36 600 X Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 2025

C VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN, DEFENSIE EN ONTWIKKELINGSHULP1

Vastgesteld 21 januari 2025

Het wetsvoorstel heeft in de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

Inleiding

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel aangaande de begrotingsstaten Defensie 2025. Zij hebben nog enkele vragen hierover. De leden van de fracties van CDA, D66, ChristenUnie en 50PLUS sluiten zich graag aan bij de vragen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie. De leden van de fractie van JA21 sluiten zich graag aan bij vragen 2, 5, 6 en 7 van de fractieleden van GroenLinks-PvdA.

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie

1.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen de regering waarom Nederland een eigen, afwijkende, berekenwijze voor de NAVO-norm heeft. Wat is het doel hiervan?

2.

Een aantal leden van de commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingshulp (BDO) is tijdens een werkbezoek aan het NAVO-hoofdkwartier in het najaar van 2024 geïnformeerd dat de 2% (sterk) onvoldoende zou zijn om de door de NAVO gevraagde capaciteiten te kunnen leveren. Kan de regering dit toelichten en de belangrijkste voorbeelden geven van welke capaciteiten met name onvoldoende aanwezig zijn?

3.

Indien de Verenigde Staten de NAVO-verdragsverplichtingen niet langer zouden nakomen, liggen er in dat geval scenario’s en plannen klaar die aangeven wat de kwetsbaarheden zijn die dan ontstaan en hoe die zo snel mogelijk ondervangen zouden worden? Hoe opereert Nederland hierop binnen NAVO-verband?

4.

De leden van de fractie van GroenLinks-PvdA vragen de regering verder welke middelen met name zouden worden gemist bij het mogelijk wegvallen van Amerikaanse steun aan Oekraïne, en zijn er scenario’s en plannen gereed om dit te ondervangen?

5.

In 2025 wordt het Landelijk Crisisplan Militaire Dreiging (LCP-MD) en het Nationaal Defensieplan uitgewerkt. Wat is het onderscheid tussen beide? Gaan deze plannen ook in op weerbaarheid in de informatiesfeer in het geval van bewuste ondermijning van de samenleving door het verspreiden van valse nieuwsberichten, oproepen tot terrorisme, opruiing en dergelijke?

6.

In het (recente) verleden waren signalen en berichten dat het Nederlandse voortzettingsvermogen van zeer korte duur zou zijn in geval van een militair conflict, hoe zal het voorzettingsvermogen zich ontwikkelen in dit begrotingsjaar 2025?

7.

Ten slotte vragen de leden van de fractie van GroenLinks-PvdA de regering of Defensie over voldoende capaciteiten beschikt om kabels en andere onderzeese infrastructuur in (het Nederlandse deel van) de Noordzee te bewaken, en zo nee, welke uitgaven en investeringen in de begroting van 2025 worden gedaan om dit te verbeteren.

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingshulp ziet met belangstelling uit naar de nota naar aanleiding het verslag en ontvangt deze graag zo spoedig mogelijk.

De voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingshulp, Petersen

De griffier van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingshulp, Van Luijk


X Noot
1

Samenstelling:

Oplaat (BBB), Croll (BBB), Marquart Scholtz (BBB), Goossen (BBB), Van Gasteren (BBB), Karimi (GroenLinks-PvdA), Roovers (GroenLinks-PvdA), Crone (GroenLinks-PvdA), Martens (GroenLinks-PvdA), Thijssen (GroenLinks-PvdA), Petersen (VVD) (voorzitter), Vogels (VVD), Van Ballekom (VVD), Van Toorenburg (CDA), Prins (CDA), Belhirch (D66), Moonen (D66), Van Strien (PVV), Koffeman (PvdD), Van Bijsterveld (JA21), Van Apeldoorn (SP), Huizinga-Heringa (CU) (1e ondervoorzitter), Dessing (FVD) (2e ondervoorzitter), De Vries (SGP), Hartog (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)

Naar boven