36 600 IIB Vaststelling van de begrotingsstaat van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB) voor het jaar 2025

B NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 4 februari 2025

Inleidende opmerkingen

Met belangstelling hebben wij kennisgenomen van het verslag van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken over het wetsvoorstel tot Vaststelling van de begrotingsstaat van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB) voor het jaar 2025. We danken de leden voor hun inbreng en gaan graag in op de in het verslag gestelde vragen.

In deze nota zijn de vragen en opmerkingen uit het verslag integraal opgenomen in cursieve tekst en de beantwoording van de vragen in gewone typografie. Daarbij is de volgorde van het verslag aangehouden.

1. Inleiding

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het voorstel en wensen daarover enkele vragen te stellen.

2. Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP

Kan de regering aangeven voor iedere afzonderlijke in het wetsvoorstel Begrotingsstaat overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad 2025 genoemde instelling of deze is uitgesloten van de rijksbrede taakstelling op het ambtenarenapparaat? Zo ja, waarom is dit het geval? Zo nee, wie is verantwoordelijk voor de invulling van de taakstelling en op welke wijze en wanneer zal die worden vormgegeven?

De begrotingsstaat Overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad is uitgesloten van de rijksbrede taakstelling op de apparaatsuitgaven. De Hoge Colleges hebben een bijzondere staatsrechtelijk positie en de overige hiervoor genoemde colleges hebben een in reguliere wetgeving verankerde zelfstandige en onafhankelijke positie. In artikel 4.4, vierde lid van de Comptabiliteitswet staat dat binnen de geldende afspraken over het beheer van hun begroting rekening wordt gehouden met de bijzondere positie van deze colleges. Er is daarom geen taakstelling opgelegd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.J.M. Uitermark

Naar boven