36 600 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2025

Nr. 45 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN DOBBE EN BUSHOFF TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 8

Ontvangen 23 oktober 2024

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel 1 Volksgezondheid van de departementale begrotingsstaat worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 50.000 (x € 1.000).

II

In artikel 1 Volksgezondheid van de departementale begrotingsstaat worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 50.000 (x € 1.000).

Toelichting

In de begroting staat een bezuiniging ingeboekt op publieke gezondheid en pandemische paraatheid van € 50 miljoen in 2025. Deze maatregel wordt ingevuld door het schrappen van de voorgenomen vergroting van personele capaciteit bij de GGD’en, een aantal voorgenomen (onderzoeks)trajecten, zoals rond het verbeteren van de modellering van infectieziekte uitbraken, de opschaling van de IC-capaciteit en het bevorderen van leveringszekerheid van medische producten. Gezien de grote uitdagingen op het gebied van sociaaleconomische gezondheidsverschillen, preventie en pandemische paraatheid lijkt indieners dit zeer onverstandig. Ook in de begroting zelf wordt benadrukt dat deze bezuiniging «uiteraard de bescherming tegen en bestrijding van infectiezieken-uitbraken» raakt en ook «bredere gevolgen voor basis noodzorg in Nederland» heeft. Dat betekent ook dat de GGD’en minder kunnen doen om ervoor te zorgen dat Nederland voorbereid is op pandemieën, of aan bijvoorbeeld het tegengaan van sociaaleconomische gezondheidsverschillen, het tegengaan van de verspreiding van soa’s en het bevorderen van een kansrijke start voor kinderen, terwijl alle feiten erop wijzen dat er juist een grotere inzet van de GGD’en nodig is, in plaats van een bezuiniging.

De uitdagingen op het gebied van publieke gezondheid en pandemische paraatheid zijn immers immens. De vaccinatiegraad daalt, het aantal jongeren dat in aanraking komt met vapen stijgt en mensen met een laag inkomen leven gemiddeld 24 jaar korter in goede gezondheid. Daar bovenop heeft de coronacrisis laten zien wat het belang is van een goede voorbereiding op pandemieën. In 2025 raakt deze bezuiniging de pandemische paraatheid ook het hardste, terwijl Nederland daardoor amper beter voorbereid zou zijn op een nieuwe pandemie dan in 2020. Minister Agema heeft zelf ook al aangegeven deze bezuiniging eigenlijk niet te willen doorvoeren. De aanpak van deze problemen zou sterk worden bemoeilijkt als deze bezuiniging door zou gaan. Daarom stellen indieners voor om deze bezuiniging te schrappen.

De dekking hiervoor wordt gevonden in de niet-juridisch verplichte middelen van Artikel 1 Volksgezondheid. Daar staat namelijk nog € 123 miljoen aan middelen die niet-juridisch verplicht of bestuurlijk gebonden zijn. Daarvan is echter maar € 38,6 miljoen beleidsmatig gereserveerd voor specifieke programma’s. Er hoeft dus niet op deze programma’s te worden bezuinigd. Indieners zouden idealiter überhaupt geen middelen uit de VWS-begroting aanspreken, maar achten het minder onwenselijk om nog niet bestemde middelen te verschuiven dan op publieke gezondheid te bezuinigen.

Dobbe Bushoff

Naar boven