36 600 XX Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Asiel en Migratie (XX) voor het jaar 2025

27 062 Alleenstaande minderjarige asielzoekers

R1 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 7 november 2025

De vaste commissie voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad2 heeft schriftelijk overleg gevoerd met de Minister voor Asiel en Migratie over het rapport van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) over de Nidos regio Apeldoorn. Bijgaand brengt de commissie hiervan verslag uit. Dit verslag bestaat uit:

  • De uitgaande brief van 15 oktober 2025.

  • De antwoordbrief van 6 november 2025.

De griffier van de vaste commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad, Dragstra

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL / JBZ-RAAD

Aan de Minister voor Asiel en Migratie

Den Haag, 15 oktober 2025

De leden van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad hebben met belangstelling kennisgenomen van het afschrift van uw brief inzake het rapport van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) over de Nidos regio Apeldoorn3. De leden van de fracties van GroenLinks-PvdA en de PVV leggen naar aanleiding hiervan graag de navolgende vragen aan u voor.

Vragen van de GroenLinks-PvdA fractie

Allereerst willen de leden van de fractie van GroenLinks-PvdA u danken voor de toezending van het rapport van de IGJ over de regio Apeldoorn, alsmede voor de reactie van Nidos.

Deze leden begrijpen goed de complexe context waarin Nidos haar wettelijke taken ten aanzien van alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv) moet uitvoeren. De door het beleid van dit kabinet veroorzaakte chaos in de asielopvang, de vaak zware problematiek van de jongeren en de grote personele druk binnen de organisatie maken deze taak buitengewoon moeilijk.

De leden van de fractie van GroenLinks-PvdA zijn bovendien verheugd dat het onderzoek van de IGJ geen aanleiding geeft om Nidos onder verscherpt toezicht te plaatsen. Dat is een belangrijke constatering, die erkenning geeft aan de inspanningen van medewerkers binnen een moeilijke uitvoeringspraktijk.

Toch hebben deze leden enkele vervolgvragen:

1.

Beperking tot één regio

Het onderzoek van de IGJ heeft zich gericht op de regio Apeldoorn. Kunt u toelichten welke inzichten en informatie beschikbaar zijn over de andere regio’s waarin Nidos actief is?

Is elders aanvullend onderzoek uitgevoerd of gepland, en zo ja, op welke wijze worden de bevindingen daarvan met de Kamer gedeeld?

2.

Signalen over opvanggezinnen

De signalen die onder meer in de uitzending van Zembla naar voren kwamen, betroffen mogelijke misstanden rondom opvanggezinnen en de geschiktheid van deze gezinnen voor de opvang van kwetsbare jongeren.

Uit het IGJ-rapport blijkt dat in het kader van dit onderzoek slechts vier opvangouders telefonisch zijn gesproken. Kunt u aangeven of u deze aanpak een adequate en betrouwbare methode vindt om juist dit specifieke signaal voldoende te onderzoeken? Zo ja, op grond waarvan acht u deze steekproef representatief?

Zo nee, welke aanvullende navraag of welk aanvullend vervolgonderzoek is of wordt gedaan om een vollediger beeld te krijgen van de kwaliteit en veiligheid binnen de opvanggezinnen van Nidos?

Vragen van de leden van de PVV-fractie

In de brief (p. 3) wordt ten aanzien van het IGJ-onderzoek bij Nidos in de regio Apeldoorn gesteld dat er tekortkomingen zijn ten aanzien van de veiligheid. De leden van de PVV-fractie citeren:

«De tweede norm waarop de regio onvoldoende scoort is de manier waarop jeugdbeschermers professionele afwegingen maken over de veiligheid van amv en handelen op (signalen van) onveiligheid bij de uitvoering van de voogdij. Volgends de IGJ blijkt in de praktijk dat jeugdbeschermers niet systematisch werken met risicotaxaties, waardoor signalen onvoldoende worden gewogen en opgevolgd. De inspectie verwacht dat Nidos op korte termijn werk maakt van het structureel invoeren van risicotaxaties en het verbeteren van de dossiervoering.»

Ook geeft de brief aan: «Inmiddels is Nidos begonnen met het opstellen van een verbeterplan en de analyse van de situatie in andere regio’s» (p. 4).

Voor wat de andere regio’s betreft gaf burgemeester Mikkers van ’s-Hertogenbosch in het Brabants Dagblad op 31 augustus jl. aan dat Nidos te vrijblijvend handelt, gelet op de ernstige overlast in Den Bosch van Syrische amv:

«Mikkers trok vorige week ook bij Nidos aan de bel, omdat hij vindt dat de begeleiding niet adequaat genoeg is. De Bossche burgemeester is kritisch op Nidos, de organisatie die verantwoordelijk is voor een deel van de jongeren, omdat zij de voogdij, opvang en begeleiding regelen van jonge vluchtelingen die zonder ouders in Nederland verblijven. Volgens hem wordt er te vrijblijvend gehandeld.»4

De leden van de PVV-fractie vragen of u kunt aangeven of u de door de burgemeester van ’s-Hertogenbosch op het Nidos geuite kritiek deelt, dat de begeleiding van amv door het Nidos niet adequaat genoeg is en er te vrijblijvend gehandeld wordt. Zo ja, op welke wijze wordt hierop ingegrepen? Bent u ook bereid om (bij Nidos opgevangen) amv die zich zo ernstig misdragen het land uit te zetten? Zo nee, waarom niet?

De IGJ constateerde in de regio Apeldoorn bij het Nidos risico’s ten aanzien van «onveiligheid bij de uitvoering van de voogdij» (p. 3 van de brief). Kunt u aangeven in hoeverre daarbij ook de onveiligheid voor de leefomgeving wordt meegenomen, zoals door Syrische amv veroorzaakte overlast en gewelddadigheden in Den Bosch? Kunt u aangeven of dit ook wordt meegenomen in de aanbevolen risicotaxaties? Bent u bereid om de analyse van de situatie in de andere regio’s ook met het parlement te delen?

De leden van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad zien uw beantwoording met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag binnen 4 weken na dagtekening van deze brief.

Voorzitter van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel / JBZ-Raad, A.W.J.A van Hattem

BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ASIEL EN MIGRATIE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 november 2025

Op 15 oktober jl. heeft u namens de vaste commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-raad aangegeven kennis te hebben genomen van het afschrift van de brief inzake het rapport van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) over de Nidos regio Apeldoorn5. De leden van de fracties van GroenLinks-PvdA en de PVV hebben naar aanleiding van deze brief aanvullende vragen gesteld. In deze brief beantwoord ik deze vragen.

Vragen van de leden van de GroenLinks-PvdA fractie

1.

Het onderzoek van de IGJ heeft zich gericht op de regio Apeldoorn. Kunt u toelichten welke inzichten en informatie beschikbaar zijn over de andere regio’s waarin Nidos actief is? Is elders aanvullend onderzoek uitgevoerd of gepland, en zo ja, op welke wijze worden de bevindingen daarvan met de Kamer gedeeld?

Antwoord:

Nidos heeft naar aanleiding van het rapport een resultaatanalyse uitgevoerd om na te gaan of de tekortkomingen die in de regio Apeldoorn zijn vastgesteld, ook in de overige negentien regio’s van Nidos voorkomen. Daarnaast heeft Nidos de door de IGJ geformuleerde verbeteracties vertaald naar acht overkoepelende doelstellingen die voor alle regio’s zullen gelden. Op basis daarvan is een landelijk ontwikkelplan opgesteld, dat momenteel ter beoordeling bij de IGJ ligt.

In december 2025 zal Nidos het definitieve landelijke ontwikkelplan aan de IGJ aanbieden. De IGJ heeft Nidos verzocht haar halfjaarlijks te informeren over de voortgang van het landelijke ontwikkeltraject. In de eerste helft van 2026 zal de IGJ toetsen of de verbeteracties binnen de gestelde termijn aantoonbaar zijn geïmplementeerd in de regio Apeldoorn. Daarnaast volgt de IGJ ook de landelijke ontwikkelingen.

De IGJ blijft de situatie bij Nidos met aandacht volgen en zal hierover periodiek in gesprek blijven met het bestuur van Nidos. Zodra de IGJ het definitieve landelijke ontwikkelplan heeft beoordeeld, zal ik de Kamer informeren over de bevindingen en de verdere opvolging van het verbetertraject.

2.

De signalen die onder meer in de uitzending van Zembla naar voren kwamen, betroffen mogelijke misstanden rondom opvanggezinnen en de geschiktheid van deze gezinnen voor de opvang van kwetsbare jongeren. Uit het IGJ-rapport blijkt dat in het kader van dit onderzoek slechts vier opvangouders telefonisch zijn gesproken. Kunt u aangeven of u deze aanpak een adequate en betrouwbare methode vindt om juist dit specifieke signaal voldoende te onderzoeken? Zo ja, op grond waarvan acht u deze steekproef representatief? Zo nee, welke aanvullende navraag of welk aanvullend vervolgonderzoek is of wordt gedaan om een vollediger beeld te krijgen van de kwaliteit en veiligheid binnen de opvanggezinnen van Nidos?

Antwoord:

De IGJ heeft zich gefocust op hoe Nidos haar werk uitvoert en niet op hoe de kwaliteit van de opvangouders is – dit valt buiten de bevoegdheid van de IGJ. Om deze reden is aan een aantal ouders gevraagd hoe zij de samenwerking met Nidos hebben ervaren en hoe deze samenwerking is verlopen. Uiteindelijk heeft de IGJ vier ouders bereid gevonden mee te werken aan een telefonisch gesprek. Het doel van deze gesprekken was om de ervaringen van deze ouders te kunnen staven aan de bevindingen uit het toezicht en het perspectief van opvangouders ook te belichten.

Daarnaast heeft Nidos een eigen intern onderzoek uitgevoerd naar de veiligheid van jongeren in opvanggezinnen naar aanleiding van externe signalen daarover. In de periode van 21 maart tot en met 9 april 2025 hebben jeugdbeschermers nagenoeg alle jongeren en opvanggezinnen bezocht en gesproken. Daarbij is ook een inschatting gemaakt van de fysieke leefomgeving van de jongeren. Uit deze landelijke momentopname is naar voren gekomen dat het overgrote deel van de ruim 3000 jongeren woont in een stabiele en veilige omgeving. Tegelijkertijd zijn er ook aandachtspunten gesignaleerd. Zo waren er bij ruim tien procent zorgen over het mentaal welzijn, en bij één procent signalen die raken aan veiligheid. Waar nodig is direct actie ondernomen. In veel gevallen waren deze signalen al bekend en zijn ze opgepakt binnen de bestaande werkprocessen.

In het rapport6 dat is gepubliceerd naar aanleiding van het interne onderzoek concludeert Nidos dat zij op twee fundamentele assen verder aan de slag gaat om de kwaliteit en veiligheid van de opvang te blijven waarborgen:

  • 1. Versterken van kwaliteit en vakmanschap van jeugdbeschermers en Opvang en Wonen in Gezinsverband (OWG)-werkers, onder andere door gerichte functiescholing voor startende medewerkers, methodische handvatten en het borgen van een stevige leerlijn met PDCA-cyclus (Plan, Do, Check, Act).

  • 2. Versterken van de begeleiding van opvanggezinnen, onder meer door betere voorlichting en praktische informatievoorziening, en door de methodische werkwijze bij de begeleiding van gezinnen verder te ontwikkelen.

Vragen van de leden van de PVV-fractie

1.

Burgemeester Mikkers van ’s-Hertogenbosch gaf in het Brabants Dagblad op 31 augustus jl. aan dat Nidos te vrijblijvend handelt, gelet op de ernstige overlast in Den Bosch van Syrische amv. De leden van de PVV-fractie vragen of u kunt aangeven of u de door de burgemeester van ’s-Hertogenbosch op het Nidos geuite kritiek deelt, dat de begeleiding van amv door het Nidos niet adequaat genoeg is en er te vrijblijvend gehandeld wordt. Zo ja, op welke wijze wordt hierop ingegrepen? Bent u ook bereid om (bij Nidos opgevangen) amv die zich zo ernstig misdragen het land uit te zetten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord:

Mijn ministerie is de afgelopen maanden intensief in gesprek geweest met Nidos, betrokken ketenpartners en gemeenten over de signalen van overlast door Syrische amv. Deze doelgroep is divers: het betreft jongeren in COA-opvang, jongeren onder voogdij van Nidos en jongeren zonder vaste woon- of verblijfplaats. Deels gaat het ook om statushouders gaat die niet onder voogdij van Nidos vallen.

In nauwe afstemming tussen gemeente en Nidos zijn de overlastgevende jongeren in beeld gebracht, waarna een gesprek heeft plaatsgevonden met zowel de minderjarige als diens voogd of ouder. In overleg met jongere, (opvang)ouders, begeleiders en interne disciplines (gedragswetenschappers of ICM’ers) is gekeken of aanvullende interventies noodzakelijk zijn.

Nidos neemt de signalen van overlast zeer serieus, en ziet verbetering met de samenwerking tussen ketenpartners en gemeenten op dit thema. Sinds kort heeft Nidos een taskforce binnen de organisatie opgericht die zich specifiek op dit onderwerp focust, om zo tot verbeterde handelingskaders en samenwerkingsafspraken met gemeenten te komen.

Bij ernstige misdrijven kan een asielvergunning worden geweigerd of ingetrokken. Dat geldt ook voor minderjarigen, inclusief jongeren afkomstig uit Syrië. Eind vorig jaar is de Kamer geïnformeerd over de aanscherping van het openbare-ordebeleid, waardoor nu ook veroordelingen in het jeugdstrafrecht worden betrokken bij de beoordeling of een verblijfsvergunning kan worden geweigerd of ingetrokken.

2.

De IGJ constateerde in de regio Apeldoorn bij het Nidos risico’s ten aanzien van «onveiligheid bij de uitvoering van de voogdij» (p. 3 van de brief). Kunt u aangeven in hoeverre daarbij ook de onveiligheid voor de leefomgeving wordt meegenomen, zoals door Syrische amv veroorzaakte overlast en gewelddadigheden in Den Bosch? Kunt u aangeven of dit ook wordt meegenomen in de aanbevolen risicotaxaties? Bent u bereid om de analyse van de situatie in de andere regio’s ook met het parlement te delen

Antwoord:

Het toezicht van de IGJ op de Nidos-regio Apeldoorn richtte zich primair op de veiligheid van de jongeren zelf; daarbij is niet onderzocht in hoeverre amv zélf onveiligheid in hun leefomgeving veroorzaken.

Zoals de IGJ heeft aanbevolen, zal Nidos structureel en planmatig gaan werken aan het inschatten van de veiligheid en ontwikkeling van jongeren, en deze aspecten proactief en preventief bespreken met samenwerkingspartners.

Nadat de IGJ het definitieve landelijke ontwikkelplan van Nidos heeft beoordeeld, zal ik de Kamer informeren over de bevindingen in andere regio’s en over de verdere opvolging van het verbetertraject.

De Minister voor Asiel en Migratie, M.C.G. Keijzer


X Noot
1

De letter R heeft alleen betrekking op 36 600 XX.

X Noot
2

Samenstelling:

Marquart Scholtz (BBB), Griffioen (BBB), Karimi (GroenLinks-PvdA), Lagas (BBB), Veldhoen (GroenLinks-PvdA), Ramsodit (GroenLinks-PvdA), Thijssen (GroenLinks-PvdA), Recourt (GroenLinks-PvdA), Kaljouw (VVD), Meijer (VVD), Van Toorenburg (CDA), Bakker-Klein (CDA), Dittrich (D66), Croll (D66), Aerdts (D66) (ondervoorzitter), Van Hattem (PVV) (voorzitter), Koffeman (PvdD), Janssen (SP), Huizinga-Heringa (CU), Van den Oetelaar (FVD), Schalk (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL), Van de Sanden (Fractie-Van de Sanden), Walenkamp (Fractie-Walenkamp)

X Noot
3

Kamerstukken I 2024–2025, 36 600 XX, Q.

X Noot
5

Kamerstukken I 2024–2025, 36 600 XX, Q

Naar boven