36 600 J Vaststelling van de begrotingsstaat van het Deltafonds voor het jaar 2025

Nr. 6 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 24 oktober 2024

De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 30 september 2024 voorgelegd aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat. Bij brief van 22 oktober 2024 zijn ze door de Minister van Infrastructuur en Waterstaat beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie, Peter de Groot

Adjunct-griffier van de commissie, Meedendorp

Vragen en antwoorden

1

Is er in de begroting van het Deltafonds rekening gehouden met de waarschuwingen van waterschappen dat er een drinkwatertekort dreigt in 2030 als er niet snel actie wordt ondernomen?

Het Ministerie van IenW heeft Vewin en IPO gevraagd te komen met een Actieprogramma beschikbaarheid drinkwaterbronnen 2023–2030. Voor de korte termijn gaat het vooral om de uitbreiding van bestaande en waar mogelijk nieuwe vergunningen voor drinkwaterwinningen. Het Actieprogramma wordt eind dit jaar in het Bestuurlijk Overleg Water besproken en daar worden alle betrokken bevoegde gezagen door IenW ook aangesproken op hun zorgplicht. Naast het uitbreiden van het aanbod van bronnen voor drinkwater werkt IenW samen met de stakeholders ook aan het omlaag brengen van de vraag naar drinkwater met uitvoering van het Nationaal plan van aanpak drinkwaterbesparing. Daarbij is vooral waterbewustzijn belangrijk. Op het Deltafonds zijn meerjarige middelen voor een campagne rond waterbewust leven opgenomen.

2

Heeft het Deltafonds een plan om de dijkversterking te gaan versnellen, gelet op het feit dat de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) stelt dat de dijkversterking te traag loopt, met maar 37 kilometer per jaar?

Voor het HWBP wordt gewerkt aan versnelling van de realisatie. Dit gebeurt bijvoorbeeld door voor zestien grote projecten die komende jaren in uitvoering gaan, te monitoren en te sturen op risico’s die effect kunnen hebben op de planning. Daarnaast is onderzoek naar de oorzaak van vertragingen en versnellingsmogelijkheden een onderdeel van de herijking van het HWBP. Als hier extra versnellingsmogelijkheden uit naar voren komen, worden deze benut. Over de afspraken voor de herijking van het HWBP wordt de Kamer eind 2025 geïnformeerd.

3

Hoe staat het met het project «Levende dijken» en waar wordt komend jaar prioriteit aan gegeven?

Het project «Levende dijken» wordt uitgevoerd door de TU Delft en prioriteitstelling binnen het project ligt buiten de scope van het ministerie. Het programma is geen opdracht die vanuit IenW wordt uitgevoerd, maar RWS is wel betrokken als «eindgebruiker».

4

Hoe gaan de middelen van het Deltafonds helpen bij het halen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW)? En welke winsten op het gebied van waterkwaliteit worden concreet verwacht?

Uit tabel 36 op p. 46 blijkt dat binnen het Deltafonds in totaal € 758 mln. is uitgetrokken voor het Verbeterprogramma Kaderrichtlijn Water (tranches 1 t/m 3). Met deze middelen worden in de Rijkswateren maatregelen getroffen gericht op het herstel van natuurlijkere overgangen tussen land en water, zoet en zout en van verbindingen, waaronder die tussen het hoofd- en regionaal watersysteem. Per waterlichaam is in de stroomgebiedbeheerplannen bepaald welke ecologische en chemische kwaliteitsverbetering bereikt moet worden met welke maatregelen. Door Rijkswaterstaat wordt de voortgang bij de uitvoering van maatregelen beschreven in de jaarrapportage Kaderrichtlijn Water die ieder jaar aan de Tweede Kamer wordt aangeboden (Kamerstukken 2023–2024, 27 625, nr. 668).

5

Hoeveel geld gaat er in totaal naar mitigerende maatregelen en hoeveel naar adaptieve maatregelen?

Een totaaloverzicht van rijksuitgaven voor klimaatmitigatie wordt gegeven in de begroting van het Ministerie van Klimaat en Groene Groei (bijlage 9 Rijksbreed overzicht klimaatuitgaven). Voor 2025 bedraagt dit 6,1 mrd euro. Naar aanleiding van de toezegging van voormalig Minister Jetten aan het Eerste Kamerlid Baumgarten (JA21) wordt gewerkt aan een vergelijkbaar rijksbreed overzicht van adaptatieuitgaven.

6

Hoeveel geld is er op de begroting gereserveerd voor het beheren van de Waddenverenconcessie? Hoe verhoudt dit zich tot voorgaande jaren?

In april 2014 zijn er twee concessies in werking getreden voor passagiersvervoer van en naar de Friese Waddeneilanden. Voor de verbindingen met Vlieland en Terschelling gaat het om de Vervoerconcessie Waddenveren West, verleend aan de B.V. Terschellinger Stoomboot Maatschappij van rederij Doeksen. Voor de verbindingen met Ameland en Schiermonnikoog gaat het om de Vervoerconcessie Waddenveren Oost, verleend aan Wagenborg Passagiersdiensten. De beide concessies zijn nu budgetneutraal. Dit betekent dat er geen geld op de begrotingen van IenW gereserveerd is voor het beheren van deze concessies, dat is vergelijkbaar aan de voorgaande jaren.

7

Hoe wordt er binnen de begroting rekening gehouden met mogelijke verplaatsing van de Waddenveren, danwel verbetering van de vaarroutes?

Het mogelijk verplaatsen of verbeteren van de vaarroutes in het Waddengebied speelt enkel bij de vaarverbinding naar Ameland. Het Vervolgonderzoek Bereikbaarheid Ameland (VBA) 2030 is vorig jaar afgerond. De Kamer is per brief (Kamerstuk 23 645, nr. 810) geïnformeerd over de uitkomsten van het VBA 2030. Momenteel beraadt het ministerie zich over het vervolg.

8

Hoeveel procent gaat de rijksbijdrage aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) omhoog?

Ieder jaar worden de budgetten op de Rijksbegroting – en daarmee ook de Rijksbijdrage aan het HWBP – geïndexeerd voor loon- en prijsstijgingen, hiervoor wordt de Index Bruto Overheidsinvesteringen (IBOI) gehanteerd. In 2024 bedroeg dit percentage 3,019%.

9

Is er bij het toekennen van middelen voor het HWBP rekening gehouden met inflatie?

In beginsel wordt bij alle projecten en programma’s rekening gehouden met inflatie. Het Deltafonds wordt jaarlijks volgens de Index Bruto Overheids Investeringen geïndexeerd, tenzij het kabinet anders beslist.

10

Is er bij het toekennen van middelen voor projecten ten behoeve van de waterkwaliteit rekening gehouden met inflatie?

Zie antwoord 9.

11

Klopt het dat er geen middelen zijn opgenomen voor de nationale aanpak drinkwaterbesparing? Zo ja, waarom niet?

Er is tussen 2024–2028 € 1,3 mln. per jaar budget gereserveerd voor de Nationale Aanpak Drinkwaterbesparing op het Deltafonds.

12

Valt de staf Deltacommissaris onder de generieke taakstelling voor minder rijksambtenaren?

Nee, de staf Deltacommissaris is vooralsnog niet meegenomen in de generieke taakstelling. De taakstelling is ingeboekt op de beleidsbegroting van IenW (36 660 XII) en niet (direct) op het Deltafonds.

13

Exact hoeveel euro staat er nog op de post «Nog niet ingevuld/vrij te besteden»?

Dit betreft de toelichting op uitgavenartikel 1 Waterveiligheid. De middelen op dit uitgavenartikel zijn volledig belegd.

De nog niet ingevulde middelen op het Deltafonds staan op artikel 5.03 in de investeringsruimte. De investeringsruimte bedraagt in het Deltafonds 2025 in totaal € 1.878 miljoen, waarvan € 620 miljoen is vastgelegd in risicoreserveringen. Per saldo kent het Deltafonds als geheel € 1.258 miljoen vrij te besteden middelen. Voor de verdeling over de jaren van deze middelen en de bedragen in euro’s nauwkeurig wordt verwezen naar de tabellen 31 en 32 van artikel 5.03. Daarbij wordt opgemerkt dat deze middelen voor het overgrote deel (vanaf 2030) in de latere jaren van het Deltafonds staan, en dat ze weliswaar nog niet belegd zijn, maar dat hier wel opgaven tegenover staan zoals de financiering van meerjarige water-opgaven en opvangen van o.a. kostenstijgingen.

14

Welke ontvangsten zijn in 2023 en 2024 geboekt en waarom zijn er in komende jaren geen ontvangsten?

Tot en met 2024 is sprake van diverse ontvangsten van decentrale overheden en KRW-partners. Deze ontvangsten zijn bedoeld om meegekoppelde projecten te bekostigen die samen met de KRW-maatregelen worden gerealiseerd in een integrale gebiedsaanpak (bijvoorbeeld in de uiterwaarden van Wamel, Dreumel en Heerewaarden). Totdat het KRW-programma in 2027 is afgerond kunnen er nog meer meekoppelkansen worden gerealiseerd. In dat geval worden er ook aanvullende bijdragen verwacht van decentrale overheden en/of KRW-partners.

15

Wat zijn de kosten voor getijdewerking Grevelingen?

Voor het terugbrengen van getijdenwerking in de Grevelingen is naar verwachting ongeveer 909 miljoen (prijspeil 2022) nodig voor realisatie en 10 jaar beheer en onderhoud. Dit blijkt uit het eindrapport van de Taskforce Getij Grevelingen uit 2023. Kosten voor de planuitwerkingsfase en monitoring zijn hier niet in meegenomen1.

16

Zijn de kosten voor getijdewerking Grevelingen al in het Deltafonds verwerkt? Zo niet, wanneer worden deze ingepast?

Nee, het vorige kabinet heeft besluitvorming over het vervolg van het project Getij Grevelingen uitgesteld in verband met de demissionaire status. Dit kabinet moet zich nog buigen over een definitief besluit en zal dit bezien vanuit de bredere opgaven die spelen bij het Deltafonds.


X Noot
1

Kamerstukken 27 625, nr. 630

Naar boven