36 600 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor het jaar 2025

Nr. 114 AMENDEMENT VAN LID MOHANDIS C.S.

Ontvangen 29 november 2024

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

De departementale begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:

I

In artikel 6 Sport en bewegen worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 500 (x € 1.000).

II

In artikel 6 Sport en bewegen worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 500 (x € 1.000).

Toelichting

Dit amendement regelt dat er 500 duizend vrijkomt voor het Jeugdfonds Sport en Cultuur voor zwemles voor kinderen die opgroeien in armoede. Wij vinden dat alle kinderen in Nederland de kans moeten krijgen om hun zwemdiploma te halen en dat dit niet afhankelijk moet zijn van de portemonnee van je ouders. Daarom is het belangrijk dat er genoeg budget is voor het Sport en Cultuur fonds om zo op korte termijn te regelen dat zoveel mogelijk kinderen wel hun zwemdiploma kunnen halen.

Sinds 2018 betalen ouders gemiddeld 30 procent meer voor de zwemles van hun kinderen.1 Voor steeds meer ouders zijn de oplopende kosten een reden om hun kind niet meer op zwemles te doen. Zo peilde EenVandaag dat dit geldt voor een kwart van de ouders met een lager inkomen.2 Er ontstaat zo een ware tweedeling tussen kinderen waarvan de ouders zwemles wel kunnen betalen en kinderen waarvan de ouders zwemles niet kunnen betalen. De indieners van dit amendement vinden dat ieder kind recht heeft op zwemles.

De indieners willen via dit amendement ook regelen dat er extra budget gaat naar zwemles voor kinderen met een beperking. Doordat deze lessen in kleinere groepen worden gegeven zijn ze duurder dan de reguliere zwemles. Dit is oneerlijk, kinderen met een beperking hebben evenveel recht op zwemles als kinderen zonder beperking. Uit Mullier onderzoek blijkt dat ouders de hoge kosten als belangrijkste knelpunt zien.3 Met meer budget voor het Sport en Cultuur fonds beogen de indieners dit knelpunt weg te nemen.

Uit verscheidene onderzoeken komt naar voren dat mensen die wel recht hebben op een armoederegeling hier niet altijd gebruik van maken doordat ze niet bekend zijn met desbetreffende regeling.4 Met dit amendement wordt ook beoogd dat de vindbaarheid van inkomensondersteunende regelingen wordt verbeterd.

Dekking voor dit amendement wordt gevonden in de vrij besteedbare middelen van artikel 6 Sport en bewegen.

Mohandis Inge van Dijk Van Nispen

Naar boven