36 600 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2025

Nr. 8 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 oktober 2024

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Asiel en Migratie, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris voor Rechtsbescherming, het Meerjarenperspectief 2025 – 2028 en het Werkprogramma 2025 van de Inspectie Justitie en Veiligheid (hierna: de Inspectie) aan.

In het bijgevoegde Meerjarenperspectief beschrijft de Inspectie de focus van het toezicht voor de komende vier jaar. In 2025 – 2028 kijkt de Inspectie meer dan voorheen – en in aanvulling op het toezicht op de naleving van wet- en regelgeving – naar de context waarin organisaties die onder haar toezicht vallen, hun taak uitvoeren. Het gaat daarbij om wat verschillende (maatschappelijke) ontwikkelingen en beleids- en stelselwijzigingen betekenen voor deze organisaties. De Inspectie kijkt daarnaast ook of deze organisaties hun beoogd maatschappelijke doel bereiken en welk effect dat heeft op mensen en op de samenleving. Met andere woorden: zij betrekt de context en het maatschappelijk effect van organisaties in het toezicht.

In de jaarlijkse werkprogramma’s geeft de Inspectie aan hoe zij deze thema’s nader concretiseert. Het bijgevoegde Werkprogramma 2025 bevat de hoofdlijnen van het toezicht in 2025 en daarbij een beschrijving van de interne en externe ontwikkelingen waarin de Inspectie zich momenteel bevindt.

Naar aanleiding van de actualiteit of een risico-inschatting kan de Inspectie prioriteiten bepalen. Dit kan gedurende het jaar leiden tot een bijstelling van de focus van het toezicht. Uw Kamer wordt op de gebruikelijke wijze via het jaarbericht geïnformeerd over de resultaten van de inzet van de Inspectie.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel

Naar boven