36 600 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2025

36 600 XX Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2025

Nr. 138 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Ontvangen ter Griffie op 23 april 2025.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer overgelegd tot en met 21 mei 2025.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 22 mei 2025.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 april 2025

Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit houdende wijziging van enkele besluiten op het terrein van Justitie en Veiligheid en op het terrein van Asiel en Migratie in verband met aanpassingen van overwegend technische aard (Verzamelbesluit Justitie en Veiligheid en Asiel en Migratie 20XX). Dit doe ik in overeenstemming met de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, I. Coenradie. Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik naar de ontwerpnota van toelichting.

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (de artikelen 31, vierde lid, en 55, vijfde lid, van de Wet veiligheidsregio’s en artikel 4a, vijfde lid, van de Wet op de kansspelen) en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over de artikelen X en XI van het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.

Op grond van de aangehaalde bepalingen geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Ingevolge de Aanwijzingen voor de regelgeving wordt een zodanig tijdstip gekozen dat ten minste drievierde deel van de termijn buiten een reces van de Kamers valt. Gelet op het meireces eindigt de termijn voor uw inbreng op 30 mei 2025.

Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, T.H.D. Struycken

Naar boven