De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de Zeeuwse lijn is aangewezen als proefbaanvak voor het ERTMS, waardoor
er in 2029 vier maanden geen spoorvervoer mogelijk is op een deel van genoemd traject
en er aansluitend nog negen maanden van verstoringen verwacht wordt, wat tot grote
onrust in Zeeland heeft geleid;
overwegende dat Zeeland geen alternatieve reisverbindingen via het spoor kent;
overwegende dat realisatie van ERTMS op de Zeeuwse lijn een wenkend perspectief biedt
voor extra treinen op deze spoorlijn;
verzoekt de regering zich maximaal in te spannen om de duur van de proefperiode voor
ERTMS te beperken;
verzoekt de regering doeltreffende maatregelen te nemen die de overlast gedurende
de proef tot een minimum beperken en deze met de regio uit te werken, met bijvoorbeeld
buitendienststelling in de zomerperiode of vervangend busvervoer van overstappunt
trein-bus naar bestemming voor reizigers (bijvoorbeeld vanuit Middelburg naar Kruiningen-Yerseke)
indien dit mogelijk is;
verzoekt de regering samen met Zeeland te onderzoeken wat nodig is voor structurele
verbeteringen voor de Zeeuwse treinreiziger, waaronder de bediening van de Zeeuwse
lijn, met als eindbeeld 2 intercity’s en 2 sprinters per uur, en daartoe het in het
pakket «Wind in de zeilen» aangekondigde onderzoek voort te zetten en inzichtelijk
te maken wat nodig is om de business case sluitend te maken;
verzoekt de regering te blijven werken aan de betrouwbaarheid van het Zeeuwse spoor
nu en in de toekomst door ProRail opdracht te geven het onderzoek dat daartoe nu loopt
af te ronden, de conclusies met de regio te bespreken en eventueel daaruit volgende
maatregelen zoveel als mogelijk te combineren met andere werkzaamheden,
en gaat over tot de orde van de dag.