedragen verlaagd met € 1.298 en wordt het in kolom IV als tweede opgenomen percentage verlaagd met 1,66 procentpunt.

Toelichting

Dit amendement regelt dat het tarief van de nieuwe tweede schijf verlaagd wordt van 37,48% naar 35,82%. Hiermee is het tarief van de tweede schijf gelijk aan dat van de eerste schijf, waarmee de begrijpelijkheid van het stelsel niet afneemt, zoals in het kabinetsvoorstel, maar toeneemt. Dekking wordt gevonden in het niet-indexeren van de schijfgrens van het toptarief en het verlagen van de arbeidskorting (die vorig jaar met 480 euro verhoogd is). Doordat deze ingreep plaatsvindt in het traject van de tweede schijf, zijn de inkomenseffecten vrijwel nihil. Dit amendement vermindert naast de complexiteit de verstorende werking van de arbeidskorting, waarvan immers – in de woorden van de vorige Staatssecretaris – «de grenzen van de inzet van bereikt zijn».

Indiener is van mening dat een extra schijf in box 1 moet worden doorgevoerd op het moment dat (een deel van) de heffingskortingen niet meer inkomensafhankelijk afbouwen en niet dat er, zoals in het huidige voorstel, de facto nog een extra inkomensafhankelijke knop wordt gecreëerd.

Grinwis

Naar boven