Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 december 2024
In opdracht van de Kring van commissarissen en ondergetekende hebben wetenschappers
van de Rijksuniversiteit Groningen een rapport opgesteld over de rol en positie van
de commissaris van de Koning als rijksorgaan. Hierbij bied ik u dit rapport getiteld
«De rijkstaken van de commissaris van de Koning» aan. Het rapport bevat een verkenning
van de huidige en van de toekomstige juridische positionering van de commissaris van
de Koning, specifiek voor wat betreft de rol als rijksorgaan.
De aanleiding voor het onderzoek was de ogenschijnlijk veranderende rol en positie
van de commissaris van de Koning, in het bijzonder als rijksorgaan. Enerzijds is namelijk
de afgelopen jaren een nadrukkelijker beroep gedaan op de commissaris van de Koning
als rijksorgaan, bijvoorbeeld in het kader van de Spreidingswet. Anderzijds bestaat
het voornemen diens rol op onderdelen (denk aan de rampenbestrijding en crisisbeheersing)
te beperken. Deze ontwikkelingen dienen in samenhang te worden bezien met de grotere
maatschappelijke en bestuurlijke opgaven waarvoor de overheid zich de komende jaren
gesteld ziet, zoals de ruimtelijke problematiek, het migratievraagstuk en de stikstofproblematiek.
De onderzoekers stellen ten aanzien van de juridische kaders vast dat de wet- en regelgeving
op hoofdlijnen deugdelijk is, maar ook enkele onvolkomenheden en onduidelijkheden
bevat. Tegelijkertijd blijkt uit de interviews dat dit de commissarissen van de Koning
van die onduidelijkheden in de bestuurlijke praktijk nauwelijks hinder ondervinden.
Het verschaft hen ook ruimte om hun bestuurlijke rol in te vullen. Gegeven de bevindingen
schetsen de onderzoekers in hun rapportage een aantal scenario’s hoe om te gaan met
de rol en positie van de commissarissen.
Alvorens daarover een inhoudelijk standpunt in te nemen heb ik de Kring van commissarissen
van de Koning gevraagd om hun appreciatie van de bevindingen en aanbevelingen van
de onderzoekers. Mede op basis daarvan zal ik Uw Kamer nader informeren.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.J.M. Uitermark