36 600 B Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2025

F MOTIE VAN HET LID FIERS C.S.

Voorgesteld 8 april 2025

De Kamer,

overwegende dat gemeenten de Jeugdzorg (jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering) in medebewind uitvoeren;

overwegende dat gemeenten voor medebewindstaken adequaat gefinancierd dienen te worden zoals is bepaald in artikel 2 van de Financiële-verhoudingswet (Fvw), artikel 108, lid 3 van de Gemeentewet en artikel 9 van het Europees Handvest inzake lokale autonomie;

constaterende dat gemeenten met forse financiële tekorten kampen op deze medebewindstaak en er grote urgentie is om dit knelpunt op te lossen;

constaterende dat gemeenten zeer beperkte beleidsruimte hebben om de financiële tekorten te beïnvloeden;

constaterende dat de commissie-Van Ark in het instellingsbesluit de opdracht heeft gekregen om een onafhankelijk zwaarwegend advies te geven;

constaterende dat de commissie-Van Ark stelt: «het is niet wenselijk en niet haalbaar om de beoogde besparingen vanaf 2026, zoals opgenomen in het meerjarig financieel kader in de Hervormingsagenda Jeugd, te handhaven»;

constaterende dat de commissie-Van Ark ook een duidelijk advies heeft gegeven over de financiële tekorten in 2023 en 2024, het budget voor 2025, de indexatie voor volumeontwikkeling en loon- en prijsontwikkeling en de beoogde besparingen tot 2028;

verzoekt de regering het financiële advies van de commissie-Van Ark integraal en volledig over te nemen en dit bij de voorjaarsnota te regelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Fiers

Moonen

Van der Goot

Hartog

Nanninga

Janssen

Nicolaï

Van Toorenburg

Holterhues

Naar boven