36 600 XVII Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (XVII) voor het jaar 2025

H MOTIE VAN HET LID KARIMI C.S.

Voorgesteld 11 maart 2025

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat onafhankelijke evaluaties, waaronder die van IOB, aantonen dat maatschappelijke organisaties effectief bijdragen aan Nederlandse ontwikkelingsdoelen en bewezen een efficiënt kanaal zijn voor de besteding van ODA-middelen;

constaterende dat in de afgelopen jaren gemiddeld 25% van de ODA-middelen via maatschappelijke organisaties is besteed;

constaterende dat de Minister in haar brief van 11 november jl. forse en disproportionele bezuinigingen op het maatschappelijk middenveld aankondigt;

overwegende dat het behoud van kennis en netwerken essentieel is en duidelijkheid over toekomstige financiering noodzakelijk;

verzoekt de regering om minimaal 25% van het ODA-budget via maatschappelijke organisaties te blijven besteden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Karimi

Belhirch

Van Apeldoorn

Hartog

Koffeman

Van der Goot

Naar boven