36 600 B Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2025

P BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 september 2025

Met deze brief reageer ik op het verzoek van de Commissie van Binnenlandse Zaken tijdens de commissievergadering van 8 juli 2025 om uw Kamer zo spoedig mogelijk na het zomerreces per brief te informeren over eventuele wijzigingen ten opzichte van de brief van 11 juni 2025 over de verwachtingen bij de provinciale financiële toezichthouders. Specifiek ging het hierbij om het verwachte aantal gemeenten dat in 2026 onder preventief toezicht zal komen te staan.

In de genoemde brief van 11 juni 2025 geeft mijn voorganger aan dat het nog te vroeg is om een inschatting te maken van het aantal preventieve gemeenten in 2026. De redenen die hiervoor worden aangeven zijn:

  • 1. Gemeenten zijn nu nog bezig met het opstellen van hun begroting voor 2026 en dus nog in de gelegenheid om bij te sturen.

  • 2. De definitieve beoordeling of er sprake is van structureel en reëel evenwicht in de begrotingen 2026 (en dus van preventief toezicht of niet) door de provinciale toezichthouders vindt plaats na vaststelling van de begrotingen (voor 15 november) door de gemeenteraad. Daar nu al op vooruitlopen, kan de rol en meerwaarde van de financiële toezichthouders doorkruisen.

  • 3. De betreffende gemeenten moeten eerst door de toezichthouders geïnformeerd worden, alvorens dit breder wordt gecommuniceerd.

Gezien bovengenoemde redenen is het ook nu nog te vroeg om uw Kamer te informeren over het aantal preventieve gemeenten in 2026. Begin 2026 is een overall beeld te maken van het aantal preventieve gemeenten en ik zal uw Kamer dan hierover informeren.

Overigens kan ik u melden dat mijn ministerie regelmatig periodiek overleg heeft met de provinciale financiële toezichthouders via het zogenaamde vakberaad gemeentefinanciën. In dit overleg wordt stilgestaan bij de belangrijkste trends over de financiële positie van gemeenten en bij de grootste ontwikkelingen en onzekerheden. Jaarlijks brengen de provinciale financieel toezichthouders daarnaast een verslag uit over het door de provincies uitgevoerde financieel toezicht.

Voor de volledigheid merk ik ten slotte op dat uw Kamer dit najaar het (jaarlijkse) Integraal Overzicht Financiën Gemeenten en Provincies zal ontvangen. In dit overzicht geef ik onder meer een beeld van de financiële positie, inkomsten en uitgaven van medeoverheden. Hiermee wordt uw Kamer integraal geïnformeerd over de financiën van medeoverheden.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, F. Rijkaart

Naar boven