Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 november 2024
In deze brief geef ik een appreciatie van twee na de begrotingsbehandeling ingediende
amendementen (nr. 58 en nr. 61) met betrekking tot de wetsvoorstellen voor de begroting
van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei voor 2025.
Amendement (Kamerstuk 36 600 XXIII, nr. 58): Middelen voor niet-commerciële organisaties aanpak energiearmoede
Tijdens de begrotingsbehandeling KGG voor 2025 is het amendement van de leden Rooderkerk
en Postma ingediend. Na afloop van het debat is de dekking voor dit amendement gespecificeerd.
Met de bij amendement vrijgemaakte middelen kunnen lokale samenwerkingen worden opgezet
tussen gemeenten, buurtverenigingen, werkbedrijven en welzijnsorganisaties. Dit draagt
bij aan een effectieve aanpak van energiearmoede door middel van coaching en fixing.
De hulp wordt gratis aangeboden aan gemeenten en richt zich specifiek op huishoudens
met een hoge energiearmoede.
Het amendement verlaagt het budget binnen artikel 31 van de KGG-begroting (Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering)
met € 10 miljoen. De middelen worden in mindering gebracht op het juridisch onverplichte
deel van de post Uitvoeringskosten Klimaat Medeoverheden. De middelen worden overgeheveld
naar de begroting van het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
(artikel 2: Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit). Deze dekking is
in beginsel niet wenselijk, aangezien dit betekent dat medeoverheden minder middelen
hebben om taken op het gebied van klimaat- en energiebeleid uit te voeren. Na overheveling
naar de VRO-begroting zullen de middelen beschikbaar worden gesteld aan de medeoverheden
en zal het kabinet het gesprek voeren met de medeoverheden over de prioritering van
taken.
Ik geef het amendement oordeel Kamer omdat het aansluit bij de kabinetsinzet op het
bestrijden van energiearmoede, en omdat in totaliteit de middelen die aan de decentrale
overheden beschikbaar kunnen worden gesteld, constant blijven.
Amendement (Kamerstuk 36 600 XXIII, nr. 61): Herstart project 6–25 voor energie-intensieve bedrijven
Tijdens de begrotingsbehandeling KGG voor 2025 is het amendement van het lid Flach
c.s. ingediend. Dit amendement is na afloop van het debat gewijzigd; de duur is teruggebracht
van 5 jaar naar 1 jaar. Dit amendement stelt voor om € 1 miljoen beschikbaar te stellen in 2025 voor een herstart van
project 6–25. De middelen worden in mindering gebracht op het budget voor de Demonstratieregeling
Energie- en Klimaatinnovatie (DEI+).
Project 6–25 was in het verleden succesvol in het ondersteunen van energie-intensieve
bedrijven, met name ETS-bedrijven, bij het nemen van energiebesparende maatregelen.
Met de beëindiging van de Rijksbijdrage is echter deze samenwerking en kennisdeling
stil komen te liggen. Het amendement beoogt deze samenwerking nieuw leven in te blazen
en uit te breiden naar energie-intensieve mkb-bedrijven buiten het ETS. Met partijen
uit het energiebesparingsdomein werk ik nu de beste vorm van de samenwerking uit.
Ik geef ook dit amendement oordeel Kamer, omdat het bijdraagt aan de versnelling van
energiebesparingen, ondersteuning biedt aan industrie en het mkb, en aansluit bij
de klimaatdoelstellingen. De voorgestelde dekking via de DEI+ is toereikend en heeft
minimale impact op andere initiatieven.
De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.T.M. Hermans