36 600 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025

Nr. 100 AMENDEMENT VAN DE LEDEN CEDER EN VAN ZANTEN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 751

Ontvangen 28 november 2024

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel 03 Voortgezet onderwijs van de departementale begrotingsstaat worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 500 (x € 1.000).

Toelichting

Dit amendement strekt ertoe om structureel 500.000 euro vrij te maken voor voorlopers van de techniekhavo, bovenop de bestaande subsidie voor de praktijkgerichte havo.

Momenteel is het kabinet bezig met de doorontwikkeling van de praktijkgerichte havo, mede naar aanleiding van de breed gesteunde motie-Ceder (Kamerstuk 36 410 VIII, nr. 85). Diverse scholen geven echter meer techniekonderwijs dan waar de subsidie momenteel op is ingericht en richten zich bovendien meer op het maken van producten. Indiener is van mening dat ook deze vorm van techniekhavo moet worden gefaciliteerd. Dit amendement maakt daarom structureel 500.000 euro voor hen vrij, waarbij indiener beoogt dat bij de doorontwikkeling van de praktijkgerichte havo ook voor deze vorm van techniekhavo structureel wettelijk en financieel ruimte wordt geboden, zodat deze techniekhavo uiteindelijk op scholen in elke provincie in Nederland een plek kan krijgen.

Dekking wordt gevonden in de middelen die vanaf 2026 beschikbaar zijn ter compensatie voor de verhoging van de btw op de leermiddelen. Middels de motie-Inge van Dijk c.s. (Kamerstuk 36 602, nr. 140) heeft de Kamer de regering verzocht in overleg met de Kamer een alternatieve invulling voor de afschaffing van de verlaagde btw-tarieven te presenteren. Bij het niet doorgaan van het verhogen van het btw-tarief, is de compensatie zoals in artikel 1 niet meer nodig. Deze middelen worden met een kasschuif naar voren gehaald.

Ceder Van Zanten


X Noot
1

Vervanging in verband met een wijziging in de ondertekening.

Naar boven