36 602 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2025)

32 847 Integrale visie op de woningmarkt

Nr. 153 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 maart 2025

In opdracht van het Ministerie van Financiën en het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening evalueerde onderzoeksbureau Stichting Economisch Onderzoek (SEO) vier vrijstellingen in de overdrachtsbelasting die verband houden met de woningmarkt. Dit is het vervolg op evaluatie van de Wet differentiatie overdrachtsbelasting en verhoging van het algemene tarief naar 10,4% dat ik op 17 september 2024 met uw Kamer heb gedeeld.1 SEO onderzocht onder andere hoe doeltreffend en doelmatig deze vier fiscale regelingen zijn en noteerde de conclusies in het evaluatierapport «Kopen zonder heffen – deelrapport 2», dat ik u hierbij, mede namens de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, aanbied.

In de evaluatie worden de vier regelingen onder meer beoordeeld op doeltreffendheid en doelmatigheid. In onderstaande tabel worden de resultaten getoond:

Vrijstelling

Onderbouwing overheidsingrijpen

Doeltreffend

Doelmatig

Budgettair belang

Verkoop onder voorwaarden

Ja

Ja

Ja

Ca. € 50 mln. p/j.

Taakoverdracht

Ja

Deels1

Deels

Onbekend

Wijkontwikkelings-maatschappij

Ja

Nee

Deels

Onbekend, maar verwaarloosbaar

Wooninvesterings-fonds

Nee, niet meer actueel

Nvt2

Nvt

Verwaarloosbaar

X Noot
1

Niet alle overdrachten die bijdragen aan het algemeen nut zoals gedefinieerd in de Nationale Prestatie Afspraken tussen het Rijk, woningcorporaties en gemeenten kunnen aanspraak maken op de vrijstelling.

X Noot
2

Doeltreffendheid en doelmatigheid kunnen niet vastgesteld worden omdat de vrijstelling niet (meer) wordt gebruikt.

De uitkomsten van het onderzoek worden de komende tijd gewogen. Zoals beschreven in de begrotingsregels van dit kabinet geldt als uitgangspunt dat voor een negatief geëvalueerde fiscale regeling moet worden bezien of de regeling wordt afgeschaft, versoberd, hervormd of gemotiveerd gehandhaafd. Voor het zomerreces volgt een kabinetsreactie.

De Staatssecretaris van Financiën, T. van Oostenbruggen


X Noot
1

Kamerstukken II 2024/25, 36 602, nr. 5.

Naar boven