36 600 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2025

Nr. 6 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 oktober 2024

Tijdens het commissiedebat strafrechtelijke onderwerpen van 4 september 2024 heeft u verzocht om geïnformeerd te worden over de portefeuilleverdeling tussen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris Rechtsbescherming (Kamerstuk 29 279, nr. 875).

Met deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Staatssecretaris Rechtsbescherming (SRb) en Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (SJenV), over de portefeuilleverdeling en voldoe ik aan de toezegging die de Staatssecretaris Rechtsbescherming hierover tijdens het commissiedebat heeft gedaan.

In de bijlage treft u de portefeuilleverdeling en een overzicht van de lopende wetgeving per bewindspersoon. Daarnaast verduidelijk ik graag de portefeuilleverdeling tussen de beide staatssecretarissen met betrekking tot het sanctiestelsel en de tenuitvoerlegging van sancties.

Toelichting

De SRb is verantwoordelijk voor het sanctiestelsel en de hieruit voortvloeiende wijzigingen van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet Administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften.

De SJenV is verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen: (voorwaardelijke) gevangenisstraffen, taakstraffen, geldelijke sancties en maatregelen.1 Deze verantwoordelijkheid vloeit voort uit de Wet tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen (Wet USB). De wet USB betrof een wijziging van verschillende wetten, waaronder het Wetboek van Strafrecht (Sr) en het Wetboek van Strafvordering (Sv). De SJenV is daarnaast verantwoordelijk voor eventuele wijzigingen van de relevante beginselenwetten (zoals de Penitentiaire beginselenwet) en beleid.2 In dit verlengde is de beheersverantwoordelijkheid voor de organisaties die de strafrechtelijke beslissingen uitvoeren (DJI, CJIB en de reclassering) bij SJenV belegd. Gratiebeslissingen vallen tot slot ook onder de verantwoordelijkheid van SJenV.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel


X Noot
1

In de wet wordt gesproken van «Minister» maar dit kan in de praktijk ook de Staatssecretaris zijn.

X Noot
2

Voor zover het wijzigen van de Pbw ziet op maatregelen die zien op de advocatuur (bijvoorbeeld het versterken van het toezicht op de advocatuur) is de verantwoordelijkheid belegd bij SRb.

Naar boven