36 600 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2025

C VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ECONOMISCHE ZAKEN / KLIMAAT EN GROENE GROEI1

Vastgesteld 23 januari 2025

Inleiding

De fractieleden van de SP, ChristenUnie en PvdD hebben met belangstelling kennisgenomen van de begrotingsstaten. Dit heeft deze fractieleden aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen. Het lid van de fractie van OPNL sluit zich aan bij de gestelde vragen door de leden van de fractie van de ChristenUnie.

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

«Het Nederlands Comité voor Ondernemerschap adviseert het Ministerie van EZ over ondernemerschap en het groeipotentieel van het mkb. [...] Het regeerprogramma kondigt maatregelen aan waarmee het kabinet actiegericht gaat werken aan de versterking van het ondernemingsklimaat en de vermindering van regeldruk in 2025.»2

De fractieleden van de SP vragen wat wordt verstaan onder innovatief, ondernemend en weerbaar Nederland.

Welke klimaat- en milieueisen worden gesteld als het gaat om het Nederlandse vestigings- en ondernemingsklimaat concurrerend te houden in relatie tot het verminderen van de regeldruk?

Op welke wijze denkt deze regering te zorgen voor een gelijk internationaal speelveld?

In de begroting wordt gesteld: «Het verdienvermogen, de productiviteit en economische groei zijn belangrijk voor de welvaart in Nederland, nu en in de toekomst».3

Zijn leefbare lonen onderdeel van welvaart nu en in de toekomst?

Zouden werknemers hoger beloond moeten worden voor een hogere productiviteit?

Zou een hogere winst van bedrijven gepaard moeten zijn met een koopkrachtstijging van medewerkers?

Het belang van een goed vestigingsklimaat voor bedrijven wordt benadrukt. Onderdelen van een goed vestigingsklimaat waarin bedrijven winst kunnen maken zijn goed onderwijs, goede (OV) infrastructuur, beschikbaar schoon water en goede stroom-infrastructuur met weinig storingen.

De fractieleden van de SP vragen of bedrijven, omdat dit onderdeel is van de manier waarop zij winst kunnen maken, evenredig bij zouden moeten dragen aan dit goede vestigingsklimaat door belasting te betalen?

Welk effect hebben vervuilende bedrijven die een vervuilde leefomgeving creëren op het vestigingsklimaat voor andere bedrijven?

Het kabinet stelt actiegericht met én voor ondernemers het ondernemingsklimaat te gaan verbeteren: dat gaat dit kabinet doen via een Pact Ondernemingsklimaat.

Welke maatschappelijke organisaties worden er, naast die uit het bedrijfsleven, nog meer betrokken bij het Pact en programma ondernemingsklimaat?

Aan welke knelpunten rond fiscaliteit wordt gedacht, hoe wordt gedacht deze op te lossen en kan dit ook leiden tot verminderde belastingopbrengsten?

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO)

«Vanuit de EU komt er nieuwe wetgeving over Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). Het Ministerie van EZ onderzoekt daarom de impact op bedrijven en richt zich op beleidscoherentie en uitvoerbaarheid om administratieve lasten te verminderen. We ondersteunen het mkb bij de implementatie van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) via capaciteitsopbouw en voorlichting, en verkennen hoe we MVO beter kunnen integreren in EZ-beleidsinstrumenten. Het Ministerie van EZ ondersteunt de continuering van het Nederlands corporate governance stelsel als instrument van zelfregulering. De Corporate Governance Code blijft aanvullend op de nieuwe wetgeving. Het Invest in Holland netwerk blijft zich inzetten voor het aantrekken van investeringen en bedrijven die onze ecosystemen versterken. Acquisitie inspanningen zijn gericht op dat wat bijdraagt aan strategische prioriteiten en maatschappelijke uitdagingen.»4

De fractieleden van de SP ontvangen graag een overzicht van innovatieve oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen welke zijn voortgekomen uit bedrijven en ondernemers, exclusief de maatschappelijke uitdagingen die zij zelf hebben veroorzaakt.

Op welke wijze jagen bedrijven het lokale verenigingsleven aan en welke relatie heeft dit met maatschappelijk ondernemen?

Welke maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben bedrijven als het gaat om zaken als eerlijk loon, klimaat, een schoon milieu en op welke wijze worden bedrijven hierop aangesproken?

«Het Ministerie van EZ wil dat relevante bedrijven zich in Nederland kunnen blijven ontwikkelen, doorgroeien en investeren.»5

Welke bedrijven acht het Ministerie van Economische Zaken relevante bedrijven en welke voorwaarden worden gesteld aan het verder ontwikkelen en doorgroeien van deze bedrijven?

Digitaal Nederland

«Het Digital Trust Center ondersteunt bedrijven in het verhogen van hun digitale weerbaarheid, terwijl Publiekscampagnes zoals «Doe je Updates» en platforms als veiliginternetten.nl burgers informeren over hoe zij zichzelf digitaal kunnen beschermen. Door structureel in te zetten op cybersecurity kennisontwikkeling, innovatie en personeel, dragen we bij aan het verdienvermogen van Nederland.»6

Welke concrete inzet verwacht de regering te gaan doen, naast publiekscampagnes, als het gaat om het behoud van onze sterke concurrentiepositie als digitaal knooppunt en hoe wordt de veiligheid van deze infrastructuur op land en op zee gegarandeerd, zo vragen de fractieleden van de SP.

Telemarketing

«Het Ministerie van EZ zal op nationaal gebied consumenten beschermen door de regels over telemarketing en colportage verder aan te scherpen en het opzeggen van abonnementen te vergemakkelijken.»7

Aan welke aanvullende bescherming wordt gedacht als het gaat om het aanscherpen van de regels rond telemarketing en colportage en wordt hierbij ook gedacht over het verbieden hiervan, zo vragen de fractieleden van de SP.

Topsectoren

«Met het Topsectorenbeleid ontwikkelt het Ministerie van EZ, in samenwerking met bedrijven, kennisinstellingen en overheden, programma’s om uitdagingen en kansen die boven het vermogen van individuele partijen uitgaan. Het Topsectorenbeleid wordt vernieuwd in samenwerking met deze betrokken partijen, in lijn met de groeimarkten en de NTS. Dit omvat mede een nieuwe publiek-private governance structuur op sectoraal niveau.»8

Welke rol gaan het milieu en de energietransitie spelen bij de vernieuwde samenwerking met betrokken bedrijven binnen het topsectorenbeleid?

Op welke wijze worden, in voor en tegenspoed, de lusten en lasten verdeeld binnen de nieuwe publiek- private governance structuur?

Economische veiligheid

Welke gevolgen hebben de maatregelen ter bevordering van de economische veiligheid op de regeldruk en de wens deze te verminderen?

Welke ontwikkelingen verwacht de regering van Europa als het gaat om kennismigratie en op welke wijze denkt men de wetgeving aan te scherpen?

Welke verantwoordelijkheid, als het gaat om spionage- sabotageactiviteiten, maar ook de export van gevoelige producten, ligt er bij kennisbedrijven zelf en op welke wijze wordt hierop toegezien en waar nodig gehandhaafd?

Grondstoffen

«Het Ministerie van EZ versterkt de leveringszekerheid van kritieke grond stoffen in den brede via de Nationale Grondstoffenstrategie. De inzet op hergebruik van kritieke grondstoffen is hier onderdeel van, in samenhang met het Nationaal Programma Circulaire Economie.»9

Betekent deze versterking ook dat er importbelemmeringen of -heffingen worden opgelegd aan de goedkope import van producten die de circulaire economie belemmeren, zoals bijvoorbeeld de import van goedkoop verpakkingsplastic?

Innovatie

De regering stelt: «Innovatie draagt bij aan het Nederlandse verdienvermogen en het oplossen van maatschappelijke problemen. Met algemeen innovatiebeleid stimuleren we innovatie in de hele economie door middel van fiscale kortingen voor R&D-investeringen (WBSO), de Innovatiebox, optimalisering van intellectueel eigendomsrecht, en investeringen in onderzoeksinfrastructuur. Specifiek innovatiebeleid richt zich op innovaties van nationaal belang.»10

Welke prioriteiten worden er gesteld aan innovatie, de fractieleden van de SP ontvangen graag een overzicht.

Welke innovaties worden geacht van nationaal belang te zijn?

Welke eisen rond klimaat en groene groei worden er gesteld aan innovatieve ontwikkelingen en de subsidiering daarvan via fiscale kortingen?

«Daarnaast wordt er ook voor specifieke ontwikkelingen en sectoren innovatiebeleid gemaakt. Zo is de ruimtevaartsector een innovatieve sector en belangrijk voor de veiligheid en autonomie van Nederland.»11

Op welke wijze draagt de ruimtevaartsector bij aan de veiligheid en autonomie van Nederland, graag een overzicht van deze bijdragen?

Oekraïne

«Het Ministerie van EZ blijft zich inspannen om steun te bieden aan Oekraïne, ook bij het aantreden van een nieuwe Europese Commissie. Dit doet het Ministerie van EZ onder andere door middel van het leveren van noodhulp, net als de implementatie en toezicht van de Europese sancties. Deze sancties zijn erop gericht om de Russische oorlogsmachine zoveel mogelijk te belemmeren. Zo zal het Ministerie van EZ verantwoordelijkheid blijven nemen in de naleving van de sanctiewetgeving en sanctieverordeningen, bijvoorbeeld ten aanzien van ondernemingen waar sprake is van eigendom en zeggenschap door personen of entiteiten die op de Europese sanctielijst zijn geplaatst.»12

Op welke wijze wordt het toezicht rond de Europese sancties vormgegeven, hoe vaak was sprake van een significante overtreding, op welke wijze is hier tegen opgetreden, welke boetes werden opgelegd en hoe werd voorkomen dat betreffende overtreders in herhaling vielen?

Op welke wijze wordt gewerkt aan het voorkomen van levering van goederen die op de sanctielijst staan via derde landen, zoals bijvoorbeeld Kazachstan?

In deze begroting zien de fractieleden van de SP nog diverse kortingen ingeboekt op onderzoek en wetenschap.

De bezuiniging rond wetenschappelijk onderzoek is deels van de baan, heeft dit ook gevolgen voor de begroting van Economische Zaken en zo ja, welke?

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

Hoeveel bedrijven werden met deze garantie de afgelopen jaren geholpen, voor hoeveel stond de overheid de afgelopen jaren garant en welk risico werd hierbij gelopen?

Welke eisen rond milieu en energietransitie worden aan deze garantiestelling gesteld?

Goed functionerende economie en markten

«EZ zet in op het realiseren van de volgende strategische doelen:

  • a. Het scheppen van voorwaarden voor goed functionerende markten;

  • b. Het scheppen van voorwaarden voor een goed functionerende digitale economie;

  • c. Het voorzien in maatschappelijke behoeften aan statistieken»13

«De Europese interne markt, met inbegrip van vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal, vormt een kernonderdeel van de Europese Unie en is cruciaal voor het Nederlandse verdienvermogen.»14

In hoeverre dragen uitgebreide grenscontroles bij aan het vrije verkeer van goederen, diensten en personen en welk economisch effect hebben deze controles?

Innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

«Het bedrijvenbeleid ondersteunt de transitie naar een duurzame, weerbare en inclusieve economie met een sterk verdienvermogen, een hoge arbeidsproductiviteit(groei) en een sterk ondernemings- en vestigingsklimaat dat bijdraagt aan de welvaart van alle burgers nu en in de toekomst.»

Welke consequenties heeft het niet behalen van de randvoorwaarde, het behouden en versterken van de concurrentiepositie, op het streven naar een toekomstbestendige, circulaire en inclusieve economie?

Hoe worden bedrijven die niet voorop lopen en minder grote kansen hebben in de transitie meegenomen, zo vragen de fractieleden van de SP.

Vragen en opmerkingen van de fractieleden van de ChristenUnie mede namens het fractielid van OPNL

Kan de regering toelichten waarom er één miljard euro wordt vrijgemaakt voor Invest-NL en er wordt geïnvesteerd in het Toekomstfonds, terwijl de vierde ronde van het Nationaal Groeifonds wordt geschrapt? Wat maakt Invest-NL en het Toekomstfonds volgens de regering geschiktere vehikels voor de innovatiedoelstellingen van deze regering, zo vragen de fractieleden van de ChristenUnie en OPNL.

Over de versterking en het herstel van de interne markt staat dat de rapporten van Letta en Draghi van invloed zullen zijn op de beleidskeuzes voor de interne markt van 2025, zoals het adresseren van territoriale leveringsbeperkingen in de EU.15 Kan de regering nog een voorbeeld geven van hoe de aanbevelingen van Draghi doorwerken in beleidskeuzes op dit gebied (bijvoorbeeld ten opzichte van vergrijzing)?

Op de vastgestelde begrotingsstaat 2025 is voor «bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei» 2 euro miljard gereserveerd. In 2024 bedroeg dit 2,36 miljard euro. Kan de regering toelichten waar de daling van 300 miljoen euro vandaan is gekomen, gezien het feit dat dit kabinet juist wil inzetten op innovatie en ondernemerschap?

Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie

De begroting reflecteert een economische groei van 1.6%, en de term economische groei wordt impliciet als synoniem gebruikt voor welvaart, aldus de fractieleden van de PvdD. Aandacht voor brede welvaart wordt bijna parallel behandeld, als los van economische groei, terwijl dit geïntegreerd behandeld zou moeten worden. Ook wordt het BBP als indicator gebruikt voor de term «brede welvaart». Dus terwijl er wel wordt gesproken over brede welvaart overheerst, naar de mening van deze fractieleden, het doel van economische groei.

Waarom rekent de regering nog steeds in termen van economische groei? Sommige economische groei is minder gewenst dan andere, dus een algemene doelstelling voor economische groei is geen goede indicator voor hoe het gaat Nederland en haar economie.

Is de regering bereid aandacht voor brede welvaart verder te integreren in het algemene economische beleid, in plaats van dit als iets extra te behandelen?

Hoe werkt de regering aan het afbouwen van de niet-duurzame economie? Dit is een belangrijk onderdeel van het streven naar een duurzame economie. De regering heeft relatief veel aandacht voor het bouwen aan een meer duurzame economie maar heeft, volgens de fractieleden van de PvdD, minder aandacht voor het afbouwen van de niet-duurzame economie, terwijl dit wel noodzakelijk is voor brede welvaart.

De begroting erkent dat ruimte schaars is. Welke prioriteiten heeft de regering in deze schaarse ruimte?

Is de regering op de hoogte van het feit dat de veehouderij en de productie van veevoer een groot beslag legt op de schaarse ruimte in Nederland?

Is de regering het met de fractieleden van de PvdD eens dat een groot aantal ruimtelijke, duurzaamheids- en dierenwelzijnsproblemen zouden worden geadresseerd als de veehouderij en de productie van veevoer zouden verkleinen? Deze leden ontvangen graag een reflectie van de regering hierop.

De regering onderschrijft het belang van kritieke grondstoffen. Welke randvoorwaarden in termen van duurzaamheid en rechtvaardigheid hanteert de regering bij dit beleid inzake kritieke grondstoffen?

De vaste commissie voor Economische Zaken / Klimaat en Groene Groei ziet de nota naar aanleiding van het verslag – graag voor 31 januari 2025 – met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken / Klimaat en Groene Groei, Kluit

De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken / Klimaat en Groene Groei, Karthaus


X Noot
1

Samenstelling:

Kemperman (BBB), Van Langen-Visbeek (BBB) (ondervoorzitter), Panman (BBB), Crone (GroenLinks-PvdA), Kluit (GroenLinks-PvdA) (voorzitter), Thijsssen (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA), Vos (GroenLinks-PvdA), Van Ballekom (VVD), Van de Sanden (VVD), Petersen (VVD), Bovens (CDA), Prins (CDA), Aerdts (D66), Dittrich (D66), Van Strien, (PVV), Visseren-Hamakers (PvdD), Baumgarten (JA21), Van Aelst-den Uijl (SP), Holterhues (CU), Dessing (FVD), Schalk (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)

X Noot
2

Kamerstukken II 2024/25, 36 600 XIII, nr. 2, p. 14–15.

X Noot
3

Kamerstukken II 2024/25, 36 600 XIII, nr. 2, p. 11.

X Noot
4

Kamerstukken II 2024/25, 36 600 XIII, nr. 2, p. 16–17.

X Noot
5

Kamerstukken II 2024/25, 36 600 XIII, nr. 2, p. 17.

X Noot
6

Kamerstukken II 2024/25, 36 600 XIII, nr. 2, p. 20.

X Noot
7

Kamerstukken II 2024/25, 36 600 XIII, nr. 2, p. 21.

X Noot
8

Ibidem.

X Noot
9

Kamerstukken II 2024/25, 36 600 XIII, nr. 2, p. 22.

X Noot
10

Ibidem.

X Noot
11

Kamerstukken II 2024/25, 36 600 XIII, nr. 2, p. 23.

X Noot
12

Kamerstukken II 2024/25, 36 600 XIII, nr. 2, p. 24.

X Noot
13

Kamerstukken II 2024/25, 36 600 XIII, nr. 2, p. 46.

X Noot
14

Ibidem.

X Noot
15

Kamerstukken II 2024/25, 36 600 XIII, nr. 2, p. 50.

Naar boven