36 600 XX Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Asiel en Migratie (XX) voor het jaar 2025

J MOTIE VAN HET LID DITTRICH C.S.

Voorgesteld 18 maart 2025

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat volgens de begrotingsstaten 2025 van het Ministerie van Asiel en Migratie de uitgaven over de jaren 2025 t/m 2029 als volgt zijn geraamd: € 9,5 miljard in 2025, € 9,8 miljard in 2026, € 2,8 miljard in 2027, € 1,2 miljard in 2028 en € 1,2 miljard in 2029;

overwegende dat in de Voorjaarsnota 2023 is vastgelegd het COA stabieler te financieren, naar een vaste basiscapaciteit van 41.000 opvangplekken, met een meerjarige financiering;

overwegende dat deze afspraken nog niet zijn verwerkt in Rijksbegroting ingaand 2027;

constaterende dat een gevolg hiervan is dat gemeenten geen langdurige afspraken met het COA willen maken en dat als gevolg daarvan het COA meer noodopvangplekken moet realiseren tegen beduidend hogere kosten dan de kosten van reguliere opvangplekken;

overwegende dat bij de IND in 2024 de achterstanden van de behandeling van asiel- en nareisaanvragen zijn opgelopen;

overwegende dat het de verwachting is dat de IND de komende jaren nog een grote werkvoorraad heeft;

verzoekt de regering om in de Voorjaarsnota 2025 zodanige financiële middelen op te nemen die het mogelijk maken de IND en het COA stabiel te gaan financieren, zodat de IND en het COA de komende jaren voldoende en structureel gefinancierd zijn om hun taken te kunnen blijven uitoefenen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Dittrich

Karimi

Perin-Gopie

Visseren-Hamakers

Janssen

Huizinga-Heringa

Marquart Scholtz

Naar boven