De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de grote voorraad te plannen bouwzaken en de doorlooptijden bij
de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een van de oorzaken is van het
woningtekort;
constaterende dat de Wet griffierechten burgerlijke zaken in 2020 is gemoderniseerd,
waarmee nieuwe griffierechtcategorieën zijn geïntroduceerd in het civiele recht;
constaterende dat de griffierechten in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak
relatief laag zijn in vergelijking met de griffierechten in civiele hogerberoepszaken;
overwegende dat natuurlijke personen momenteel een bedrag van € 279 aan griffierechten
betalen voor een procedure in hoger beroep bij de Raad van State en niet-natuurlijke
personen een bedrag van € 559 betalen;
van mening dat wanneer het bezwaar en beroep van belanghebbenden in bouwzaken zowel
door het bestuursorgaan als door de bestuursrechter ongegrond zijn verklaard, belanghebbenden
een gedegen afweging dienen te maken voor het instellen van hoger beroep bij de Afdeling;
van mening dat mensen met een laag inkomen altijd een beroep moeten kunnen doen op
de vrijstelling van betaling van griffierechten, zodat de toegang tot het recht voor
iedereen gewaarborgd blijft;
verzoekt de regering nieuwe griffierechtcategorieën, met hogere bedragen, te bewerkstelligen
voor hogerberoepszaken in bouwzaken teneinde te bevorderen dat de instroom van hogerberoepszaken
in bouwzaken bij de Afdeling kan worden teruggebracht, en het wetsvoorstel uiterlijk
in het tweede kwartaal 2025 naar de Kamer te sturen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Meulenkamp
Wijen-Nass
Welzijn
Grinwis
Vedder